logo Het Humanistisch Archief
Homepage > Publicaties > Nieuwsbrief > 2005 nr. 1
HomePage Zoeken E-Mail in english
zoeken:
Actueel
Contact
Wat is humanisme?
Encyclopedie van het Humanisme
Documentatie
Collectie
Onderzoeks-
projecten
Publicaties
Archief (instelling)
Sitemap

Copyright © 2004, Humanistisch Archief, Utrecht, NL.
Commentaar is welkom. Mail naar: humarc@uvh.nl

Wij werken samen in de Humanistische Alliantie
Het Humanistisch Archief werkt samen in de Humanistische Alliantie

Nieuwsbrief Humanistisch Archief

10e jaargang, nr. 1, juni 2005



Inhoud


Aan het werk met onze toekomstplannen

Het uitbrengen van ons Jaarbeeld 2002-2004 als extra editie van de Nieuwsbrief (maart 2005) was een schot in de roos: we hebben erg veel reacties gehad, en van diverse kanten waarbij de algemene teneur was 'wat doen jullie veel en veelzijdige zaken'. Ook dit nummer wil weer een korte blik werpen op onze lopende activiteiten; deze keer over het bijzondere archief van Protecta en veel aandacht voor onderzoek of daaraan gerelateerde activiteiten.

Op beleidsmatig vlak zit de gang er goed in. Na het externe advies over de strategische meerjaren beleidsontwikkeling - wat zijn onze kerntaken, hoe organiseren en betalen we dat - is er na overleg met de Humanistische Alliantie de Werkgroep Doorstart Het Humanistisch Archief aan de slag gegaan. Deze werkgroep bestaat, naast de bestuursleden Rob Tielman en Jan van der Holst, uit drs. Ig Caminada (archiefdeskundige), dr. Wil Jacobs (Nestorkring) (adviseur) en directeur Bert Gasenbeek. Mevrouw drs. Louise Groenman treedt op als adviseur. De Werkgroep richt zich gelijktijdig op drie onderwerpen.

Allereerst wordt er gesproken met een grote archiefinstelling waar we een groot deel van ons papieren archief willen onderbrengen in een goed geoutilleerd depot en onderzoeken we tevens de mogelijkheid om in één keer de grote voorraad aan nog te beschrijven archieven extern te laten beschrijven. Ten tweede wordt uitvoerig onderzocht welke externe - afgezien van de humanistische beweging - mogelijkheden voor financiering er structureel voor het Archief zijn; bijvoorbeeld bij het ministerie van OC&W.; Ten derde zal de samenstelling van de staf van het Archief afgestemd gaan worden op de kerntaken en de financiële mogelijkheden. Het zal duidelijk zijn dat het voor het Archief een belangrijk en spannend jaar is.

drs. Bert Gasenbeek, directeur

Terug naar het begin


Zwoegen zweten zwijgen

Een nieuwe aanwinst is het archief van Stichting Protecta. Afgelopen december hebben twee medewerkers van het Archief ruim zestig meter aan dozen en mappen opgehaald uit Amsterdam ter conservering, inventarisering en ontsluiting. Een verslag.

Met een dreun sloegen de deuren van de tot de nok toe volgeladen bestelwagen dicht. 'Zo, hiervoor zijn we opgericht', liet collega Edelman zich ontvallen terwijl hij naast de bestuurder plaats nam. 'Op naar Utrecht.' Het was 15 december 2004 en we hadden net het archief van Protecta uit de kelder van het statige pand van Humanitas aan de Sarphatistraat te Amsterdam gehaald en in een forse bus geladen. Het was een hele klus geweest om handmatig alle dossiers van het omvangrijke archief - maar liefst 60 strekkende meters aan materiaal - handmatig, doos voor doos, uit de archiefkelder te halen en via smalle trapjes in de bus te krijgen. Maar na een paar uur flink werken was de kelder leeg en dat gedeelte van de klus geklaard.

Stichting Protecta

De Stichting 'Protecta' werd op 26 maart 1982 door Humanitas opgericht met het doel vermogens en inkomens te beheren van personen die daartoe zelf tijdelijk of duurzaam niet in staat waren vanwege hun psychische of fysieke gesteldheid. Het was formeel een onafhankelijke stichting maar het Dagelijks Bestuur van het Humanistisch Verbond was vertegenwoordigd in Protecta. Bovendien waren er persoonlijke contacten en banden met het bestuur van Humanitas. Bij statutenwijziging is Protecta op 31 december 2001 opgegaan in de Stichting Humanitas Inkomensbeheer.

Inhoud van het archief

Het Protecta-archief bestaat hoofdzakelijk uit persoonsdossiers die allemaal zijn afgesloten en dus niet meer worden gebruikt. Deze gegevens kunnen zeer waardevol zijn voor onderzoek. Verder bestaat het uit vergaderstukken van het bestuur, correspondentie over vrijwilligers, de financiële administratie en (juridische) correspondentie met rechtbanken. Het spreekt voor zich dat er, indien nodig, uiterst discreet zal worden omgesprongen met vertrouwelijke stukken, waarbij de bescherming van de privacy van personen voorop staat. Ten slotte een paar koffers met persoonlijke bezittingen, waaronder zeer oude foto's en diverse zaken. Ook die kunnen interessant zijn voor onderzoekers.

Conserveren

Het archief is die bewuste decemberdag meteen overgebracht naar een ruimte waar het sindsdien ligt te drogen. Door een lekkage in de archiefkelder van Humanitas waren delen van de collectie in min of meerdere mate door vocht en schimmel aangetast. Maar we zijn er op tijd bij geweest waardoor de schade gelukkig tot een minimum beperkt is gebleven.

Inventariseren en ontsluiten

Binnenkort wordt begonnen aan de volgende klus, namelijk het inspecteren van de stukken en het maken van een inventarislijst. Hierbij worden de documenten uit hun oude dozen gehaald waarna alle plastic en ijzeren voorwerpen zoals nietjes en paperclips worden verwijderd. Roest is immers fataal voor papier. Vervolgens worden de documenten geordend en in zuurvrije omslagen verpakt waarna ze in, eveneens zuurvrije, archiefdozen worden gestopt. Dubbele stukken en dossiers zullen worden verwijder en vernietigd, ook onze depotruimte is helaas eindig. Kortom: er is nog een heleboel werk te verrichten voordat we het archief voor onderzoek kunnen openstellen maar we vorderen gestaag.

Het Humanistisch Archief heeft, met dank aan Humanitas en Protecta, weer een waardevolle collectie verkregen die een bijdrage kan leveren aan het onderzoek naar de geschiedenis van het humanisme in Nederland. En dat is nu precies waar het Humanistisch Archief voor is opgericht.

drs. Jules Brabers

Pieter Edelman sjouwt dozen
Archief-medewerker Pieter Edelman aan de slag met het Protecta-archief. [foto: Jules Brabers]

Terug naar het begin


Een bijzonder bezoek

Op 3 april jongstleden overleed op 82-jarige leeftijd historicus en filosoof Ger Harmsen, een groot kenner van het marxisme en de geschiedenis van de arbeidersbeweging. Bijna twee jaar geleden stemde hij in met een interview voor het project Sprekend Humanisme. Helemaal vlekkeloos verliep dat echter niet.

Ons oral history project Sprekend Humanisme is er op gericht om ontstaan en ontwikkeling van de georganiseerde humanistische beweging in Nederland in kaart te brengen. Hiertoe zoeken wij niet alleen contact met humanisten van het eerste uur, maar ook met 'andersdenkenden' of buitenstaanders respectievelijk geestverwanten die tegenover of buiten deze beweging publiekelijk een bepaalde positie hebben ingenomen. Een voorbeeld hiervan vormde de gerenommeerde, maar niet onomstreden historicus en filosoof Ger Harmsen.

Niets te zoeken bij het Verbond?

Harmsen stond al lang bij ons op de rol om voor een interview benaderd te worden, ook al omdat we enige aanwijzingen hadden dat hij wel officieel buiten de humanistische beweging stond, maar er tóch op enige momenten (direct) bij betrokken was geweest. Dit bleek niet alleen uit de bibliografie van zijn omvangrijk werk uit 1982, maar vooral ook uit zijn monumentale autobiografie Herfsttijloos (1993). Zo vermeldt hij hierin, dat hij ergens in de jaren dertig voor het eerst naar de Vrijdenkers Radio Omroep (VRO) had geluisterd, en dat wat Jan Hoving voor deze microfoon zei, diepe indruk op hem had gemaakt. (Harmsen 1993: 80) Verder geeft hij aan dat hij in 1942, op verzoek van Nico van Suchtelen, voor een groepje Wageningse studenten een lezing over het humanisme had gehouden, en evenzo hierover in 1944 'een niet voor vreemde oren bestemde lezing' in Duitsland had gehouden op de 'Zentralstelle für Vegetationskartiering'. Harmsen beschouwde zichzelf toen als humanist en was daarom op de 'oprichtingsvergadering' aanwezig van het Humanistisch Verbond (HV). (In feite ging het hier om de manifestatievergadering in Amsterdam op 3 maart 1946, volgend op de landelijke oprichting). Echter, de toespraak van Pos op deze vergadering, die het belang van de politieke strijd voor het realiseren van humane verhoudingen centraal stelde, sterkte hem 'in de overtuiging dat ik bij het Humanistisch Verbond niets te zoeken had'. (idem: 169)

Dat de betrokkenheid van Harmsen bij het HV op sommige momenten bepaald wel gróter was dan hij zich wilde of kon herinneren, blijkt onder meer uit het eerste nummer van het Mededelingenblad Humanistisch Verbond, waarin het adres van Ger Harmsen vermeld stond als een manier waarop kaarten voor voornoemde manifestatievergadering te verkrijgen waren, en uit de Humanist van 29 januari 1973, waarin de naam van Prof. Dr. G. Harmsen - géén lid, en dat ook nooit geweest! - voorkomt in de lijst van toen voorgestelde nieuwe hoofdbestuursleden, een kandidatuur waarvoor hij toch op zijn minst zelf toestemming moet hebben gegeven. Uit een bericht in de Humanist van 15 maart 1973 bleek echter zijn plaats al weer vacant te zijn 'doordat Harmsen zich wegens zijn gezondheidstoestand beperkingen moet gaan opleggen'. Kortom, redenen genoeg om hem eens te benaderen voor een interview.

Geen gemakkelijk man

Dat het geen gemakkelijk man was, had ik al gehoord, dus moest ik me prudent gedragen. Toen ik hem opbelde om hem te polsen voor een interview, zei hij, dat hij eigenlijk meer in het atheïsme geïnteresseerd was, maar toen ik hem uitlegde dat dit heel goed met het humanisme zoals wij dit opvatten te verenigen was, stemde hij, bij wijze van uitzondering, toe.

Op 22 juli 2003 was het dan zover. Een half uur te vroeg arriveerde ik bij de boerderij 'De Weegbree' in het Friese dorp De Knipe, die van de weg af nog maar nauwelijks zichtbaar was. Wetende hoe precies Harmsen was - hij kapittelde indertijd steeds studenten als ze te laat op zijn colleges kwamen - ging ik buiten op een stoel zitten en prepareerde me nog wat extra op het éénmalige interview. Op een gegeven moment hoorde gestommel bij de achterdeur, en bleek Harmsen me ontdekt te hebben. Een wat gekromde en ineengedoken oude man met een grote gehoornde bril verscheen in de deuropening, voor zich uit schuifelend, echter nog steeds met de doordringende blik over zich van een schoolmeester. Ook sprak hij nog met de krachtige stem van een man met duidelijke opvattingen, wiens hart - ook tijdens zijn ontwikkeling van communist tot sociaal-democraat - altijd bij het socialisme en de arbeidersbeweging was blijven liggen. Iemand die nog zeer wel compos mentis was, maar op bepaalde punten ernstige geheugenproblemen had en zich naar mijn idee van sommige vragen wat ál te gemakkelijk af maakte, zoals in de loop van het interview bleek.

Ger Harmsen
Ger Harmsen in 1978 [foto: collectie IISG, BG A56/139]

Verschil tussen hoeden en petten

Van te voren werd me te verstaan gegeven, dat ik maar anderhalf uur kreeg voor mijn uitgebreide vragenlijst over twee bewegingen, namelijk de Jongeren Vredes Actie (1924-1940) - door ons opgevat als een soort broedplaats voor de na-oorlogse humanistische beweging - en het Humanistisch Verbond respectievelijk De Vrije Gedachte. Tijdens het interview lag hij vrijwel plat op een bedbank omdat hij kennelijk ook rugklachten had, maar hield hij me vanuit die positie toch steeds goed in de gaten, zeker als ik weer te dicht in de buurt van een van zijn geliefde mossen kwam. Zijn antwoorden waren nogal eens wat teleurstellend of dooddoenerachtig. Bijvoorbeeld, op mijn vraag hoe hij nú aankeek tegen zijn artikelen in het communistische maandblad Politiek en Cultuur over 'burgerlijk, proletarisch en sovjethumanisme' kreeg ik als enige antwoord: 'Ja, het communistisch experiment in de Soviet-Unie is mislukt.'

Contacten met humanistische organisaties had hij volgens zijn zeggen nooit gehad, wijzend op het portret van zijn grootmoeder: 'Om háár, als arbeidersjongen, hoorde ik daar niet thuis: een verschil tussen hoeden en petten!' Wél zou hij met individuele personen te maken hebben gehad, zoals Piet Spigt - een persoonlijke vriend, die hem in 1971 gevraagd had voor een televisie-uitzending van het HV over 'Vervreemding' en hem waarschijnlijk in 1973 ook aangezocht had voor het lidmaatschap van het Hoofdbestuur. Ook had hij contact met Frits Kief van de VRO, voor welke microfoon hij in 1968 en 1969 sprak over 'Vrijheid' respectievelijk 'Een vrijdenker in Rusland en Nederland'.

Dóórvragen leek vaak ofwel geen zin te hebben ofwel tot irritatie van zijn kant te leiden. Maar uitgesproken opvattingen had hij nog steeds. Over Van Praag ('een halfzachte') en de koers van het HV ('vooral géén aanstoot geven, en het vaag houden'). Hij noemde zich dan ook vlak na zijn CPN-tijd - in navolging van Karl Marx - een tijdje een 'reáler Humanist'. Heel karakteristiek was ook zijn luide uitval - die ongevraagd kwam, en iets behelsde wat hij kennelijk wél even aan ons kwijt wilde: 'Wíj worden als atheïsten nog stééds gediscrimineerd. Onze gevoelens worden voortdurend met voeten getreden, door het ontkennen van de natuurwetten [...] en je kunt niet openlijk schelden op het Christendom [...] alsof de moraal theologisch gefundeerd kan worden [...] en nog méér onzin van het geloof dat ten onrechte ontzien wordt!'

Ook achteraf was ik niet (geheel) tevreden met zijn antwoord op bepaalde vragen, en poogde ik hem, na hem schriftelijk hierover benaderd te hebben, telefonisch nog wat preciezere informatie te ontlokken. Tevergeefs echter. Narrig, de boot afhoudend en zich verschuilend achter zijn fysieke conditie of zijn werk aan (een boek over) de geschiedenis van de sociale roman liet hij me telkens bot vangen. Kortom, een bezoek dat me nog lang heugen zal en waaraan ik met nogal gemengde gevoelens terug denk. drs. Pieter Edelman

Terug naar het begin


Börger voor de Vrijdenkers Radio Omroep

Onlangs liet Frank de Zwart, beheerder van een website over de nalatenschap van filosoof en advocaat mr.drs. A. Börger (1892-1971) ons weten dat hij de originele tekst heeft gevonden van twee verloren gewaande redevoeringen, die halverwege de jaren dertig door de Vrijdenkers Radio Omroep (VRO) waren uitgezonden. Met deze vondst is weer een stukje van de legpuzzel van de geschiedenis van het vooroorlogse humanisme boven tafel gekomen. De teksten zijn inmiddels integraal te vinden op internet.

Antonie Börger was een bekend publicist en spreker. Hij was onder meer een actief bestuurslid van de Nieuw-Malthusiaansche Bond (de voorloper van de NVSH). Maar bovenal was zijn naam verbonden aan de 'Studiekring voor Wijsbegeerte'. In de toespraken die Börger hield voor de VRO kwam zijn pacifistiche en anti-fascistische overtuiging duidelijk naar voren.

Cultuur en vrijheid

Op 2 maart 1935 sprak hij over 'Cultuur en vrijheid'. Deze twee begrippen waren volgens hem identiek. In culturele uitingen, dat wil zeggen in de wetenschap, kunst en religie, wordt het mens-zijn verwezenlijkt. De verindustrialiseerde en vermaterialiseerde samenleving echter, met zijn politieke, juridische en economische onderdrukking, stond deze verwezenlijking in de weg. Volgens Börger was er sprake van een culturele achteruitgang, onder meer door de economische gevolgen van de Eerste Wereldoorog, de werkloosheid en het toenemende nationalisme en fascisme in Europa. Börger, zelf een voorvechter van de democratie en de vrije meningsuiting, constateerde in de toenmalige samenleving een 'steeds grooter wordende onvrijheid, belemmering van de vrijheid des woords, van de vrijheid van drukpers. Het toppunt op dit gebied vertoonen [...] de fascistische staten, maar het fascisme is waarlijk niet gering in de huidige wereld.' [cursief is gecensureerde tekst]. De enige mogelijkheid die hij zag om Europa van de ondergang te redden, om te voorkomen dat het als cultuurcentrum zou verdwijnen, was gelegen in 'de erkenning van den mensch als cultureel wezen, in de erkenning dat de mensch alleen als mensch, dus als denkend wezen, mensch is en dat hij als zoodanig dus onaantastbaar is en dus dient te worden vrijgelaten.'

Censuur

Op het orgineel van de toespraak zijn verschillende passages doorgestreept. De door de overheid ingestelde Radio Omroep Controle-Commissie (ROCC) had namelijk de gewoonte om de radioredevoeringen van de VRO vooraf te censureren. Daarom moesten ze eerst op schrift worden gesteld. Bij Mentjox lezen we dat van bovengenoemde redevoering 56 regels werden geschrapt, die als gezags- of godsdienstondermijnend werden beschouwd (kritiek op de verslechtering van de positie van de vrouw; 'het religieus besef is reeds eeuwenlang verdwenen in Europa'), of die de buitenlandsche politiek raakten (het fascisme in Italië en in Duitsland). Het werd de vrijdenkers op deze manier niet gemakkelijk gemaakt om hun mening te verkondigen. De oppositie was zo sterk, dat de VRO vanaf eind 1936 zelfs een uitzendverbod kreeg opgelegd.

'Liefde voor de menschheid'

De tweede radiolezing met de titel 'De huidige situatie van het volkerenrecht', uitgezonden op 1 februari 1936, is een vurig pleidooi voor internationale vrede en veiligheid. De toenmalige Volkerenbond was volgens Börger gedoemd te mislukken omdat de soevereiniteit van individuele staten - en daarmee het recht op oorlogsverklaring - op gespannen voet stond met internationale samenwerking en veiligheid. Er zou pas iets veranderen als 'de menschheid [...] kans [ziet] de machtsidee te overwinnen. [...] Als de wereld zich bekende tot de liefde voor de menschheid in plaats van macht over de menschen, zou alle gepraat over ontwapening overbodig zijn, omdat liefde en bewapening elkaar uitsluiten.' [cursief origineel]

voorkant envelop
Originele envelop van de VRO, waarin de toespraken zijn bewaard. [illustratie: Frank de Zwart]

De radioredes van A. Börger zijn te integraal te vinden op http://www.nikhef.nl/~a17, onder het kopje 'voordrachten'. Andere radiotoespraken van de VRO zijn trouwens full text op internet te raadplegen in de Beelddatabank Metamorfoze Vrijdenkers. [zie ook verderop in deze Nieuwsbrief] Wouter Kuijlman

Literatuur: Gerard Mentjox, 'Radio in dienst van de rede' (doctoraalscriptie Katholieke Universiteit Nijmegen, 1995).

Terug naar het begin


Boekrecensie: Niet uit de hoogte

Onder deze titel stelde Ruurd Ouwehand, medewerker van Humanitas en vrijwilliger bij het Archief, een handzaam en informatief boekje samen over de landelijke voorzitters van Humanitas sinds de oprichting op 31 mei 1945. Dit welkome overzicht werd uitgegeven ter gelegenheid van het zestigjarig bestaan van de vereniging.

De titel werd ontleend aan een uitspraak van de eerste voorzitter Prof. Mr. Dr. Joris in t Veld, die hiermee zijn visie op de aard van de hulp door Humanitas verwoordde: 'Geen hulp die geboden wordt vanuit de hoogte, maar hulp geboren uit een besef van saamhorigheid, van verantwoordelijkheid, ook voor het lot van de naaste die in nood verkeert.' Van elke voorzitter wordt, na een portretfoto voorzien van een karakteristieke uitspraak, een beknopt overzicht gegeven van de levensloop van de persoon in kwestie en het werk wat hij/zij heeft verricht. Dit gebeurt aan de hand van de context van Nederlandse samenleving in de betreffende periode, de visie van de voorzitter op Humanitas, zijn/haar activiteiten voor Humanitas, eventuele verdere 'activiteiten op humanistisch gebied' en zaken die tijdens het betreffende voorzitterschap tot stand gekomen zijn. Belangrijke issues die in dit overzicht evenwel niet of nauwelijks aan de orde komen, zijn het punt van de mate van samenwerking met (of het gebrek eraan) met andere humanistische organisaties en de plaats van de humanistische levensbeschouwing in de grondslag van de vereniging en voor de praktijk van werkers. Ik stip deze lacunes even kort aan.

Samenwerking

Vlak na de oorlog werd er, onder het voorzitterschap van Joris in 't Veld (1945-1963) - zelf een overtuigd humanist en vanaf de oprichting tot 1954 tevens lid van het Hoofdbestuur van het Humanistisch Verbond (HV) - op bestuursniveau naar nauwe samenwerking, zelfs een fusie, tussen beide organisaties gestreefd. Deze plannen werden echter steeds op afdelingsniveau door de leden (en door de afgevaardigden op congressen) van Humanitas getorpedeerd. Deze vorm van apartheid behoort sinds 1993 definitief tot het verleden. Vanaf dat jaar vond er in toenemende mate overleg en samenwerking plaats tussen de besturen, de bureaus en de afdelingen van het HV en Humanitas. Die grotere synergie tussen beide humanistische organisaties kwam onder meer tot uitdrukking in het instellen van structureel bestuursoverleg en het in gebruik nemen van een gemeenschappelijke kantoorruimte in Amsterdam in 1997. Onder de huidige voorzitter Ineke van der Wel (sinds 1999) en directeur Marius Ernsting leverde Humanitas ook een krachtige bijdrage tot de vorming van de in 2002 opgerichte Humanistische Alliantie.

Grondslagendiscussie

Tijdens de ambtsperiode van de eerste twee voorzitters Joris in 't Veld en August Belinfante (1963-1967) en die van de huidige voorzitter Ineke van der Well stond het 'humanistische' karakter van Humanitas ter discussie. Zo werd op het congres van 1959 besloten tot het schrappen van de 'humanistische grondslag' in de statuten en werd de aanvankelijk gehete Stichting voor Maatschappelijk Werk op Humanistische Grondslag omgedoopt in De Nederlandse Vereniging voor Maatschappelijk Werk 'Humanitas'. Niettemin bleef zij als organisatie lid van het toenmalige samenwerkingsverband het Humanistisch Centrum en bleef zij in de eerste plaats uitgaan van 'het algemeen-humanistisch beginsel van de eerbiediging van de menselijke persoonlijkheid'.

portretfoto's voorzitters Humanitas
De eerste en laatste voorzitter van Humanitas, Joris in 't Veld (1945-1963) en Ineke van der Wel-Markerink (sinds 1999). [foto: Niet uit de hoogte, p.7, 49]

Op het congres in 1963 over de plaats van Humanitas in de Nederlandse samenleving en in het geheel van het georganiseerd maatschappelijk werk, verdedigde T.T. ten Have het standpunt, dat Humanitas een bepaalde - in de samenleving breder gedragen - mensopvatting tot uitgangspunt had, maar niet een - in dit geval humanistische - wereldbeschouwing tot zijn grondslag kon rekenen. Daarom stond zijns inziens Humanitas tussen een algemene en een bijzondere organisatie in. Eén van de 'leden van het eerste uur', dr. J.P. van Praag - ook voorzitter van het HV - stelde in zijn reactie op deze stellingname van Ten Have, dat de grondslag voor het maatschappelijk werk van Humanitas humanistisch was en behoorde te zijn. Hij wees hierbij in het bijzonder op de noodzaak van die levensbeschouwelijke achtergrond als bezielende kracht - 'geen beschouwing maar beleving' - in het uitoefenen van het maatschappelijk werk.

Ook in de nieuwe eeuw werd er binnen Humanitas discussie gevoerd over de humanistische uitgangspunten. In 2003 werd een nieuwe visie geformuleerd, waarin Humanitas opkomt 'voor een samenleving waarin mensen actief vorm geven aan hun eigen leven en verantwoordelijkheid nemen voor het samenleven met elkaar'. En ook door haar actieve rol in de totstandkoming en het uitbouwen van de Humanistische Alliantie geeft Humanitas duidelijk te kennen zich tot de humanistische 'familie' te rekenen.

drs. Pieter Edelman

Literatuur: Ruurd Ouwehand (samensteller), Niet uit de hoogte. De voorzitters van Humanitas 1945-2005 (Amsterdam: Humanitas, 2005), 63 pagina's. Geschreven met medewerking van de afdeling Communicatie van het Landelijk Bureau van Humanitas, waar het ook verkrijgbaar is. Stuur een e-mail naar communicatie@lb.humanitas.nl.

Terug naar het begin


Lezersvraag

Bij tijd en wijle krijgt Het Humanistisch Archief een object in haar bezit waarvan de herkomst onduidelijk is. Soms is zelfs de schenker of de datum waarop het archief het voorwerp heeft verkregen niet meer te achterhalen. Daarom wenden we ons nu tot u, lezer, om informatie over het volgende.

Enige tijd geleden dook dit jubileumbord op in het archief. Het was door onze directeur, Bert Gasenbeek, aangeleverd met het verzoek om het goed in te pakken en vervolgens in ons archief op te bergen. Hij had het bord al geruime tijd in zijn bezit en kon zich niet meer herinneren hoe hij eraan was gekomen.

Het betreft een bord van aardewerk dat is gemaakt ter gelegenheid van 25 jaar humanistisch vormingswerk met militairen. Erop staat afgebeeld het Coornherthuis, geflankeerd door het logo van het Humanistisch Verbond en het embleem van de Dienst Humanistisch Geestelijke Verzorging bij de Krijgsmacht.

We roepen iedereen op te reageren, die antwoorden heeft op vragen als:

  • Wie heeft het bord gemaakt?
  • Voor wie was het bord bestemd?
  • Is het bord bij een speciale gelegenheid aangeboden? Zo ja, wanneer en door wie aan wie?
  • Zijn er foto's genomen van de gebeurtenis? Wie heeft die foto's in zijn bezit?
  • Zijn er nog meer exemplaren gemaakt? Zo ja hoeveel? En waar zijn die gebleven?
  • Zijn er nog anekdotes rond dit bord?
Kortom: vragen te over. We hopen dat u ons kunt helpen. U kunt reageren door een briefje te schrijven, te bellen of een e-mail te sturen naar het Archief. [voor gegevens zie de colofon] Het zou zonde zijn als de informatie over dit bord verloren gaat. Alle relevante gegevens worden met het bord in het archief opgeborgen. Wij zien uw reactie gaarne tegemoet.

drs. Jules Brabers

Bord 25 jaar humanistisch vormingserk
[foto: Wouter Kuijlman]

Terug naar het begin


Pluriform humanisme

Minachting voor het humanisme door Gerry van der List in 'Onzichtbaar zuiltje' (Elsevier, 28 mei j.l.) is nog tot daaraan toe, maar de pertinente feitelijke onjuistheden mogen niet onbesproken blijven.

Ten onrechte wordt de indruk gewekt alsof het Humanistisch Verbond (HV) en D'66 zouden samenvallen. De PvdA-leden Jaap van Praag (1946-1969) en Rob Tielman (1977-1987) waren voorzitters van het HV en VVD-leden als Frits Bolkestein, Loes Vonhof, Anneke Krijnen en Adelheid Zoutendijk waren hoofdbestuurslid van het HV. Er is nooit een meerderheid van D'66-ers onder de (hoofdbestuurs)leden van het HV geweest.

De opvattingen van Jaap van Praag over humanisme en socialisme worden onjuist weergegeven, want hij heeft zich altijd verzet tegen de vereenzelviging van politiek en levensbeschouwing en juist de samenwerking met VVD-ers in het Humanistisch Verbond bepleit, net als al zijn opvolgers.

Dat geldt ook voor de bestrijding van de verzuiling maar als katholieken en protestanten bepaalde voorrechten kregen, werden die in de strijd voor gelijke behandeling ook door de humanisten opgeëist als dat bijdroeg aan de opheffing van de verzuiling. Voor wie niet blind is, is het HV noch onzichtbaar noch een zuil.

prof.dr. R.A.P. Tielman
drs. Bert Gasenbeek
Het Humanistisch Archief, Utrecht

Terug naar het begin


Nieuws in het kort

Vrijdenkers online

Het project Metamorfoze Vrijdenkers, waarin ruim honderdduizend pagina's aan boeken, brochures en tijdschriften uit de vrijdenkersbeweging tussen 1855 en circa 1950 zijn geconserveerd, is voltooid (zie ook de Nieuwsbrief van december 2004). Het materiaal is voor de gebruiker ondergebracht in een digitale beelddatabank. Deze is in te zien op een computer in de Bibliotheek van de Universiteit voor Humanistiek, maar ook via internet. Op de homepage van het Archief (http://archief.uvh.nl) kunt u doorklikken op 'Beelddatabank Vrijdenkers'. U heeft dan wel een plugin van Acrobat Reader nodig.

Screenshot beelddatabank Metamorfoze 
Vrijdenkers
Het Archief heeft honderd jaar vrijdenkersmateriaal full text via internet toegankelijk gemaakt.

Ei van Erasmus

Op 28 mei 2005 werd in het radioprogramma 'Het ei van Erasmus' een interview uitgezonden tussen Bert Boelaars en archiefmedewerker Wouter Kuijlman. Het interview ging over het project Metamorfoze Vrijdenkers (zie hierboven). U kunt het interview beluisteren via de website van de Humanistische Omroep: http://www.humanistischeomroep.nl/ (klik op Radio --> Ei van Erasmus --> Archief, dan kunt op de gewenste datum zoeken).

Jaarbeeld 2002-2004

Afgelopen maart verscheen het Jaarbeeld van de periode 2002-2004 als een extra editie van de Nieuwsbrief. Een grotere periode dan gebruikelijk werd genomen, omdat vorig jaar geen jaarverslag verscheen en omdat diverse projecten die in 2002 begonnen over meerdere jaren doorliepen. Het jaarbeeld werd samengesteld door medewerker Wouter Kuijlman. U kunt een papieren versie van het jaarbeeld gratis aanvragen bij het Archief. Binnenkort verschijnt het ook op de website. Terug naar het begin

Jongerenarchivalia gezocht

Onlangs is John Verhagen, voormalig actief lid van de Humanistische Jeugd Beweging (HJB), op vrijwillige basis begonnen met het maken van een inventaris van het bescheiden archief van de HJB aanwezig op het Archief. Er blijken nog zeer veel lacunes te zitten in het aanwezige materiaal. Vooral uit de jaren zestig is weinig voorhanden.

Dit geldt echter niet alleen voor het archief van de HJB, maar ook voor die van de Humanistische Jongeren Gemeenschap (1948-1976, vanaf 1963 alleen plaatselijk georganiseerd als Humanistische Jongeren Groepen) en het Humanisties Jongeren Sentrum (1968-ca.1973). Van de Studenten Vereniging op Humanistische Grondslag 'Socrates' (vanaf 1946) heeft het Archief nog praktisch helemaal geen archivalia.

Bij deze doen we een dringende oproep aan lezers voor tips over (mogelijke) vindplaatsen van stukken. Convocaties, periodieken, jaarverslagen, rapporten, notulen van vergaderingen, foto's, persoonlijke herinneringen: alles is welkom. Met een gevuld archief komt onderzoek naar de geschiedenis van de humanistische jongeren weer een stap dichterbij.

Terug naar het begin


Colofon

Deze Nieuwsbrief is een uitgave van:

HET HUMANISTISCH ARCHIEF
Centrum voor archivering en documentatie met betrekking tot het humanisme vanaf 1850.
Van Asch van Wijckskade 28
3512 VS UTRECHT
telefoon: (030) 23 90 172 / 23 90 164
fax: (030) 23 90 170
e-mail: humarc@uvh.nl
website: http://archief.uvh.nl/

Redactie en opmaak: Wouter Kuijlman. Aan deze Nieuwsbrief werkten mee: drs. Jules Brabers, drs. Pieter Edelman, drs. Bert Gasenbeek, Wouter Kuijlman en prof. dr. Rob Tielman.

De Nieuwsbrief wordt toegezonden aan alle donateurs van het Archief. U kunt zich opgeven als donateur door een bedrag van minimaal 14 euro over te maken op giro 7695453 ten name van de Stichting Humanistisch Archief te Utrecht, onder vermelding van 'nieuwe donateur'. Nieuwe donateurs ontvangen als welkomstgeschenk een deel naar keuze uit de serie Humanistisch Erfgoed.

Bijgewerkt: 14 maart 2006

Terug naar het begin

© Humanistisch Archief