Duitsland

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Icoontje doorverwijspagina Zie Duitsland (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van Duitsland.
Bundesrepublik Deutschland
Vlag van Duitsland Wapen van Duitsland
(Details) (Details)
Duitsland
Basisgegevens
Officiële landstaal Duits
Hoofdstad Berlijn
Regeringsvorm parlementaire republiek
Staatsvorm federatie
Staatshoofd bondspresident Joachim Gauck
Regeringsleider bondskanselier Angela Merkel
Religie katholiek 31%, protestants 30%, orthodox 2%, joods 0,2%, islam 3,8%, niet gelovig 33%
Oppervlakte 357.121 km² [1] (2,3[2]% water)
Inwoners 80.219.695 (2011)[3]
80.996.685 (2014)[4] (226,8/km² (2014))
Overige
Motto Einigkeit und Recht und Freiheit[5]
'Eendracht en gerechtigheid en vrijheid'
Volkslied Das Lied der Deutschen
Munteenheid euro (EUR)
UTC +1 (zomer +2)
Nationale feestdag 3 oktober (Dag van de Duitse eenheid)
Web | Code | Tel. .de | DEU | 49
Topografie
Duitsland
Portaal  Portaalicoon   Duitsland
Portaal  Portaalicoon   Landen & Volken

De Bondsrepubliek Duitsland (Duits: Bundesrepublik Deutschland), kortweg Duitsland (Duits: Deutschland), is een land in Centraal-Europa. Het heeft een grondgebied van 357.022 km² en grenst in het noorden aan de Oostzee, de Noordzee en Denemarken, in het oosten aan Polen en Tsjechië, in het zuiden aan Oostenrijk en Zwitserland en in het westen aan Frankrijk, Luxemburg, België en Nederland. Duitsland heeft met 80.996.685 (2014) inwoners de grootste bevolking van alle landen in de Europese Unie. De hoofdstad en grootste stad van het land is Berlijn.

De Duitse natiestaat ontstond in 1867 met de oprichting van de Noord-Duitse Bond. In 1870/1871 traden enkele Zuid-Duitse staten toe. De huidige naam van de staat, Bondsrepubliek Duitsland, dateert van 1949. Sinds 1 januari 1957 maakte ook het Saarland (weer) deel uit van Duitsland, en in 1990 kwam de Duitse hereniging tot stand, van de oude Bondsrepubliek Duitsland (West-Duitsland) en de Duitse Democratische Republiek (Oost-Duitsland). In dat jaar traden de zes Oost-Duitse deelstaten toe tot de Bondsrepubliek.

Als voorganger van de Duitse natiestaat kunnen de Duitse Bond (1815-1866) en het Heilige Roomse Rijk worden gezien, dat bijna duizend jaar bestond. De Duitse geschiedenis begint in zekere zin reeds in de 1e eeuw v.Chr., toen al sprake was van Germanië, een gebied dat bewoond werd door vooral Germaanse stammen.

De Bondsrepubliek Duitsland is een federatie van zestien deelstaten, in het Duits Bundesländer of Länder (enkelvoud Land) geheten. Het is een federale republiek en een belangrijk lid van de economische, politieke en militaire organisaties in Europa en de wereld. Het land is onder andere lid van de Europese Unie en de eurozone, de VN, de NAVO en de G8. Duitsland is daarnaast de belangrijkste handelspartner van Nederland en België en was in 2014 de vierde economie naar nominaal bnp, de op twee na grootste exporteur (2011) en de op twee na grootste importeur (2011) ter wereld.

Geografie

1rightarrow blue.svg Zie geografie van Duitsland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Duitsland ligt in de westelijke helft van Centraal-Europa, in het noorden grenzend aan de Oostzee, de Noordzee en Denemarken, in het oosten aan Polen en Tsjechië, in het zuiden aan Oostenrijk en Zwitserland en in het westen aan Frankrijk, Luxemburg, België en Nederland. Oude beschrijvingen noemen Duitsland het land tussen de zee en de Alpen.

Het land kan in drie belangrijke geografische gebieden worden verdeeld: de Duitse Laagvlakte in het noorden, de centrale Duitse middengebergten, en in het zuiden, de Alpen. Het klimaat is gematigd, al is er wel aanzienlijke variatie. Bijna twee derde van de bossen van het land bestaat uit naaldbomen, de rest is hoofdzakelijk beukenbos.

Duitsland heeft tamelijk weinig bodemschatten. De landbouwgrond is meestal erg vruchtbaar.

Op het Duitse grondgebied liggen 16 deelstaten, in het Duits officieel Länder (enkelvoud Land, vaak in de vorm Bundesländer) geheten. Ze hebben vele bevoegdheden en ook medezeggenschap op het federaal niveau.

Noord-Duitsland

Hamburg in Noord-Duitsland

Bij het noorden telt men naast Hamburg en Bremen, die eigen deelstaten zijn, ook de deelstaten Nedersaksen, Sleeswijk-Holstein en vaak ook het voormalig Oost-Duitse Mecklenburg-Voor-Pommeren. Het Noorden ligt aan Noordzee en Oostzee en wordt onder meer door de rivieren Eems (Ems), Wezer (Weser), Elbe en de Oder doorstroomd. Het land is plat (Noord-Duitse Laagvlakte) en relatief dunbevolkt. De grootste stad is Hamburg met 1,7 miljoen inwoners; het is ook een belangrijk industrieel centrum en heeft een belangrijke haven. In mindere mate geldt hetzelfde voor Bremen en Kiel.

Het noorden is zwaar gecultiveerd, ondanks de slechte grond. De gewassen uit deze streek zijn onder andere tarwe, rogge, gerst, haver, aardappels en suikerbieten. Melkvee wordt veel gefokt, vooral in Sleeswijk-Holstein. Varkensvlees, rundvlees en kip zijn andere veeproducten. In het algemeen is het noorden van Duitsland, op het oosten na, het economisch zwakste deel van Duitsland.

West-Duitsland

Het Ruhrgebied

Noordrijn-Westfalen (NRW), dat aan Nederland en België grenst, is de deelstaat met de meeste inwoners (18 miljoen) en wordt meestal als het westen van Duitsland aangeduid. Verder kan men ook Rijnland-Palts, Hessen en het kleine Saarland bij het westen tellen. De grootste stad is Keulen (Köln) met rond één miljoen inwoners, belangrijk is ook de NRW-hoofdstad Düsseldorf met zijn grote luchthaven en natuurlijk het Ruhrgebied met in totaal meer dan vijf miljoen inwoners. Al deze steden liggen in NRW, noemenswaard zijn verder ook de Rijnland-Paltse hoofdstad Mainz en vooral Frankfurt am Main in Hessen.

West-Duitsland is grotendeels een heuvelachtig gebied met de Rijn en de Moezel als hoofdrivieren. De Rijn stroomt tussen Bingen en Bonn door een steile kloof. Dit gedeelte van de Rijnvallei is beroemd om zijn mooie landschap, wijngaarden en kastelen. Langs de noordelijke rand van de Rijnvallei liggen de industriële gebieden van Duitsland, waaronder het Ruhrgebied, dat wél door grote werkloosheid wordt geteisterd. De zuidelijke sectie van het Rijnland, dat de Eifel en Hunsrück-bergen bevat, is grotendeels landbouwgrond en heeft beroemde wijngaarden, vooral in de vallei van de Moezel.

Oost-Duitsland

1rightarrow blue.svg Nieuwe Duitse deelstaten
Dresden met zijn Frauenkirche, die in 1945 vernietigd en in 1994-2005 weer opgebouwd werd

Vóór 1945 begreep men onder Oost-Duitsland vooral het oude Pruisen ten oosten van de rivier de Elbe. Daarna was het begrip eerst voorbehouden aan de verloren Ostgebiete (die nu grotendeels in Polen liggen). Nu bedoelt men er het grondgebied van de voormalige DDR, dus de deelstaten Brandenburg, Saksen, Saksen-Anhalt, Thüringen en het onder Noord-Duitsland al vermelde Mecklenburg-Voor-Pommeren mee. De deelstaat en Duitse hoofdstad Berlijn omvat met zijn westerse helft ook een gebied dat tussen 1945 en 1990 nauw met de Bondsrepubliek was verbonden. Berlijn met zijn nu 3,4 miljoen inwoners ligt trouwens maar 60 kilometer van de Poolse grens.

In het zuiden van het oosten zijn de industriële centra gevestigd dicht bij de Elbe-rivier en zijn zijrivieren. De belangrijkste steden zijn hier Leipzig, Dresden, Chemnitz, Halle en Erfurt.

Zuid-Duitsland

Zugspitze in Beieren

In het zuiden liggen de twee grote deelstaten Beieren en Baden-Württemberg. München, de Beierse hoofdstad, is de grootste stad in het zuiden met 1,3 miljoen inwoners en een belangrijk economisch en cultureel centrum. Stuttgart is de hoofdstad van Baden-Württemberg. In het algemeen is het zuiden het rijkste gedeelte van Duitsland.

Door het zuiden stromen de rivieren de Donau, Iller, Lech, Isar, Neckar en de Main. Het hoogste punt is de Zugspitze (2963 m) in de Beierse Alpen. Verder bestaat het gebied uit plateaus en beboste bergen, bijvoorbeeld het Zwarte Woud, de hooglanden van Zwaben en het Bohemer Woud. Het gebied rondom het Bodenmeer is een populair toeristengebied. De belangrijkste landbouwproducten van het gebied zijn fruit, tarwe, gerst en zuivelproducten.

Klimaat

Noord- en Midden-Duitsland kennen zachte zomers en frisse, vochtige winters. In het zuiden en de bergketens zoals het Harzgebergte, het Zwarte Woud en Beieren zijn de zomers veel warmer, de winters veel kouder en valt er veel sneeuw.

Steden

Er zijn vele grote Duitse steden, de meesten in het Zuiden en Westen. De vijftien grootste zijn:

Naam Inw.
1990
Inw.
2000
Inw.
2006
Oppervlakte
in km²
Inw./km² Jaarlijkse
groei
in %
'Großstadt'
eerste keer
Deelstaat
Berlijn 3.433.695 3.382.169 3.404.037 891,85 3.817 0,09 1740 Berlijn
Hamburg 1.652.363 1.715.392 1.754.182 755,16 2.323 0,32 1787 Hamburg
München 1.229.026 1.210.223 1.294.608 310,40 4.171 1,00 1854 Beieren
Keulen 953.551 962.884 989.766 405,15 2.443 0,40 1855 Noordrijn-Westfalen
Frankfurt am Main 644.865 648.550 652.610 248,31 2.628 0,13 1875 Hessen
Stuttgart 579.988 583.874 593.923 207,36 2.864 0,25 1874 Baden-Württemberg
Dortmund 599.055 588.994 587.624 280,39 2.096 -0,03 1895 Noordrijn-Westfalen
Essen 626.973 595.243 583.198 210,38 2.772 -0,29 1896 Noordrijn-Westfalen
Düsseldorf 575.794 569.364 577.505 217,01 2.661 0,20 1882 Noordrijn-Westfalen
Bremen 551.219 539.403 547.934 325,42 1.684 0,23 1875 Bremen
Hannover 513.010 515.001 516.343 204,01 2.531 0,04 1873 Nedersaksen
Leipzig 511.079 493.208 506.578 297,60 1.702 0,39 1871 Saksen
Dresden 490.571 477.807 504.795 328,30 1.538 0,81 1852 Saksen
Neurenberg 493.692 488.400 500.855 186,40 2.687 0,36 1881 Beieren
Duisburg 535.447 514.915 499.111 232,81 2.144 -0,44 1904 Noordrijn-Westfalen

Geschiedenis

1rightarrow blue.svg Zie Geschiedenis van Duitsland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Vóór de natiestaat

Terwijl in andere streken van West-Europa enkele gecentraliseerde staten ontstonden, zoals Engeland, Frankrijk of Spanje, bleef het Heilige Roomse Rijk ('van de Duitse natie') in de middeleeuwen en daarna een soort confederatie (statenbond). De Duitse keizer had betrekkelijk weinig macht, en de modernisering in de vroege moderne tijd gebeurde op het niveau van de enkele landen. Vele streken liepen wat betreft ontwikkeling achter ten opzichte van elders. De keizer werd door de vorsten van sommige landen gekozen, de keurvorsten. Vanaf de 15e eeuw kwamen alle keizers uit de dynastie Habsburg, die toen Oostenrijk regeerde. Naast Oostenrijk en Beieren in het Zuiden werd later ook Pruisen een van de belangrijkste Duitse staten.

In het tijdperk van de Franse revolutie en Napoleon (1789-1815) veranderde Duitsland ingrijpend, onder meer door het verkleinen van het aantal Duitse staten van ruim 350 naar enkele tientallen. Vooral in het Zuiden werden enkele middelgrote staten gevormd. Een groot deel van West- en Noord-Duitsland werd door Frankrijk geannexeerd, een ander maakte deel uit van de Rijnbond, feitelijk een Franse satellietstaat.

Maartrevolutie in Duitsland: het Frankfurter Parlement in de Paulskirche

Na 1815 vormden de meeste Duitstalige (maar ook niet-Duitstalige) gebieden de Duitse Bond, die net als het oude Rijk geen bondsstaat maar een statenbond was. Het voornaamste orgaan van de Bond was de Bondsvergadering (ook Bondsdag genoemd), een congres van afgevaardigden van de enkele vorsten. Onder hen was trouwens ook de koning van Nederland in zijn functie als groothertog van Luxemburg (later ook Limburg). Bij de opkomende liberale en nationale beweging was de Bond weinig geliefd: hij diende in hun zicht voornamelijk als instrument van de vorsten om de persvrijheid en de oprichting van politieke partijen te onderdrukken.

In maart 1848, na een nieuwe revolutie in Frankrijk, ontstonden onrusten in Duitsland. Bang voor een gewelddadige revolutie beloofden vele Duitse vorsten grondwetten en gekozen parlementen (voor zover die nog niet bestonden). Voor het eerst kozen de Duitsers een nationale vergadering. Ze kwam in Frankfurt bij elkaar (daarom Frankfurter Nationalversammlung) en moest Duitsland een nationale grondwet geven. De oude machten konden het roer wel keren en de revolutie in 1849 onderdrukken; de Pruisische koning nam de keizerkroon uit handen van de revolutionairen niet aan. Vele verworvenheden in de enkele staten werden teruggedraaid. Toch maakte de democratische ervaring indruk; bijvoorbeeld het algemeen kiesrecht van 1848/1849 was het voorbeeld voor de latere natiestaat.

Oprichting en ontwikkeling van de natiestaat

De Duitse Bond werd hersteld, maar in 1858/1859 kwam er weer beweging in de ontwikkeling naar een Duitse natiestaat. Het lukte de Pruisische minister-president Otto von Bismarck om in de jaren 1860 de Bond los te breken, een groot deel van de nationale beweging te winnen en met de (rechtse) liberalen samen te werken. Na de Duitse Oorlog tegen Oostenrijk in 1866 richtte Pruisen met de Noord-Duitse staten in 1867 de Noord-Duitse Bond op. Dit was de eerste Duitse natiestaat. Nog tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870/1871 traden de Zuid-Duitse staten behalve Oostenrijk (en Liechtenstein) tot de Noord-Duitse Bond toe. Bij een nauwelijks veranderde grondwet nam de Bond de naam 'Duits Rijk' aan. Pruisen maakte qua grondgebied en inwonersaantal twee derde van Duitsland uit.

Proclamatie van het Keizerrijk 1871 in Versailles, befaamd schilderij van Anton von Werner

Het Duitse Keizerrijk was een moderne federale rechtsstaat, met aristocratische én democratische elementen. Wetten kwamen tot stand door de toestemming van de Rijksdag, het gekozen nationaal parlement, en de Bondsraad, het orgaan van de vorsten. De Pruisische koning was de voorzitter van de Bondsraad met de titel Duitse keizer. De keizer stelde de rijkskanselier in, die de facto de regeringsleider was. Omdat de liberalen in de Rijksdag sterk waren (later ook katholieken en sociaaldemocraten) was de politiek van rijkskanselier Bismarck moderner dan verwacht. Vanaf 1884 verwierf Duitsland ook koloniën (vooral in Afrika).

Tijdens het Keizerrijk vonden de hoogtijdagen van de industriële revolutie in Duitsland plaats. Naast verschillende liberale, katholieke, socialistische en pacifistische stromingen ontstonden ook antisemitische en hypernationalistische. Rond 1900 was Duitsland één van de meest ontwikkelde landen en was het Duits na het Frans en het Engels één van de belangrijkste talen van de wereld. Het politieke stelsel bleef echter achter: de regering werd niet door het parlement bepaald.

Tijdperk der wereldoorlogen

De Europese grootmachten Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland en Duitsland concurreerden om (politieke en militaire) macht en (economische en culturele) invloed op de aarde. Er ontstond een wapenwedloop; uit Duits perspectief spanden de andere grootmachten samen om Duitsland einzukreisen. Groot-Brittannië ging een alliantie met Frankrijk aan. Om de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog wordt nog steeds gestreden. In de crisis na de moord op de Oostenrijkse kroonprins, die tot de oorlog leidde, was het de houding van het toenmalige Duitsland dat een oorlog binnenkort sowieso te verwachten was en nu gunstiger moest uitkomen dan een paar jaar later.

De oorlog duurde vier jaar, doordat zowel Duitsland en de andere centrale machten alsook de geallieerden op een gunstig moment wachtten om een vredesvoorstel naar eigen voordeel te presenteren. Duitsland wilde in West- en Oost-Europa land heroveren, en de kans leek gunstig nadat begin 1918 Rusland was verslagen. In de loop van de zomer werd echter duidelijk dat nu de verse troepen uit Amerika het Europees strijdtoneel hadden bereikt. De Duitse militaire leiding liet de politiek in september weten dat een overwinning onmogelijk was.

Op 11 november 1918 moest Duitsland tegenover Frankrijk, het Britse Rijk en andere landen capituleren. De overwinnaars legden het land zware boetes op en namen het niet alleen alle buitenlandse koloniën af maar ook tien procent van het eigen grondgebied moest worden afgestaan aan buurlanden, het meest aan Frankrijk (Elzas-Lotharingen) en het heropgerichte Polen (voornamelijk West-Pruisen en Posen).

Novemberrevolutie in Berlijn, 9 november 1918, de laatste dag van de Duitse (Pruisische) monarchie. Op 11 november tekende Duitsland een staakt-het-vuren.

In 1918/1919 werd Duitsland een republiek, Weimarrepubliek genaamd. De zware lasten die het land van buiten opgelegd waren, het niet goed werkende politieke systeem, de sociale onrust en de wereldwijde economische crisis maakten in 1933 de weg vrij voor de overname van het land door de nationaalsocialisten onder leiding van Adolf Hitler.

De door het Derde rijk begonnen Tweede Wereldoorlog werd de grootste catastrofe in de Duitse geschiedenis en leidde in 1945 tot de totale bezetting van het land door de geallieerde Russische, Britse, Amerikaanse en Franse strijdkrachten. Vrijwel alle grote en middelgrote steden lagen in puin en de gehele industrie en infrastructuur was in de loop van de oorlog verwoest. De gebieden ten oosten van de Oder-Neissegrens werden aan Polen en de Sovjet-Unie toegewezen en de Duitse bevolking werd uit deze gebieden en de rest van Oost-Europa verdreven waarbij velen omkwamen. De overlevenden van deze in totaal ruim 15 miljoen mensen werden opgenomen in de rest van Duitsland.

Na de Tweede Wereldoorlog

De geallieerde bezettingsmachten konden in de naoorlogse jaren niet tot overeenstemming komen om Duitsland als eenheid te besturen. Politiek raakte Duitsland in 1946 gesplitst door de gedwongen fusie van de sociaaldemocratische Sozialdemokratische Partei Deutschlands met de communistische KPD tot Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED) in de Sovjet-zone. Ook over de noodzakelijke geldhervorming konden de bezettingsmachten niet tot overeenstemming komen. De invoering van de D-Mark in de westelijke bezettingszones in 1948 werd door de Sovjet-Unie beantwoord met de Blokkade van Berlijn. In november 1948 splitste de Sovjet-Unie het bestuur van Berlijn en stelde een eigen magistraat in voor Oost-Berlijn.

Op 23 mei 1949 kwam in de westelijke bezettingszones de Bondsrepubliek Duitsland tot stand, een parlementaire democratie. De hoofdstad van de Bondsrepubliek werd Bonn, aan de rivier de Rijn. In de oostelijke bezettingszone van Duitsland richtten op 7 oktober van dat jaar de communisten met hulp van de Sovjet-bezetters een dictatuur op, Duitse Democratische Republiek (DDR) geheten. Al voor de oprichting van de DDR werd de Sovjet-zone door grensmaatregelen van het Westen afgesloten. Wel bleef de grens tussen West-Berlijn, dat door Westerse troepen bezet bleef, en Oost-Berlijn open. Nadat ongeveer 3 miljoen Duitsers vooral via Berlijn uit de DDR naar het Westen waren gevlucht, bouwde het Oost-Duitse regime in 1961 de Berlijnse Muur.

Tijdens de jaren vijftig voltrok zich in de Bondsrepubliek het zgn. Wirtschaftswunder waarbij de steden, de industrie en economische infrastructuur weer werd hersteld. Dat werd mogelijk gemaakt door het Marshallplan van de Verenigde Staten en de inspanningen van de Duitsers zelf. Met de Verdragen van Parijs die in 1955 van kracht werden werd de soevereiniteit van de Bondsrepubliek bekrachtigd en werd het toegestaan zich te herbewapenen en lid te worden van de NAVO, omdat de Bondsrepubliek onmisbaar was als westerse bondgenoot in de Koude Oorlog. Anders dan de twee andere grote Europese mogendheden, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, heeft het nooit nucleaire wapens ontwikkeld. De Bondsrepubliek was samen met de oude aartsvijand Frankrijk een van de initiatiefnemers van de ontwikkeling die tot de Europese Unie leidde. Wel werd Duitsland opnieuw het economische zwaartepunt van Europa, mede doordat de tijdens de oorlog totaal verwoestte industrie en infrastructuur op de meest moderne wijze weer werd herbouwd, aanvankelijk met hulp van het Marshallplan. Ook de grote en goed opgeleide bevolking was een belangrijk voordeel ten opzichte van de buren. En de vlak na de oorlog begonnen 'koude oorlog' maakte het noodzakelijk voor het westen dat Duitsland zo sterk mogelijk werd als bondgenoot tegen het vijandelijke Warschaupact.

Demontage van de Berlijnse muur, december 1989

In 1989 viel het communisme in Oost-Europa, met als symbolisch hoogtepunt de val van de Muur op 9 november 1989. De opening van de grenzen tussen de twee Duitslanden leidde uiteindelijk tot de hereniging op 3 oktober 1990.

Het heeft de Bondsrepubliek Duitsland veel moeite gekost de twee delen van Duitsland ook in maatschappelijk en economisch opzicht te verenigen. Nog altijd maakt het voormalige Oosten in economisch opzicht een minder florissante ontwikkeling door dan het westen van Duitsland.

Demografie

Bevolking

1rightarrow blue.svg Zie Bevolking van Duitsland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Duitsland heeft 80.996.685 (2014) inwoners waarvan circa 67 procent een religie heeft en 33 procent niet. Met bijna 31 procent (25,46 miljoen mensen)[6] (31 december 2007) vormen de katholieken de grootste groep. Zij wonen hoofdzakelijk in het zuiden en het westen.

Sinds het begin van de jaren zeventig van de twintigste eeuw zijn miljoenen gastarbeiders uit andere landen (vooral voormalig Joegoslavië, Griekenland, Turkije en Italië) naar Duitsland gekomen om er te werken. Hieronder zijn er thans ongeveer 3,3 miljoen moslims, hoofdzakelijk Turken en Koerden. In totaal zijn er zeven miljoen buitenlanders, waarmee de bevolking in totaal uitkomt op 81,7 miljoen.[7] 91,5% van de bevolking is Duits. Na de Verenigde Staten, Duitsland is de tweede meest populaire migratie bestemming in de wereld.[8]

Religie

De Dom van Keulen is een van de grootste kerken ter wereld

Ongeveer 30 procent (24,8 miljoen)[9] van de bevolking is lid van de Evangelische Kerk in Duitsland (31-12-2007). Dit verbond van kerken is vooral luthers en deels gereformeerd (calvinistisch en zwingliaans). Zij wonen vooral in het noorden. Ongeveer even veel mensen in Duitsland zijn katholiek. Verder zijn er nog ongeveer 2 procent orthodoxe christenen. Bij elkaar zijn er 63 procent christenen[10] in Duitsland. Cijfers over de kerkgang laten zien dat 4,2 procent van de bevolking 's zondags een katholieke kerk en 1,2 procent een EKD-kerk bezoekt (in 2007). Er is een kleine joodse minderheid van 0,2 procent (meestal recente immigranten uit Oost-Europa en Rusland). 3,8% is moslim.

Meer dan de helft van de bevolking in het gebied van de voormalige DDR en in de noordelijke deelstaat Hamburg hangt geen godsdienst aan.

De katholieke en evangelische kerken en de synagogen worden gefinancierd door een bijzondere kerkbelasting op basis van de inkomstenbelasting. Daaraan is alleen door uittreden uit de kerkgemeenschap te ontkomen. Veel kerken kampen met groot verlies van leden en daardoor financiële problemen.

Taal

1rightarrow blue.svg Zie Talen in Duitsland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De taal die in Duitsland wordt gesproken is hoofdzakelijk Duits. Deze Germaanse taal is nauw verwant aan het Nederlands, Engels en de Noord-Europese talen. Duits wordt ook in Oostenrijk, Zwitserland en andere aan Duitsland grenzende landen gesproken, maar het Duits heeft nergens zoveel sprekers als in Duitsland zelf. Naast het Standaardduits, ook Hochdeutsch genoemd, zijn er dialecten. De belangrijkste grens daarbij is die tussen de Noord- en de Zuid-Duitse dialecten. In het noorden werd oorspronkelijk Nederduits (Platt) gesproken. De dialecten van het zuidwesten (waarbij taalkundig ook het Zwitserduits hoort) verschillen van de rest.

Vrijwel alle Duitsers spreken Duits. De Denen, Friezen, zigeuners en Sorben zijn de inheemse niet-Duitssprekende minderheden. Vanwege een recente immigratie wordt in Duitsland ook veel Turks en Russisch gesproken.

Politiek

1rightarrow blue.svg Zie Staatsinrichting van Duitsland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Politiek systeem

De Rijksdag in Berlijn, parlementsgebouw van 1894-1933 en weer sinds 1999

De Bondsrepubliek Duitsland is met haar grondwet van 23 mei 1949 een democratisch-parlementaire bondsstaat. De grondwet kan door een tweederdemeerderheid in Bondsdag en bondsraad gewijzigd worden. Enkele artikelen, waarin de basisprincipes van de grondwet zoals de federale structuur van de staat, de democratische, sociale en rechtsprincipes van de staat, en de onschendbaarheid van de menselijke waarde van het individu, zijn van iedere wijziging uitgesloten.

Het Duitse parlement heet Bondsdag (Deutscher Bundestag) en wordt normaliter elke vier jaar door de volwassene Duitsers gekozen. Het kiessysteem voor de Bondsdag baseert in principe op evenredige vertegenwoordiging maar heeft ook kenmerken van het meerderheidsstelsel. Een kiesdrempel van vijf procent zorgt ervoor dat heel kleine partijen buiten het parlement blijven.

De Bondsdag vergadert in het historische gebouw van de Rijksdag in Berlijn. Er zijn minimaal 598 volksvertegenwoordigers, vanwege het kiessysteem zijn het meestal iets meer. De huidige Bondsdag, gekozen in 2013, telt 631 leden, de president van de Duitse Bondsdag is de christendemocraat Norbert Lammert.

De Bondsdag is het machtigste orgaan in het politieke stelsel: het stemt over wetten, het kiest de regeringsleider, de bondskanselier, gedeeltelijk de bondspresident en de bondsrechters, het controleert de regering en de geheime diensten en het beslist over volkenrechtelijke verdragen en over de militaire inzet van het leger.

De Duitse bondspresident (Bundespräsident der Bundesrepublik Deutschland) is het staatshoofd. Hij representeert de republiek. Verder tekent hij wetten en benoemt de regeringsleden. Hij heeft ook een minder belangrijke rol bij de verkiezing van een nieuwe regeringsleider, die echter in principe wordt gekozen door de Bondsdag. In de dagelijkse politiek is hij nauwelijks betrokken, maar hoe hij zijn ceremoniële functies vervult is aan hem zelf. Hoewel van hem wordt verwacht dat hij boven de partijen staat mag hij politieke opvattingen uitdrukken.

Bundeskanzlerin Angela Merkel (sinds 2005) van de christendemocraten is de eerste vrouwelijke regeringsleider van Duitsland

De bondspresident wordt elke vijf jaar verkozen, door een speciaal orgaan, de bondsvergadering, die enkel voor dit doel samenkomt. De bondsvergadering bestaat uit alle Bondsdagleden en een even groot aantal van vertegenwoordigers van de deelstaatparlementen. Een bondspresident kan aansluitend aan zijn eerste ambtsperiode één keer worden herkozen.

De bondsregering (Bundesregierung) bestaat uit de bondskanselier (Bundeskanzler) en de bondsministers. De bondskanselier wordt door de Bondsdag gekozen, de bondsministers door de bondskanselier. In de praktijk echter moet de bondskanselier aan de wensen van zijn partij en de coalitiepartijen voldoen, echt uitzoeken kan hij niet meer dan twee, drie ministers.

De regering, ook Bundeskabinett genoemd, werkt volgens drie principes:

  • Ministerprincipe: Iedere minister kan over zaken beslissen die met zijn eigen ministerie te maken hebben.
  • Kollegiaalprincipe: Over zaken die meerdere ministeries betreffen beslist het kabinett.
  • Kanseliersprincipe: Volgens art. 65 van de grondwet heeft de bondskanselier de Richtlinienkompetenz. Over zaken die hij zeer belangrijk vindt kan hij alleen beslissen. In de praktijk gebruikt de kanselier dit recht nauwelijks, omdat het tot grote ontevredenheid van het kabinett zou leiden. Toch is de positie van de kanselier sterker dan die van regeringsleiders in veel andere landen.

Federaal systeem

1rightarrow blue.svg Zie Deelstaten van Duitsland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Tot de Bondsrepubliek horen Länder, deelstaten (niet officieel, maar vaker te horen is Bundesländer). Sinds 1990 zijn het zestien, daarvoor waren het tien plus West-Berlijn dat een speciale status had. De grondwet bepaalt waarover de bond alleen, waarover de bond en de deelstaten samen en waarover alleen de deelstaten kan/kunnen beslissen.

Een deelstaat heeft een grondwet, een parlement en een regering zoals een volwaardige staat. De deelstaatsregeringen sturen vertegenwoordigers naar de bondsraad (Bundesrat). Dit orgaan wordt niet als federale parlementskamer beschouwd, maar heeft wel die functie: wetten, die ook tot de competentie van de Länder horen, moeten ook door de bondsraad worden goedgekeurd. De bondsraad telt 69 leden. Elk land heeft, afhankelijk van de grootte van zijn bevolking, drie tot zes stemmen, die echter 'in blok' uitgeoefend moeten worden. Omdat in veel deelstaatsregeringen niet dezelfde partijen zitten als in de bondsregering, is het vaak moeilijk om een toestemming van de bondsraad te krijgen.

Deelstaten van Duitsland

Partijen

Partijen bestaan in Duitsland sinds de jaren 1860. Al in het Keizerrijk vervulden ze in het parlement een belangrijke functie, sinds 1918 komen ook de regeringsleden uit zijn rijen. Van 1933 tot 1945 waren in Duitsland alle partijen behalve de nationaalsocialistische verboden. De meeste huidige partijen werden dus in 1945 (opnieuw) gesticht.

De grootse partij is de christendemocratische CDU, die in Beieren zelf niet optreedt maar het veld overlaat aan haar zusterpartij CSU. Samen vormen ze één fractie in de Bondsdag. De meeste bondskanseliers en bondspresidenten waren lid van de CDU/CSU, die samen ook die Union worden genoemd. De andere grote partij is de sociaaldemocratische SPD, die deze naam al sinds 1891 heeft. Deze twee partijen, de ene centrum-rechts en de andere centrum-links, worden vanwege hun grootte Volksparteien genoemd.

Nog in 1980 kregen CDU/CSU en SPD samen ruim negentig procent van de stemmen. Sindsdien werden kleinere partijen belangrijker. De liberale FDP bestaat sinds 1945/1948 en was in veel bondsregeringen vertegenwoordigd. In 1983 haalden de ecologisch-alternatieve Die Grünen de Bondsdag-kiesdrempel voor de eerste keer. Door de hereniging kwam in 1990 een linkssocialistische partij erbij, de voormalige communistische partij van de DDR. Sinds 2007 heeft ze na een fusie met een linkse SPD-afsplitsing de naam Die Linke.

Defensie

1rightarrow blue.svg Zie Bundeswehr voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Duitse strijdkrachten worden de Bundeswehr genoemd, ze bestaat sinds 1955 en omvat de drie Teilstreitkräfte: Heer (landmacht), Bundesmarine en Luftwaffe (luchtmacht). Vanaf begin was de Bundeswehr een leger met dienstplichtigen, maar in 2011 werd de dienstplicht opgeschort. De Bundeswehr had de langste tijd gedurende de Koude Oorlog een kleine half miljoen soldaten en in 2011 nog ongeveer een kwart miljoen. Sinds de vroege jaren 90 is de Bundeswehr ook buiten het NAVO-gebied actief, onder meer in Afghanistan.

De hoogste rang binnen het leger heeft de Generalinspekteur als adviseur van de bondsregering. Het militair opperbevel heeft wel de federale minister van defensie, in oorlogstijd de bondskanselier.

Economie

1rightarrow blue.svg Zie Economie van Duitsland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Frankfurt am Main is na Londen het grootste financiële centrum van Europa

Duitsland bezit op technologisch vlak de op drie na sterkste economie van de wereld, na de VS, China en Japan, maar structurele markteisen, waaronder de substantiële brutokosten voor het in dienst nemen van nieuwe werknemers, hebben werkloosheid tot een langdurig, persistent probleem gemaakt. Een vergrijzende bevolking, gecombineerd met hoge werkloosheid, bemoeilijkt de handhaving van de wettelijke sociale zekerheid: de lasten voor werkhebbenden zijn onevenredig hoog geworden. De modernisering en integratie van de Oost-Duitse economie blijft een kostbaar lange-termijnprobleem.

Verkeer en vervoer

Cultuur

Berlijn is een centrum van cultuur en wetenschap

Zoals in veel andere landen van Europa had de cultuur van de Romeinen ook in Duitsland een grote invloed, al was slechts het deel ten westen van de Rijn en ten zuiden van de Donau geruime tijd door de Romeinen bezet. Sinds de Middeleeuwen kwamen er nieuwe impulsen uit Duitsland zelf, bijvoorbeeld door Albertus Magnus in de wijsbegeerte.

Cinema

1rightarrow blue.svg Zie Duitse cinema voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Duitse cinema bestaat al zo lang als het medium film bestaat, al sinds het einde van de 19e eeuw. In 1895 gaven de broers Max en Emil Skladanowsky hun eerste voorstelling met de door hen ontwikkelde filmprojector genaamd Bioskop, waarbij voor het eerst een filmvoorstelling werd gegeven met een betalend publiek. Daarmee was de bioscoop geboren.

De jaren na de Eerste Wereldoorlog vormden de hoogtijdagen van de Duitse cinema. De stomme films uit deze periode waren meestal expressionistische films, zoals Das Cabinet des Dr. Caligari (1920), Nosferatu, eine Symphonie des Grauens (1921) en Metropolis (1927). Ook deed het genre Bergfilm zijn intrede waarin te zien was hoe de hoofdpersonen zich moesten redden in de harde natuur van de bergen.

Halverwege de jaren 20 deed de nieuwe zakelijkheid zijn intrede in de filmwereld. Hierbij werden seksualiteit, schandalen en mensen die ten onder gingen op het witte doek gebracht, zoals in Die Büchse der Pandora (1929) en Der blaue Engel (1930). Deze laatste was ook de eerste Duitse film met geluid en werd zowel in het Duits als in het Engels opgenomen. De film maakte van Marlene Dietrich direct een internationale ster.

Tegenwoordig kijken de Duitsers net als de meeste Europeanen vooral naar Amerikaanse films. Belangrijke uitzonderingen waren Lola rennt (1998) en Der Schuh des Manitu (2001). Per jaar vinden er een kleine 150.000 bioscoopbezoeken plaats in bijna vijfduizend filmtheaters.

Literatuur

1rightarrow blue.svg Zie Duitse literatuur voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De (geschreven) Duitse literatuur bestaat sinds de 8e eeuw. Vaak ging het echter om vertalingen uit het Latijn of Frans of om korte verhalen. De eerste belangrijke Duitse roman is van 1668, Der abenteuerliche Simplicissimus. Als de klassieke tijd van de Duitse literatuur gelden de jaren rond 1800 met Johann Wolfgang von Goethe en Friedrich Schiller.

Immanuel Kant
(1724–1804)
J.W. von Goethe
(1749–1832)
Friedrich Schiller
(1759–1805)
Gebroeders Grimm
(1785–1863)
Thomas Mann
(1875–1955)
Hermann Hesse
(1877–1962)
Immanuel Kant (painted portrait).jpg Goethecut.png Gerhard von Kügelgen 001.jpg Grimm1.jpg Thomas Mann 1929.jpg Hermann Hesse 1927 Photo Gret Widmann.jpg

Wetenschap

De 19e eeuw zag de politieke eenwording van Duitsland, maar ook een groei van wetenschappelijke en culturele uitingen. Rond 1900 was Duitsland een van de meest vooraanstaande landen op die gebieden. Daarvan getuigden in de volgende jaren onder meer de vele Nobelprijzen voor Duitsers, bijvoorbeeld voor Wilhelm Conrad Röntgen (natuurkunde, 1901), Emil von Behring (geneeskunde, 1901) en de historicus Theodor Mommsen (literatuur, 1902). Veel moderne uitvindingen hebben meer dan één uitvinder; belangrijk voor de ontwikkeling van de auto waren Carl Benz en Gottlieb Daimler, voor de tv Paul Nipkow en Karl Ferdinand Braun en voor de telefoon Philipp Reis.

Het isolement tijdens de Eerste Wereldoorlog, de emigratie vanwege het nationaalsocialisme sinds 1933 en de onzekere situatie na 1945 waren grote tegenslagen voor de Duitse cultuur en wetenschap. De gevolgen zijn gedeeltelijk nog steeds te voelen. Ondanks brain-drain naar de VS is de Duitse bijdrage aan cultuur en wetenschap van de wereld wel nog groot.

De Duitse gezondheidszorg is een van de meest geavanceerde in de wereld, hetgeen tot uiting komt in de zeer lage kindersterfte, hoge levensverwachting en het hoge percentage van succesvolle operaties.

Architectuur

1rightarrow blue.svg Zie: Werelderfgoed in Duitsland.

Volgens een rondvraag van het Deutsche Tourismusverband en meinestadt.de is de Dom van Keulen de populairste bezienswaardigheid van Duitsland. Op plaats twee staat slot Neuschwanstein en op plaats drie de Frauenkirche te Dresden.[11]

In de Tweede Wereldoorlog heeft Duitsland veel gebouwen verloren; deels zijn ze weer opgebouwd zoals het historische centrum van Münster. Vooral in kleinere stadjes zijn veelal historische ensembles uit de middeleeuwen bewaard, het meest bekend is misschien Rothenburg ob der Tauber.

Bij de natuurlandschappen van Duitsland gaat het om grote bossen, vaak in de middelgebergtes zoals het Beierse Woud, en om de waddenzee zoals het Niedersächsisches Wattenmeer.

Externe links