Voetbal International
Home / Achtergronden / Columns / Michel van Egmond

'De kroegwijsheden van Arsène Wenger'

05/10/2009 12:15

Dertien jaar geleden arriveerde op Highbury een voetbaltrainer met het uiterlijk van een atoomgeleerde.

Zijn naam was Arsène Wenger en hij kwam uit Duttlenheim, een gehucht in Frankrijk. Weinig Engelsen hadden ooit eerder van hem gehoord. 'Arsène who?', kopte de Evening Standard, de krant die in de voorgaande weken juist uitputtend de komst van Johan Cruijff naar Arsenal had aangekondigd, en anders op z’n minst Terry Venables.

Maar het werd dus ene Arsène Wenger, een stijve hark zonder noemenswaardig spelersverleden en een accent dat je al na de eerste paar lettergrepen onwillekeurig aan de Muppet Show deed denken. De nieuwe trainer kreeg in Engeland gelijk een bijnaam. Clouseau, zo werd Arsène Wenger die eerste dagen achter zijn rug genoemd.

Vooral de spelers die in Engeland waren opgeleid, moesten even aan hem wennen. Tot hun verbazing was de nieuwe coach niet de hele training lang aan het schreeuwen en het vloeken. In plaats daarvan zagen ze hem langs de lijn aantekeningen maken, minutieus en soms minutenlang, alsof hij het logboek van een schip aan het bijwerken was. Arsène Wenger bleek een voetbalprofessor.

Het was een nogal kleurrijke spelersgroep waar de voetbalprofessor mee aan de slag moest. Tony Adams, Paul Merson, Ray Parlour en hoe al die andere verslaafden in het Arsenal van toen ook heetten: ze dronken, snoven en gokten alsof het contractueel verplicht was. Ook mochten ze graag 's nachts op hoge snelheid door andermans tuinheg rijden.

Wenger maakte daar uiteindelijk allemaal een einde aan. In het land van Jimmy Greaves, Bobby Moore en Paul Gascoigne brak hij met een jarenlange traditie. Highbury werd één van de eerste Britse stadions waar alcohol uit de spelersbar werd verbannen. De enige drank die Wenger nog tolereerde was de champagne die hoorde bij het winnen van een grote prijs.

Of, om met schrijver en Arsenal-deskundige Nick Hornby te spreken: 'Hij leerde zijn spelers na de training een extra rondje te lopen, in plaats van een extra rondje te bestellen.'

Die aanpak werkte. Drie titels, vier FA Cups en een constante stroom aan jong talent later, is Arsène Wenger uitgegroeid tot een fenomeen. Hij wordt ook allang geen Clouseau meer genoemd, maar Le Boss.

Toen vorige week de managers uit de Engelse Leagues in Londen bij elkaar kwamen voor hun jaarlijkse meeting, was Le Boss de hoofdgast. Hij hield er een opvallend openhartige speech. Wenger sprak veel over zijn jeugd, die hij grotendeels doorbracht in La Croix d’Or, het dorpscafé van zijn ouders. Het was volgens hem de grootste bron van zijn latere successen.

'Er is geen betere psychologische scholing dan op te groeien in een kroeg', zei hij, 'van jongsaf kreeg ik er een praktische psychologische inkijk in de hoofden van de mensen.'

Voetbalprofessor Arsène Wenger, de veelgeroemde gentleman-trainer wiens grootste verdienste voor het Brits voetbal bestaat uit de complete drooglegging van Arsenal, die toegeeft dat hij veel van zijn wijsheid heeft opgedaan aan de toog van een doodgewone bar.

Toch jammer dat George Best dat niet meer heeft mogen meemaken.



Michel van Egmond

SPELERS

CLUBS

COMPETITIES

WEDSTRIJD

'Ik weet wat ik kan. Hoe kan ik twijfelen als de Nederlandse topdrie me wil hebben?'
Feyenoord-aanvaller Sekou Cissé komt nog niet helemaal uit de verf in De Kuip, maar is vol zelfvertrouwen (Voetbal International)