Hendrik Petrus Berlage (1856-1934)

Hendrik Petrus Berlage (1856-1934)

Dit dossier is bijgewerkt tot: 
29 november 2010

Op 21 februari 2006 was het 150 jaar geleden dat Hendrik Petrus Berlage werd geboren, de schepper van de Beurs in Amsterdam, het jachtslot St. Hubertus op de Hoge Veluwe en het Haagse Gemeentemuseum.

Berlage werd geboren in Amsterdam. Van 1876 tot 1879 volgde hij een opleiding tot architect in Zürich, onder andere omdat er in Nederland geen goede bouwopleidingen waren. Daarna reisde hij door Europa, met name door Italië. Hij keerde terug naar Amsterdam toen er enkele beslissende bouwprojecten op stapel stonden: het Rijksmuseum (voltooid in 1885) en het Centraal Station (1889), beiden van P.J.H. Cuypers, en de plannen voor een stadsuitbreiding van J. Kalff. Het laatste zou niet uitgevoerd worden.

In 1896 werd Berlage gevraagd de commissie die moest beslissen over een nieuw beursgebouw te adviseren. Het was de bedoeling dat de oude beurs, van architect Zocher, verbouwd zou worden. Omdat Berlage daar niets in zag, kreeg hij van de wethouder Publieke Werken, M.W.F. Treub, een geheime opdracht voor een nieuw gebouw. Van 1898 tot 1903 verrees aan het net gedempte Damrak Berlages bekendste schepping. De Beurs van Berlage, zoals het gebouw sinds de restauratie in de jaren tachtig en negentig heet, was bij oplevering controversieel. Velen vonden het een moloch, en het contrast van de vlakke baksteenmuren met de eeuwenoude gevels aan de overzijde van het Damrak werd Berlage niet door iedereen in dank afgenomen.

Na de Tweede Wereldoorlog raakte de beurs meer en meer in onbruik. In 1959 gingen er in de gemeenteraad zelfs stemmen op het gebouw te slopen. Gelukkig besloot de raad in 1960 de Beurs te behouden en te restaureren. In de jaren zestig werd de fundering van het gebouw ingrijpend gerestaureerd. Gaandeweg verdwenen alle beursactiviteiten uit het gebouw; uiteindelijk kreeg de Beurs een bestemming als concertzaal en tentoonstellingsruimte.

Berlage was door zijn opzienbarende Beursgebouw een gevierd architect geworden. Hij kreeg de ene opdracht na de andere, en bouwde onder andere villa’s en kantoorgebouwen. Daarnaast deed hij de herinrichting van het gebied rond de Haagse Gevangenpoort en bouwde hij het gebouw voor de First Church of Christ Scientist, ook in Den Haag. Een buitenbeentje in zijn oeuvre is het jachtslot St. Hubertus in het Nationale Park De Hoge Veluwe, dat hij rond 1915 bouwde voor de familie Kröller. De opdracht was om een huis te bouwen waarin de legende van Sint Hubertus aanschouwelijk werd gemaakt. Afgezien van de glas-in-loodramen in de hal, die het verhaal vertellen, is het gebouw zelf ook gebouwd in een vorm waarin het gewei van een hert te herkennen is.

Als stedebouwkundige is Berlage vooral bekend vanwege het door hem ontworpen Plan Zuid, de grote uitbreiding van Amsterdam. Hij liet zich inspireren door de ruime boulevards die Haussmann in Parijs had aangelegd. “Anders dan het historische Amsterdam, dat schilderachtig van karakter is, zal de nieuwe stad monumentaal moeten zijn”, schreef hij. Een eerste ontwerp, uit 1904, werd goedgekeurd door de gemeenteraad maar niet uitgevoerd. Elf jaar later kreeg Berlage een herkansing, en ditmaal werden zijn plannen wel gerealiseerd. Het was onder andere te danken aan Michel de Klerk, de voorman van de Amsterdamse School, dat Berlages brede lanen bebouwd werden met sierlijke woonblokken. Hoewel Berlage geen voorstander was van de architectuur van de Amsterdamse School, bewonderde hij het vermogen van De Klerk c.s. om blokken te ontwerpen die massaal waren, maar door hun detaillering niet zo oogden. Later volgden ook architecten van de Nieuwe Zakelijkheid; het is de verdienste van de opzet van het plan van Berlage dat de verschillende stromingen elkaar niet in de weg staan, maar letterlijk de ruimte krijgen. Het project duurde tot in de jaren dertig, al werden sommige plekken pas in de jaren zestig bebouwd; al in 1927 had de voorzitter van de begeleidende Commissie Zuid gezegd dat “er in Zuid een stad groeit, die zoo mooi kan worden als misschien nergens bestaat”.

Berlage hield zich zijn leven lang bezig met het ontwerpen van meubelen en andere voorwerpen. Van veel gebouwen die hij bouwde, tekende hij ook het interieur. Daarnaast ontwierp hij boekbanden en schreef hij veel over architectuur, vormgeving en sociale woningbouw. Ook bleef hij reizen, onder andere naar de Sovjetunie en de Verenigde Staten; in 1923 bezocht hij Nederlands-Indië.

Berlages laatste werk is volgens velen ook zijn mooiste. In oktober 1918 besloot de Haagse gemeenteraad dat er een museum gebouwd zou worden om de gemeentelijke kunstcollecties te huisvesten. Berlage werd gevraagd het museum te ontwerpen; hij leverde in februari 1919 zijn eerste schetsen in, voor een gebouw dat in de verste verte niet lijkt op dat wat uiteindelijk gebouwd zou worden. Hoewel de eerste tekeningen nog een gebouw met zijvleugels rond een enorme koepel te zien geven, is het uiteindelijk uitgevoerde ontwerp een strak geometrisch geheel. Het Haags Gemeentemuseum werd geopend in 1935, een jaar na Berlages dood.

Literatuur

Links