Als u van twee of meer woorden één lang woord maakt
(een samenstelling), hoort u tussen de delen soms nog een verbindingsklank: bijvoorbeeld /e/ in maneschijn of /s/ in herdershond. Over de spelling van die tussenklanken heerste bij de taalgebruiker soms onzekerheid. Voor dit knelpunt wordt nu een aantal nieuwe regels geformuleerd.

De tussenletters -e(n)-

Er zat doorgaans maar één hoed in een hoededoos, maar een schoenendoos bevatte een paar schoenen en in een hoedenwinkel kon u tussen heel wat modellen kiezen... Vroeger moest u het regeltje van "het noodzakelijk meervoud" toepassen. Dat hoeft nu niet meer.


Het eerste deel heeft geen meervoud: schrijf -e-
gerstekorrel, rijstepap


Het eerste deel heeft alleen een meervoud op -(e)n: schrijf -en-
boekenbon, schroevendraaier, notendop,
bejaardenhulp, ziekenzorg

Schrijf toch -e-


Het eerste deel heeft alleen een meervoud op -s: schrijf -e- campagneleider, modeshow

Schrijf toch -en-


Het eerste deel heeft een meervoud op -(e)n én op -s
  • Het eerste deel eindigt op -e: schrijf -e-
    ziekteverzekering, gedachtegang
  • Het eerste deel eindigt niet op -e: schrijf -en-
    ambtenarenstatuut, lerarenopleiding