De hardnekkige subsidieverslaving van megabanken

24jul 2014juli 2014
Gastauteur Follow the Money

Door de garantie dat de overheid hen altijd zal redden als ze omvallen, kunnen megabanken onbeperkt en goedkoop geld lenen. Nu sturen ze ook nog aan op expliciete subsidies. Dat moet gestopt worden, menen Bas Eickhout cum suis.

Zonder impliciete subsidies zouden too-big-to-fail-banken grote verliezen lijden. Maar nu eisen ze ook nog expliciete subsidie voor hun bijdrage aan het vullen van het nieuwe Europese bankenresolutiefonds.

Door de garantie dat de overheid hen altijd zal redden als ze omvallen, kunnen megabanken haast onbeperkt en tegen onvoorstelbaar lage tarieven geld lenen. Deze impliciete overheidssteun aan te grote banken wordt door het IMF op ruim 200 miljard euro per jaar geraamd. Deze schandalige subsidie biedt een concurrentievoordeel en moedigt banken aan om groter en complexer te worden: hét recept voor een nieuwe financiële crisis. Wetgevers werken er hard aan om banken op een ordelijke manier zonder belastinggeld failliet te kunnen laten gaan. De subsidies kunnen aangepakt worden door banken te dwingen een plan te overhandigen waarin ze aantonen dat ze in een crisis zonder publiek geld kunnen herstellen of afgewikkeld worden.

Onfrisse strijd

Ook de regels voor het afwikkelen van banken in nood zijn van belang. Tot nu toe heeft de EU besloten tot “bail-in-regels”: wanneer een bank omvalt dragen aandeelhouders en crediteuren onmiddellijk voor minstens 8% van de bankbalans mee in het verlies. Dat is momenteel het belangrijkste instrument om te voorkomen dat opnieuw belastinggeld wordt ingezet in geval van een nieuwe crisis. Laten we niet vergeten dat veel welvarende crediteuren en aandeelhouders van Europese banken gewoon zijn uitbetaald na hun redding door overheden.

Tijdens het afwikkelen van een bank in nood – wanneer de waarde van haar bezittingen lager zijn dan wat ze verschuldigd is – heeft de resolutieautoriteit vaak geld nodig om de schoonmaakoperatie te financieren (e.g. het oprichten van een “good” en een “bad” bank en het overbrengen van de activa en passiva etc.) en is er liquiditeit nodig of moet zelfs kapitaal geïnjecteerd worden. Het voorgestelde resolutiefonds van 70 miljard voor de gehele EU, waarvan 55 miljard euro voor de eurozone, is bedoeld om bij te dragen aan de kosten van dit proces. Dit fonds wordt vooraf gevuld door de bankensector. Achter de schermen zijn banken momenteel verwikkeld in een onfrisse strijd over de hoogte van de bijdrage van de verschillende banken.

In theorie zou het resolutiefonds als een verzekering moeten werken. De hoogte van de premie, hangt af van de grootte van het te verzekeren object (de bank) en het risico op verliezen. Grote banken zouden dus meer moeten betalen dan kleine banken en risicovolle banken meer dan degelijke “saaie” banken. De FDIC, de resolutieautoriteit in de VS, vraagt als premie 2,5 cent per 100 dollar op de balans van de banken die het minste risico lopen en 45 cent van de meest risicovolle banken. Helaas is de situatie in de EU anders. Sommige EU-landen waaronder Nederland, Frankrijk en Italië stellen zichzelf nog steeds op als lobbyist voor banken met overgewicht die zich op hun grondgebied hebben gevestigd. Ze proberen de Europese Commissie te overtuigen om het verschil in premie tussen banken die het kleinste en grootste risico lopen tot slechts een factor 1,5 te beperken terwijl de meest risicovolle banken in de VS tot 18 keer meer bijdragen dan de meest stabiele banken.

Sommige EU-landen waaronder Nederland, Frankrijk en Italië stellen zichzelf nog steeds op als lobbyist voor banken

Met deze verdeelsleutel zouden degelijke spaarbanken de systeemriskante megabanken subsidiëren: precies het soort moral hazard dat aan de crisis van 2008 ten grondslag lag. Dit is onacceptabel. De premie zou zo berekend moeten worden dat goed gedrag wordt beloond. Op dezelfde manier als een CO2-belasting de effecten van uitstoot op het klimaat moet internaliseren, willen we dat banken meebetalen aan de risico’s waarmee ze het financiële systeem opzadelen. Zo objectief mogelijke maatstaven als het bedrijfsmodel, de stabiliteit van herfinanciering, het risicomanagement en de mate van vervlechting met andere financiële instellingen moeten gebruikt worden om het risicoprofiel van banken te berekenen. Onder andere de European Systemic Risk Board (ESRB) heeft al laten zien goed in staat te zijn om zulke risicoprofielen te maken. Vervolgens moet er op basis van dit risicoprofiel, net als in de VS, een significant onderscheid komen in de premie die risicoarme en risicovolle banken betalen.

Massale lobby

Het is te gek voor woorden hoe de massale lobby van too-big-to-fail-banken probeert om iedere euro aan premiebijdrage te besparen. Wat de Europese groene fractie in het Europees Parlement betreft is het resolutiefonds eigenlijk veel te klein om belastingbetalers tegen alle risico’s te beschermen. De 55 miljard euro wordt in acht jaar gevuld. Dat betekent 6,9 miljard euro per jaar. De 124 grootste banken waarop de ECB toezicht houdt, zijn goed voor 85% van de totale activa van alle banken in de eurozone. Of deze megabanken nu 85%, of 100% van deze 6,9 miljard euro betalen in het resolutiefonds is klein bier vergeleken bij de 200 miljard aan impliciete subsidies die zij jaarlijks ontvangen. Een extra risicopremie voor deze banken is nog steeds een druppel in de oceaan vergeleken bij de concurrentievoordelen die ze uit impliciete subsidies halen. Maar het gaat hier om een belangrijk principe: we moeten er voor zorgen dat de Europese bankenunie een nieuw tijdperk inluidt waarin megabanken afkicken van hun verslaving aan subsidie en de reële economie gaan dienen in plaats van die te ontwrichten.

‘Er moet een nieuw tijdperk komen waarin megabanken afkicken van hun verslaving aan subsidie en de reële economie gaan dienen’

De Europese Commissie speelt in deze kwestie een kwalijke rol. Uit documenten die in het Brusselse lobbycircuit circuleren, blijkt dat Eurocommissaris voor de interne markt Michel Barnier, aanstuurt op een compromis dat de rekening voor het vullen van het resolutiefonds neerlegt bij de kleinere, stabielere banken. De groenen in het Europees Parlement wil ruchtbaarheid geven aan deze zaak en heeft de documenten openbaar gemaakt op www.stop-bank-subsidies.eu/nl. Daar kunt u Michel Barnier ook laten weten dat u geen nieuwe subsidies wenst voor de grootste en meest risicovolle banken.


Bas Eickhout, Sven Giegold, Eva Joly, Molly Scott Cato en Ernest Urtasun zijn Europarlementariërs van de Groene fractie in het Europees Parlement en lid van de commissie economische en monetaire zaken