Mijnbouw

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Open mijn in Peru.
Oude goudmijn bij Skidoo in de Death Valley, Californië.

Mijnbouw is het systematisch onttrekken van stoffen (delfstoffen, mineralen) aan de bodem voor bijzonder gebruik of verwerking, met een speciaal daarvoor ingerichte voorziening of infrastructuur.

De delfstoffen in de mijnbouw kunnen zich in elke aggregatietoestand bevinden:

Sommige stoffen worden verkregen door ze te veranderen van aggregatietoestand, bijvoorbeeld het oplossen van zout (om het op te pompen) of de afscheiding van aardgas.

Geschiedenis in België en Nederland[bewerken]

Mijnbouw in Frankfurt 1580.

De geschiedenis van de mijnbouw in Nederland gaat terug tot 3100 jaar voor Christus toen op grote schaal ondergronds vuursteen werd gewonnen in Zuid-Limburg. België kent al sinds de Romeinse tijd steenkoolwinning in de Borinage.

In de middeleeuwen is de ondergrondse kalksteenwinning tot bloei gekomen in kalksteengroeven van onder meer de Sint-Pietersberg bij Maastricht. Aan het eind van de 19e eeuw verplaatst de kalksteenwinning zich naar dagbouwgroeven zoals nu nog gebeurt door de ENCI in de ENCI-groeve.

Steenkoolwinning vond al plaats vanaf de 12e eeuw, zij het op kleine schaal. Dat gebeurde in het Wormdal nabij de Abdij Rolduc in het huidige Kerkrade. België kent sinds de 16e eeuw ook steenkoolwinning in de provincie Luik. Vanaf de 19e eeuw verschenen er grootschalige steenkool- en bruinkoolmijnen. Na 1900 werden er ook steenkoolmijnen opgericht in de Belgische provincie Limburg.

Tot circa 1960 was er grote vraag naar steenkool en groeide de Oostelijke Mijnstreek uit tot een van de welvarendste gebieden van Nederland. Tijdens de periode van wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog produceerden de mijnen op topcapaciteit om aan de binnenlandse vraag te kunnen voldoen.

Na 1960 daalde de vraag naar kolen, onder meer doordat stoommachines en stoomtreinen steeds vaker werden vervangen door motoren op elektriciteit, olie en het ook in Nederland gewonnen aardgas. Dit, en de relatief hoge arbeidskosten in Nederland, zorgden voor een neergang in de mijnbouw. De laatste Nederlandse mijn werd in 1974 gesloten.

Types van mijnbouw[bewerken]

Er zijn twee soorten mijnen: open en gesloten mijnen. Bij open mijnen worden de delfstoffen ontgonnen aan de oppervlakte. Gesloten mijnen hebben naast een bovengronds gedeelte ook een ondergronds gedeelte. Dat wordt enkel toegepast als de delfstoffen te diep liggen omdat ondergrondse winning moeilijker en duurder is. In het geval van open mijnen zijn er twee soorten mijnen, namelijk groeven en dagbouwmijnen. Het verschil tussen beiden is dat bij dagbouw het materiaal wordt afgeschraapt en bij groeves weggesneden.

De speciale voorzieningen kunnen bestaan uit bijzondere middelen om de delfstof te winnen, te transporteren, te zuiveren of op te slaan. Tot de speciale voorzieningen behoort ook de infrastructuur om de exploitatie in stand te houden: pompen, ventilatiemiddelen, energievoorziening, transportwegen en -middelen en verwerkingsfabrieken.

Mijnbouw in Nederland[bewerken]

Steenkool en bruinkool[bewerken]

Schachtgebouw van Oranje-Nassau in Heerlen.
Oude schachtbok van steenkoolmijn Sauwartan, Dour.

Voor een overzicht van de Nederlandse steenkoolmijnen, zie het hoofdstuk over steenkoolnijverheid in Nederland van het artikel Kolenmijn.

Zout[bewerken]

Voor een overzicht van de Nederlandse zoutwinning zie het hoofdstuk Zoutwinning in Nederland van het artikel Zoutwinning.

Mijnbouw in België[bewerken]

Zie ook Steenkoolnijverheid in België

De sluiting van de Waalse steenkoolmijnen zonder alternatief heeft tot een lage levensstandaard geleid. Gelukkig werd de overheid met de Akkoorden van Zwartberg verplicht bij de sluiting van de Kempische mijnen voor alternatieve werkgelegenheid te zorgen. Naast steenkool zijn er ook tal van andere grondstoffen die in België gewonnen worden, waaronder klei in Vlaanderen en natuursteen, kalksteen en zandsteen in de Ardennen.

Zie ook[bewerken]

Externe links[bewerken]