Denemarken

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Zie het artikel voor de buurtschap in Groningen, zie Denemarken (Slochteren). Voor de Utrechtse buurtschap, zie Demmerik (De Ronde Venen)
Kongeriget Danmark
Vlag van Denemarken Wapen van Denemarken
(Details) (Details)
Denemarken
Basisgegevens
Officiële landstaal Deens
Hoofdstad Kopenhagen
Regeringsvorm Constitutionele monarchie
Staatsvorm Gedecentraliseerde eenheidsstaat
Staatshoofd Koningin Margaretha II
Regeringsleider Lars Løkke Rasmussen
Religie Lutheranisme 80,9% (1 januari 2010)
Islam 3,7%
Oppervlakte 43.094 km² [1] (1,6% water)
Inwoners 5.560.628 (2011)[2]
5.569.077 (2014)[3] (129,2/km² (2014))
Inwoneraanduiding Deen
Overige
Volkslied Burgerlijk: Der er et yndigt land
Koninklijk: Kong Christian stod ved højen mast
Munteenheid Deense kroon (DKK)
UTC +1 (zomer +2)
Nationale feestdag 5 juni
Web | Code | Tel. .dk | DNK | 45
Voorgaande staten
Koninkrijk Denemarken en Noorwegen Koninkrijk Denemarken en Noorwegen 1814 (Vrede van Kiel)
Topografie
Denemarken
Portaal  Portaalicoon   Denemarken
Portaal  Portaalicoon   Landen & Volken

Denemarken (Deens: Danmark), is een land in Scandinavië, in het noorden van Europa. Denemarken vormt samen met Groenland en de Faeröer het Koninkrijk Denemarken (Deens: Kongeriget Danmark). Het is het meest zuidelijk gelegen land van de Noordse landen en ligt ten zuiden van Noorwegen en ten zuidwesten van Zweden, waarmee het door een brug verbonden is. Ten zuiden van de enige landgrens die het land rijk is, ligt Duitsland. Het land grenst daarnaast aan de Oostzee en Noordzee. De hoofdstad van Denemarken is Kopenhagen (Deens: København).

Denemarken heeft een totale oppervlakte van 43.094 km², iets groter dan Nederland en bijna anderhalf keer zo groot als België, en bestaat hoofdzakelijk uit een groot deel van het schiereiland Jutland en de drie grote eilanden Funen, Seeland, en Lolland, die samen met tal van kleinere eilanden de Deense archipel vormen. Van de 5.569.077 (2014) inwoners leeft het grootste deel in stedelijke gebieden. De bevolkingsdichtheid bedraagt 129,2/km² (2014).

Denemarken is een parlementaire constitutionele monarchie; het staatshoofd is Margaretha II. Groenland behoort tot het Deense koninkrijk, evenals de Faeröer. Het land heeft twee volksliederen: een burgerlijk volkslied (Der er et yndigt land) en een koninklijk volkslied (Kong Kristian). Denemarken is lid van de Europese Unie, maar niet van de eurozone; de munteenheid is de Deense kroon. Het land is ook lid van onder andere de VN, de NAVO, de OESO en de WTO.

Geschiedenis[bewerken]

1rightarrow blue.svg Zie Geschiedenis van Denemarken voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Denemarken werd in het tijdperk van de Vikingen in de 10e eeuw verenigd door koning Harald Blauwtand († 985), die de mensen tot het christendom bekeerde. Denemarken bestuurde kort Engeland in de 11e eeuw en werd in 1397 met Zweden en Noorwegen verenigd. De unie met Zweden duurde tot 1523 en de unie met Noorwegen tot 1814. Het stadje Ribe werd reeds in 710 gesticht en is daarmee het oudste stadje van heel Scandinavië.

Van 1940 tot 1945 werd Denemarken bezet door nazi-Duitsland. IJsland, dat nog tot Denemarken behoorde, werd tijdens deze bezetting, om precies te zijn op 17 juni 1944, onafhankelijk.

Denemarken maakt sinds 1973 deel uit van de Europese Unie.

Geografie[bewerken]

Fysieke kenmerken[bewerken]

Satellietfoto van Denemarken

Denemarken is het zuidelijkste Scandinavische land. Denemarken omvat het grootste deel van het schiereiland Jutland en ongeveer 405 eilanden, waarvan Seeland, Funen, Lolland, Falster, Langeland, Als, Møn, Bornholm en Amager de belangrijkste zijn. Als deel van de Europese Vlakte bestaat het land bijna volledig uit laagland. Meer dan 65% is gecultiveerd.

Het grootste deel van Denemarken wordt gevormd door het schiereiland Jutland (Jylland). De hoofdstad ligt op het grootste van de Deense eilanden, Seeland (Sjælland), dat door een smalle zeestraat, de Sont, van Zweden gescheiden is. Kopenhagen is met het Zweedse Malmö verbonden met de Sontbrug en -tunnel. Ook de eilanden Funen (Fyn) (per brug, spoorbrug en tunnel verbonden met Jutland en Seeland), Lolland, Falster, Langeland en het in de Oostzee gelegen Bornholm behoren tot Denemarken. De toekomstige Fehmarnbeltverbinding, een 16,2 kilometer lange tunnel tussen Rødby op Lolland en Puttgarden in Duitsland, zal naar verwachting in 2021 klaar zijn.

De enige landgrens van het land is de grens met Duitsland in het zuiden. Deze landgrens heeft een lengte van 67 km. Ten westen ligt de Noordzee, ten noorden het Skagerrak en ten oosten liggen het Kattegat en de Oostzee. Het verst verwijderd van de kust is men in het midden van Jutland, op 52 km afstand.[4]

De kustlijn van Denemarken, exclusief Faeröer en Groenland, heeft een totale lengte van 7314 km. De langste rivier is de 158 km lange Gudenåen in Jutland. Het hoogste punt is Møllehøj bij Skanderborg, dat 170,86 meter boven zeeniveau ligt.

Klimaat[bewerken]

Denemarken heeft een gematigd zeeklimaat. De wind uit de Noord-Atlantische Oceaan (een warme oceaanstroom) verzekert gewoonlijk een vrij mild klimaat, maar soms raakt de Oostzee met ijs bedekt waardoor warmere wateren worden afgesneden en de winter streng is.

In februari schommelt de temperatuur rond de 0 °C. Gemiddeld valt er 600 mm neerslag per jaar. De droogste periode is tussen eind april en begin juni. Als de wind 's winters uit het oosten waait, kan het zeer koud worden. De laagste temperatuur ooit gemeten was -31 °C. 's Zomers kan de temperatuur door diezelfde oostenwind oplopen tot boven de 30 °C.

Bevolking[bewerken]

Kopenhagen is de hoofdstad en de stad met de meeste inwoners

Ook Groenland behoort tot het Deense koninkrijk, evenals de Faeröer. Naast de Deense meerderheid in Denemarken, zijn er Groenlandse, Faeröerse en Duitse minderheden.

Grootste steden van Denemarken[bewerken]

1rightarrow blue.svg Zie ook de lijst van grote Deense steden voor meer statistieken en steden.

De dertig grootste steden in Denemarken naar inwonertal zijn:

Nr. Plaats Inwoners Nr. Plaats Inwoners Nr. Plaats Inwoners Nr. Plaats Inwoners Nr. Plaats Inwoners
1. Kopenhagen 548.443[5] 7. Kolding 57.087 13. Hørsholm 45.816 19. Holstebro 34.024 25. Svendborg 27.113
2. Aarhus 242.914 8. Horsens 52.998 14. Silkeborg 42.396 20. Taastrup 32.260 26. Hjørring 24.892
3. Odense 166.305 9. Vejle 50.832 15. Næstved 41.729 21. Slagelse 31.918 27. Frederikshavn 23.331
4. Aalborg 102.312 10. Roskilde 46.701 16. Fredericia 39.513 22. Hillerød 29.951 28. Haderslev 21.293
5. Esbjerg 71.459 11. Helsingør 46.189 17. Viborg 35.656 23. Sønderborg 27.194 29. Nørresundby 21.120
6. Randers 60.227 12. Herning 45.890 18. Køge 34.937 24. Holbæk 27.157 30. Ringsted 20.767

Dit overzicht is gebaseerd op het inwonertal van 1 januari 2010.[6]

Taal[bewerken]

De taal in Denemarken is Deens, een Noord-Germaanse taal met een aantal duidelijk onderscheiden dialecten. Duits wordt door een minderheid in Zuid-Jutland (Noord-Sleeswijk) gesproken. De belangrijkste immigrantentalen zijn het Turks, Urdu, Arabisch, Servo-Kroatisch, Faeröers, Zweeds en Noors.

Religie[bewerken]

Het christendom was rond 1100 algemeen doorgedrongen. In 1536 werd, vooral ten gevolge van de prediking door de 'Deense Luther' Hans Tausen, de reformatie van staatswege algemeen doorgevoerd. Vele oude kerkvormen werden overgenomen; ook de bisschopswijding bleef gehandhaafd. Net zoals in Noorwegen, IJsland en Liechtenstein is er in Denemarken sprake van een staatskerk, die echter officieel als Volkskerk (Folkekirke) wordt gekwalificeerd. Deze Evangelisch-Lutherse Kerk wordt als zodanig grotendeels door de staat gefinancierd. Elke kerkelijke gemeente wordt bestuurd door een door de leden gekozen raad. Sinds 1947 worden vrouwen tot het ambt toegelaten.

Het aantal Denen dat lid is van de Volkskerk neemt jaarlijks met zo'n 0,6 procentpunt af. In 2014 behoorde 78% van de Denen tot de Volkskerk. In Kopenhagen was 61% van de bevolking lid van de Folkekirke.[7]

Naast de Volkskerk zijn er kleine minderheden van andere protestanten. Nadat in 1849 het alleenrecht van de lutherse godsdienst werd opgeheven, kon de katholieke Kerk, die geheel uit Denemarken was verdwenen, op beperkte schaal weer worden opgebouwd (zie ook: Katholieke Kerk in Denemarken).

Moslims vormen ongeveer vier procent van de Deense bevolking.[8] In diverse Deense media is na de aanslagen op 11 september 2001 in de Verenigde Staten stevige kritiek geuit op de islam.

Politiek en overheid[bewerken]

Staatsinrichting[bewerken]

Het Folketing, het Deense parlement, is gevestigd in het paleis Christiansborg in Kopenhagen

Denemarken is een constitutionele monarchie die volgens de grondwet van 1953 geregeerd wordt.

De wetgevende macht wordt bekleed door de monarch (die ook staatshoofd is) samen met het parlement, het Folketing, dat uit één kamer met 179 direct gekozen leden bestaat. Het parlement wordt samengesteld door een combinatie van een districtenstelsel en evenredige vertegenwoordiging. Sinds 1909 heeft geen enkele partij de absolute meerderheid gehad. Vanaf 1945 is de Socialdemokraterne (Sociaaldemocratische Partij) lange tijd de belangrijkste politieke partij geweest, maar eind jaren negentig begon de trend te keren. Rechtse stromingen als het nationalisme/conservatisme en het liberalisme kwamen sterk in opkomst en een centrum-rechtse coalitie regeerde met gedoogsteun van de Dansk Folkeparti (Deense Volkspartij). Van 3 oktober 2011 tot 28 juni 2015 hadden de sociaaldemocraten de teugels echter in handen.

De uitvoerende macht wordt uitgeoefend door de monarch en door zijn of haar ministers, die door de eerste minister worden geleid. Deze laatste is tevens het hoofd van de regering. Het kabinet van ministers is verantwoording schuldig aan de Kamer en moet de steun van de meerderheid van dat orgaan hebben. Parlementsleden die tot minister worden benoemd, blijven lid van het parlement.

Anno 2015 is Lars Løkke Rasmussen premier van Denemarken. Dit was hij ook al van 2009 tot 2011. Hij leidt een rechtse minderheidsregering met gedoogsteun van de Deense Volkspartij.

Bestuurlijke indeling[bewerken]

1rightarrow blue.svg Zie Bestuurlijke indeling van Denemarken voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Bestuurlijk was Denemarken tot 2007 verdeeld in 13 provincies en één autonome stad, Kopenhagen. Er waren 270 gemeenten. Lokale en regionale overheden hadden een grote mate van autonomie, die reeds was gegarandeerd in de grondwet van 1849. De Denen beschouwen de lokale autonomie als een van de meest verregaande in de wereld.

Sinds 1 januari 2007 bestaat Denemarken uit 5 regio's (regioner) en 98 gemeenten.

Onderwijs[bewerken]

Het Deense systeem van openbaar onderwijs werd grotendeels in de 19e eeuw ontwikkeld. Het basisonderwijs bestaat uit een basisschool (bijvoorbeeld Folkeskole) waar men 9 of 10 jaar les moet volgen om over te kunnen gaan naar een hoger onderwijs.

Er zijn universiteiten in Aarhus, Kopenhagen, Odense, Aalborg en Roskilde.

Economie[bewerken]

De landbouwsector is van oudsher een belangrijk onderdeel van de Deense economie

Lange tijd was Denemarken hoofdzakelijk een landbouwland, maar na 1945 breidde het land zijn industriële sector drastisch uit, zodat deze tegenwoordig meer dan 25% en de landbouw minder dan 5% aan het bruto binnenlands product bijdraagt. Andere traditionele industrieën van Denemarken zijn de visserij en scheepsbouw, maar deze zijn ook afgenomen. Toch heeft Denemarken zijn landelijk karakter grotendeels behouden. Financiële en andere diensten, de handel en de vervoerssector zijn ook belangrijk voor de economie van het land. De koopkracht per hoofd van de bevolking was in 2005 de op vijf na hoogste ter wereld.

De belangrijkste landbouwproducten van het land zijn wortelgewassen (bieten, koolraap en aardappels) en graangewassen (gerst, haver en tarwe). Er is veeteelt (varkens, rund- en pluimvee) en een grote visindustrie. Denemarken bezit een commerciële vloot van aanzienlijke grootte. De belangrijkste vervaardigde producten omvatten voedingsmiddelen (vooral vlees en zuivelproducten), chemische producten, machines, metaalproducten (die bijna volledig van ingevoerde grondstoffen worden gemaakt, aangezien Denemarken praktisch geen delfstoffen heeft), elektronische en vervoersapparatuur, bier, textiel en houten producten. Denemarken is wereldleider in windenergie voor de elektriciteitsvoorziening en produceert veel windturbines (Vestas). Het toerisme is ook een belangrijke industrie.

De belangrijkste uitvoerproducten van Denemarken zijn landbouwproducten en industriële machines, teak en eiken meubilair, vlees, vis en metalen; de belangrijkste importproducten zijn machines, metalen, motorvoertuigen en brandstoffen. Belangrijke handelspartners van het land zijn Duitsland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk en andere landen in de Europese Unie evenals de Verenigde Staten. Denemarken had in de jaren tachtig van de 20e eeuw met ernstige economische problemen te kampen, en in de jaren negentig had het een hoog werkloosheidscijfer, grote uitgaven in de openbare sector en een grote buitenlandse schuld. Een strak fiscaal en monetair beleid leidde echter tot economisch herstel.

Verkeer en vervoer[bewerken]

De Grote Beltbrug tussen de eilanden Funen en Seeland

Denemarken heeft een uitgebreid wegennet. Het Deense autosnelwegennet heeft een gezamenlijke lengte van ruim 1000 km. Alle grote eilanden zijn door tunnels en bruggen met elkaar verbonden. De Sontbrug verbindt Denemarken met Zweden, de Grote Beltbrug verbindt Funen en Seeland en de Kleine Beltbrug verbindt Jutland met Funen; de Fehmarnbeltverbinding is een geplande tunnel tussen Duitsland en Denemarken. De wegen zijn tolvrij, met uitzondering van een aantal grote bruggen en tunnels.

In Denemarken ligt in totaal ongeveer 2.100 kilometer aan spoorwegen. De Danske Statsbaner is de grootste vervoerder op het gebied van reizigersvervoer. Kopenhagen beschikt over een metro, alsook over de luchthaven van Kopenhagen, het belangrijkste vliegveld van het land. Verder zijn er luchthavens in Esbjerg, Aarhus, Aalborg en Billund.

Hanstholm is het vertrekpunt van diverse veerdiensten. Smyril Line vaart wekelijks naar Seyðisfjörður (IJsland) en Tórshavn (Faeröer). Fjord Line vaart vanuit Hanstholm naar Egersund, Stavanger en Bergen. Master Ferries vaart naar Kristiansand. Deze stad wordt vanuit Hirtshals ook door Color Line bevaren. Stenaline bevaart de routes Fredrikshaven- Oslo en Fredrikshaven - Göteborg. Verder is er een veerdienst van Scandlines tussen Puttgarden en Rødby. Van Bornholm vaart BornholmerFærgen naar Køge en Ystad, met verbindingen naar Kopenhagen. Van Esbjerg vaart men ook naar Fanø.

Cultuur[bewerken]

1rightarrow blue.svg Zie ook de artikelen Deense muziek en Hygge.

Sport[bewerken]

De populairste sporten van Denemarken zijn handbal en voetbal. Het niveau van de hoogste handbaldivisie in Denemarken is toonaangevend voor de rest van Europa. De hoogste voetbaldivisie van het land heet de SAS Liga, waarin 12 clubs tegen elkaar uitkomen. Door de lange kustlijn zijn ook watersporten als zeilen goed mogelijk en deze worden dan ook veel beoefend. Net als Nederland is Denemarken ook een echt fietsland, wat vooral te danken is aan het vlakke landschap. Wielrennen is dan ook een veel beoefende sport en er zijn ook een aantal Deense wielerploegen, waarvan Saxo Bank-Sungard de bekendste is. Enkele bekende (oud)-wielrenners zijn Michael Rasmussen, Bo Hamburger en Bjarne Riis. Vanwege de lange winters zijn zaalsporten als badminton, volleybal en dergelijke ook populair.

Bezienswaardigheden[bewerken]

1rightarrow blue.svg Zie ook de lijst van musea in Denemarken.
  • Dyrehavsbakken, het oudste attractiepark ter wereld, geopend in 1583
  • Amalienborg, het koninklijk paleis te Kopenhagen, gebouwd in 1750
  • Legoland in Billund, het oudste park van LEGO, geopend in 1968
  • Christiania, anarchistische enclave nabij de haven van Kopenhagen sinds 1970, met circa 1000 inwoners en 750.000 bezoekers per jaar
  • De kleine zeemeermin, een bekend standbeeld in Kopenhagen

Op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staan:

Beroemde Denen[bewerken]

1rightarrow blue.svg Zie de sectie Beroemde Denen in het artikel over de Denen

Externe link[bewerken]