Elsevier.nl

Verdonk krabbelt terug na kritiek op taaleis

maandag 23 januari 2006 17:24

VVD-minister Rita Verdonk (Integratie) heeft haar pleidooi afgezwakt dat er op straat Nederlands moet worden gesproken. In een andere taal spreken mag best, maar wie hier wil blijven wonen, moet wel 'zoveel mogelijk de Nederlandse taal gebruiken'.

Dat liet de minister weten vanuit Kenia, waar zij op werkbezoek is. Tegen het Radio 1-journaal zei ze dat 'vriendinnen op straat rustig  Surinaams mogen praten. Maar mensen die hier willen blijven, moeten zoveel mogelijk het Nederlandse als voertaal gebruiken.'

'Zoveel mogelijk Nederlandse taal gebruiken'

Gedragscode
Verdonk pleitte zaterdag op een VVD-congres over integratie voor de invoering van een landelijke gedragscode waarin onder meer zou worden vastgelegd dat op straat alleen maar Nederlands mag worden gesproken (lees Verdonk: Op straat Nederlands praten).

Zij kreeg direct kritiek, onder anderen van haar partijgenoot Laetitia Griffith, die de plannen niet liberaal noemde. 'Als ik met mijn vriendin op straat Surinaams loop te keuvelen, moet ik dat zelf weten. Ik veroorzaak geen overlast,' zei Griffith.

Sprakeloos
Ook de jongerenorganisatie van de VVD, de JOVD, kan zich niet vinden in het pleidooi van Verdonk. De JOVD is 'sprakeloos en gelooft wel in Babylonisch Nederland', stelde de organisatie maandag in een verklaring. Iedereen mag naast het Nederlands andere talen gebruiken als de situatie daarom vraagt, vindt de JOVD.