Artikel 1
Er is een onderraad van de raad van ministers van het Koninkrijk, de raad voor Koninkrijksrelaties (RKR).
Artikel 2
De raad voor Koninkrijksrelaties is belast met voorbereiding van de besluitvorming van de raad van ministers van het Koninkrijk.
Artikel 3
Vaste leden van de raad voor Koninkrijksrelaties zijn:
a. de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, tevens voorzitter;
b. de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
c. de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
d. de Minister van Buitenlandse Zaken;
e. de Minister van Defensie;
f. de Minister van Financiƫn;
g. de Minister van Justitie;
h. de Minister van Verkeer en Waterstaat;
i. de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen;
j. de Gevolmachtigde Minister van Aruba.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Artikel 5
Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit raad voor Koninkrijksrelaties.