nieuwsbrieven kalender onderwijs op het web adressen alleen voor schooldirecties alleen voor schooldirecties
e-mail help home http://www.ond.vlaanderen.be

Ervaren lesgevers begeleiden beginnende collega's gedurende de eerste twee jaar
 van hun carrière op het Centrum voor Levende Talen in Leuven.
Het systeem kijkt terug op een ervaring van 15 jaar.
school
direct ging kijken hoe het werkt.
 

Begeleiding van beginnende leraren
focus op didactiek, niet op vak
 

Het Centrum voor Levende Talen (CLT) is als centrum voor volwassenenonderwijs verbonden aan de Katholieke Universiteit van Leuven en verzorgt uitsluitend taalopleidingen. Dit jaar gebeurt dat voor 13 talen en 4 635 cursisten (de kaap van de 4 000 wordt al sinds 1990 jaar na jaar overschreden). 15 % van de cursisten zijn leden van het academisch, wetenschappelijk en technisch personeel van de K.U.Leuven, ruim 22 % zijn studenten die een extra taalopleiding volgen. De overige 63 % worden gerekruteerd uit de ruime bevolking. Een interne enquête leert dat deze cursisten in de eerste plaats voor een taalopleiding kiezen omwille van de sociale contacten en in tweede instantie uit persoonlijke interesse. 53 lesgevers - van wie 21 voltijds - verzorgen de opleidingen. Het CLT wordt al 18 jaar geleid door Bart Van Thielen. De innovaties waarover schooldirect bericht, werden onder zijn directeurschap ingevoerd. 

Typisch aan de taalopleidingen binnen het CLT is dat er gewerkt wordt met een schooljaar van 32 in plaats van 40 weken. Omwille van het grote aantal universiteitsstudenten en personeelsleden wordt in september en juni geen les gegeven. Voor de lesgevers betekent dit dat ze gemiddeld 26 uur per week geven, terwijl de cursisten gemiddeld 4 uur per week aan hun talenkennis werken. De invoering van de semesterexamens aan de K.U.Leuven stelt het CLT nu voor de hamvraag: moeten wij ons aanbod samenpakken in 28 in plaats van 32 weken zodat ook de bijkomende examenmaand januari vrij komt? Anderzijds wordt de werkweek van de lesgevers (nu 24 tot 26 uren) er dan nog zwaarder op. 

Van elke 100 inschrijvers halen er tussen de 66 en 70 % de eindmeet. Het CLT start het schooljaar dan ook met groepen van 30 tot 35 studenten. Dit aantal moet omdat de infrastructuur beperkt is en kan omdat de talenpractica zijn uitgebouwd met 36 plaatsen. Tegen het eind van het jaar zitten er nog een 25 cursisten in elke groep. Dit hoge aantal cursisten per groep heeft ook een historische achtergrond. Vroeger kenden de centra voor volwassenenonderwijs een halveringsnorm voor eenderde van de lesuren als de talenpractica erkend waren. Omwille van de grote practica gebruikte het CLT die uren niet voor splitsingen in het taallabo, maar voor team teaching. 

topTeam teaching
Binnen het systeem van team teaching krijgt de titularis van het vak gedurende 20 lesuren per jaar een collega naast zich in het normale leslokaal die zich ontfermt over een deel van de groep. Die opsplitsing dient voor bijwerken van late starters, remediëringsoefeningen, intensieve praktijk, … De planning voor de team teaching gebeurt in principe in de vakgroep op basis van de zelf ontwikkelde syllabus. In de regel gebeurt alle team teaching voor de paasvakantie. Daarna zijn de groepen meestal te klein om de dubbele inzet van leraren zinvol te maken. 

Vanaf het schooljaar 1986-87 werden de extra uren voor talenpractica ook ingezet voor de begeleiding van beginnende leraren en dat is behouden in het huidige systeem van het lestijdenpakket. Met de pakketten van 3 lesuren per week over 40 weken, komt een voltijdse kracht met 6 groepen aan 720 jaaruren, terwijl hij er 800 moet presteren. De overige 80 uren worden bij de meeste lesgevers opgevuld met extra taken in team teaching en mentorschap. 

topBeginnersondersteuning
In het volwassenenonderwijs blijkt de ondersteuning van een beginnende leraar nog belangrijker dan in het leerplichtonderwijs. "Natuurlijk hebben beide groepen deels dezelfde problemen: ze staan voor het eerst echt alleen in voor een klas, met aandacht die vooral op inhouden is toegespitst. In het dagonderwijs kampt een beginner vaak met gezagsproblemen: hij moet de discipline erin houden. Dat soort problematiek bestaat niet meteen in het volwassenenonderwijs: als de lessen niet aan de verwachtingen beantwoorden, blijft de cursist gewoon weg. Dat is in feite een vele zwaardere druk op de beginner. Bovendien zijn de meeste cursisten bij ons ouder dan de beginnende lesgever. Ook dat vraagt om een specifieke aanpak."
 

Elke beginnende lesgever krijgt een ervaren collega als mentor (vroeger werd die geselecteerd door de directeur, de laatste jaren wordt gewerkt via kandidaatstellingen). Daarbij geldt het principe dat de mentor een andere taal onderwijst dan de beginner. "Dit garandeert dat de aandacht bij de begeleiding volledig geconcentreerd is op het didactische en niet afglijdt naar vaktechnische discussies," verduidelijkt Bart Van Thielen. Wanneer er meer dan alleen taal onderwezen wordt, zou dit bijvoorbeeld kunnen betekenen dat een wiskundeleraar een collega wetenschappen als mentor naast zich krijgt, dat geschiedenis met godsdienst samenwerkt, … 

In een eerste fase hospiteert de jonge lesgever een aantal lesuren bij de mentor, telkens met een bespreking vooraf en nadien. "Vanaf het tweede bezoek spreken ze samen ook af wat de jonge lesgever wil zien en ervaren: wil hij zich toespitsen op klasmanagement? Of op de interactie met de studenten? Of zich concentreren op de manier waarop je als lesgever omgaat met vragen van cursisten? Een volgende stap is dat mentor en beginner samen een les van een ervaren collega van dezelfde taal op hetzelfde niveau volgen en nabespreken." 

topPositief
Tijdens de tweede fase volgt de mentor een aantal lessen van de beginnende lesgever. In het eerste semester gebeurt dit met een voorbereidend gesprek en nabespreking. In het tweede semester is er enkel nog een nabespreking van de lessen. "Aan het einde van dit proces volg ik een les samen met de mentor. Daar volgt een gesprek met zijn drieën op. Ik verkies dat de mentor daar bij is. Hij werkt vaak als een soort katalysator: hij kent de jonge collega beter dan ik en kan bepaalde punten correcter duiden. Het is wel voor iedereen van meetaf duidelijk dat de evaluatie zelf alleen door de directeur gebeurt. In de persoon van de mentor mag je begeleiding en evaluatie niet mengen." 

Dit systeem loopt in het CLT sinds het academiejaar 1986-87. Elke kandidaat krijgt het systeem voor de aanwerving uitgelegd en moet zijn medewerking eraan toezeggen. "De meesten staan er positief tegenover. Soms is er wel aarzeling als wij mensen aanwerven die elders al ervaring hebben opgedaan: soms solliciteren bij ons mensen uit het dagonderwijs die al 20 tot 25 jaar ervaring hebben. Maar het mentorschap blijft zinvol omdat volwassenen om een andere aanpak vragen. Bovendien stelt het CLT heel expliciet als verwachting dat je bereid moet zijn om in team te werken: aan syllabi, aan leerplannen, aan examens. De aanvangsbegeleiding hoort bij dit teamwerk en is ook belangrijk omdat de lesgever via deze weg ontvankelijk wordt, leert openstaan voor wat je kan leren uit de onderwijspraktijk van een collega." 

topWerkdruk
In de aanvangsfase kreeg de mentor voor de begeleiding van een jonge collega een extra vergoeding. Nu wordt hij gehonoreerd via een pakket uren. Ook de beginnende leraar krijgt het equivalent van 30 lesuren op jaarbasis (m.a.w. 60 werkuren) voor de aanvangsbegeleiding.
 

Het volwassenenonderwijs wordt niet gespaard van de algemene verhoging van de werkdruk (of voorzichtiger uitgedrukt: het gevoel dat de druk verhoogt). Bart Van Thielen: "Ik besef dat ik daar als directeur ook zelf toe bijdraag: ik beleg vergaderingen, ik vraag aandacht voor allerlei aspecten, voor vernieuwingen zoals nu de jaarvorderingsplannen. Maar er is ook de druk van buitenaf, met modularisering en internet als uitschieters." Het CLT werkt samen met andere centra aan ALERT: afstandsleren met taal.
 

De lesgevers van het CLT nomineerden Bart Van Thielen als directeur voor zijn aanpak en vernieuwingen. Hun motivatie steunt vooral op wat hij realiseert rond taalonderwijs. De motivatie van het personeel leest u in bijlage.
http://www.ond.vlaanderen.be/schooldirect/bijlagen0202/CLT2.pdf
 

Bart Van Thielen publiceerde een artikel over het mentorschap aan CLT in: Teachers Develop Teachers' Research / J. Edge en K. Richards. - Heinemann, 1993. - p. 94-101

top
Printvriendelijk formaat