Onderstaande column is een vervolgcolumn op de column ‘Marokkaans Trouwma: Het eerste gesprek’

Toen papalief voor het eerst via de gezinstamtam - zijn vrouw - van zijn dochters trouwplannen hoorde, weigerde hij resoluut. Dat was niet zonder reden. Heimelijk had hij haar al in de jaren negentig aan de zoon van zijn minderbedeelde broer in Marokko beloofd. Die stond met zijn rotte druipsteentanden als een kangoeroe te springen om De Grote Oversteek naar het continent der aardse genoegens te maken. Vader voelde zich tegenover zijn grote broer min of meer verplicht een dergelijk gedateerde echtverbintenis tot stand te brengen: zie het als een familiale vorm van inkomensnivellering. Maar nu zijn krolzieke dochter door een Riffijn uit de Nederlandse heuvels was geschaakt, zag hij zich voor een duivels dilemma geplaatst.

Hij wist dat hij haar niet kon dwingen, zo bijdetijds was hij wel. En is het niet beter trouwen dan branden (naar 1 Kor. 7:9)? Alleen God weet in welke misère zijn dochter zich anders stort. Wellicht zou zij zich voor de kantonrechter laten trouwen: ze had per slot van rekening zijn koppigheid beërfd. De kantonrechter zou, verblijd nu hij weer eens een islamitisch huwelijk voortijds kon ontwrichten, zich zo gedienstig als een knipmes tonen.

Dit is wat er in zijn hoofd omging: maar nimmer zal een Marokkaanse vader zijn ware gedachten aan zijn familiën prijsgeven. Vader besloot om van zich af te bluffen. Vader zou een acte de présence zonder weerga geven. Maar welk voorwendsel te gebruiken? Jawel, die van het grijsgedraaide hoorspel der berbertwisten & stamverraad. Allicht begrijpt u dat van welke berg Mootje kwam, of aan welke buste hij lurkte hem nog minder boeide dan de dood van een Nederlandse militair in Uruzgan. Hem ging het om het verraad aan zijn grote broer, wiens verwijtende blik hij nimmer zou kunnen verdragen.

‘Zijn voorvaders hebben met de Spanjaarden geheuld!’ schreeuwde hij daarom met een verhitte kop, ‘en hebben Abdelkrim verraden!’ Zijn ogen fonkelden. Speekselschuim vloog in het rond. Zijn optreden was een Oscarnominatie waard. Moeder was echter niet van haar stuk te brengen. ‘Alsof jij uit een edele stam ontsproten bent’, sneerde ze hem toe, ‘je kan hem toch een kans geven?’

‘Zwijg vrouwmens, zwijg!’, brieste hij van toorn. ‘Zij trouwt niet met hem: herhaal mij geen woorden!’ Vrouwlief zweeg gezeglijk. Ze was niet op de hoogte van het uithuwelijkingpact, maar met haar fijnbesnaarde Marokkaanse vrouwenintuïtie vermoedde zij het slechtst denkbare.

Moeder is gedienstige vrouw, die haar man normaliter als schaduw volgt: zoals een goede echtgenote betaamt. Deze keer zou ze echter verraad plegen. Deze keer zou ze zich bij de gelederen van haar libertijnse dochter aansluiten. En daar had ze zo haar redenen voor. Ten eerste had ze zich uit de school gepraat door bij al haar vriendinnen te pochen over de op handen zijnde huwelijksvoltrekking. Ze zou nu onherstelbaar gezichtsverlies lijden wanneer de echtverbintenis niet doorging. De roddelmachine zou door het vage karakter van de annulering op gang komen, waardoor potentiële huwelijkskandidaten haar huis zouden kunnen gaan mijden. Daarenboven had ze het helemaal gehad met haar aartsluie dochter, die zich gedroeg als een prinses van den bloede, aan wie het slechts aan een gemaal ontbrak.

Behorend tot de niet-kokende macaroni-generatie weigerde zij namelijk iedere vorm van huishoudelijke hulp, zelfs wanneer haar moeder haar handen had opengehaald aan het schoonmaken van vis. Iedere dag huiswerk, iedere week toetsweek als we die bolle trien mochten geloven. Maar wij weten wel beter. Paraderen op Scheveningen met wulpse piratenhoofddoek-dragende giechelmeiden, zich te buiten gaan aan zoetigheden en - in het slechtste geval - als een ordinaire vent zich de kankerstok (sigaret) laten smaken. In stationsrestauraties natuurlijk, want daar komt geen kip.

Maar leer Marokkaanse vrouwen hoe een man te manipuleren! Plotsklaps viel er een zoutvaatje of drie in de pan, of vond de heer des huizes iets tussen de spaghettislierten dat verdacht veel leek op muizenstaarten. Vader toonde zich echter onvermurwbaar. Hij ging doodleuk buitenhuis eten. Toen zij merkten dat hem doodzwijgen ook niet het gewenste resultaat opleverde, besloten zij om over te gaan tot Fase II. Oorspronkelijk was Fase II de mond van haar dochter dicht laten naaien, dat had ze namelijk een geesteszieke asielzoeker op televisie zien doen. Maar dat idee sneuvelde al gauw in het vooroverleg, want zo diep waren die gevoelens van verliefdheid nou ook weer niet.

Wat Fase II wel precies inhoudt, houdt u van mij tegoed…

Abdelhakim

 
*Deze column is het tweede deel van een vierluik waarin ik een ‘Marokkaans Trouwma’ beschrijf. De eerstvolgende column heet ‘Marokkaans Trouwma: de Tweede Fase’, waarna het vierluik wordt afgesloten met de column ‘Marokkaans Trouwma: het tweede gesprek’

Laat een reactie achter!