Communisme

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
COMMUNISME

Communist star.svg

Concepten

Marxistische economie
Historisch materialisme
Meerwaarde
Klassenstrijd
Proletarisch internationalisme
Wereldrevolutie

Aspecten

Communistische partij
Communistische symboliek

Varianten

Marxisme
Leninisme
Trotskisme
Maoïsme
Luxemburgisme
Titoïsme
Stalinisme
Castroïsme
Guevarisme
Hoxhaïsme
Juche
Linkscommunisme
Radencommunisme
Anarchocommunisme
Christelijk communisme
Eurocommunisme
Oercommunisme
Wetenschappelijk communisme

Internationalen

Bond der Communisten
Eerste Internationale
Tweede Internationale
Derde Internationale
Vierde Internationale

Personen
Gracchus Babeuf
Karl Marx
Friedrich Engels
Rosa Luxemburg
Karl Liebknecht
Antonio Gramsci
Vladimir Lenin
Leon Trotski
Jozef Stalin
Kim Il-sung
Mao Zedong
Hồ Chí Minh
Josip Broz Tito
Che Guevara
Verwante onderwerpen

Anticommunisme
Koude Oorlog
Dictatuur van het proletariaat
Links
Socialisme

Portaal  Portaalicoon  Communisme

Communisme is een sociale, politieke en economische ideologie die is gericht op de oprichting van een klasseloze, staatloze en socialistische samenleving opgebouwd op gemeenschappelijk eigendom van de productiemiddelen, waarbij iedereen produceert naar vermogen en neemt naar behoefte.

De exacte definitie van het communisme varieert; vaak wordt het onterecht door elkaar gehaald met het socialisme, maar de marxistische theorie stelt dat het socialisme slechts een overgangsfase is op weg naar het communisme. Er zijn binnen het communisme verschillende stromingen, verdeeld van libertair (anarchisten, autonomisten, radencommunisten) tot autoritair (marxisme, leninisme, trotskisme, stalinisme). Marxisme is een theorie over communisme gebaseerd op de ideeën van Karl Marx. Leninisme voegt aan het marxisme toe dat er een voorhoedepartij nodig is om de proletarische revolutie te leiden en om alle politieke macht na de revolutie voor de werkende klasse veilig te stellen, voor de ontwikkeling van universele klassenbewustzijn en participatie van werknemers in een overgangsfase tussen kapitalisme en socialisme.

Met het ontstaan (en verval) van verschillende grote communistische machtsblokken als China en de Sovjet-Unie wordt deze beweging sterk beïnvloed door de geschiedenis van de 20e eeuw: de intense rivaliteit tussen de "socialistische wereld" (socialistische staten geregeerd door de communistische partijen) en de "westerse wereld" (landen met een markteconomie en een parlementair systeem), met als hoogtepunt de Koude Oorlog tussen het "Oostblok" en de "kapitalistische wereld".

Theorie[bewerken]

Volgens de communistische theorie is de enige manier om de kapitalistische ongelijkheid af te schaffen, dat het proletariaat (arbeidersklasse), welke de belangrijkste producent van rijkdom vormt in de samenleving en voortdurend wordt uitgebuit en gemarginaliseerd door de bourgeoisie (welgestelde klasse), het kapitalisme omverwerpt in een brede sociale revolutie.[1] De revolutie, in de theorie van de meeste individuen en groepen, is meestal een gewapende opstand.

Geschiedenis[bewerken]

Vroeg communisme[bewerken]

De oorsprong van het communisme is discutabel, en er zijn verschillende historische groepen, maar ook theoretici, wier overtuigingen beschreven zijn als communistisch. De Duitse filosoof Karl Marx zag oercommunisme als de originele jagers-verzamelaarcultuur van de mensheid waaruit het is ontstaan. Volgens Marx was het alleen mogelijk om het privé-eigendom te ontwikkelen nadat de mensheid in staat was om een overschot te produceren. Het idee van een klasseloze maatschappij ontstond in het oude Griekenland[2] Plato beschrijft het in zijn boek Staat als een toestand waarin mensen al hun bezittingen delen, vrouwen en kinderen. "Het private en individu is helemaal verbannen uit het leven en de dingen die van nature privé zijn, zoals ogen en oren en handen, zijn gemeengoed geworden."[2]

In de geschiedenis van het westerse denken, kunnen bepaalde elementen van het idee van een samenleving op basis van gemeenschappelijke eigendom van goederen terug gevonden worden in de oudheid. Een voorbeeld hiervan is de Spartacus-slavenopstand in Rome.[3] Een ander voorbeeld is in de 5e eeuw de Mazdak-beweging in wat nu Iran is. Deze kan beschreven worden als "communistisch" omdat het tegen de de enorme privileges van de edele klassen en de geestelijkheid was, en kritiek had op het privé-eigendom en het streven naar een egalitaire samenleving.[4]

De Franse Revolutie[bewerken]

Gracchus Babeuf

In 1789 barst de bom: de Franse burgerij grijpt de macht, die tot dan door de adel en absolute monarchen werd uitgeoefend. Een nieuw régime beroept zich bij haar machtsuitoefening op de Verlichtingsidealen "vrijheid, gelijkheid en broederschap" (Frans: liberté, égalité, fraternité).

Na vier jaar ontaardt de revolutie in de Terreur, het dictatoriale bewind van onder andere de jakobijn Robespierre. De jakobijnse schrijver Marat (die op dat moment al vermoord is) sprak al over de "despotie van de vrijheid".

De traditie van de jakobijnen wordt voortgezet door Gracchus Babeuf, die de terreur aanvankelijk veroordeelt, maar later toch de "noodzaak" inziet van politiek geweld en dwang om zijn heilstaat tot stand te brengen. Hoewel in zijn revolutionaire plannen de centrale rol niet is weggelegd voor het proletariaat (de arbeidersklasse), die pas tot wasdom zal komen met de Industriële revolutie, wordt hij toch gezien als voorloper van het marxisme.

De negentiende eeuw[bewerken]

De Franse Revolutie mondt uiteindelijk uit in de napoleontische oorlogen, gevolgd door de Restauratie. Pas na 1830 kunnen de radicalen weer ademhalen. In dat jaar van de Julirevolutie grijpt de Franse liberale burgerij opnieuw de macht en komt Lodewijk Filips, de Burgerkoning, op de troon. Een jaar later breekt de eerste grote staking uit onder zijdewevers in Lyon.

Het woord communisme doet zijn intrede in de Franse taal, en een groeiende arbeidersbeweging ontstaat, mede door de toevloed van Duitse handwerkers en intellectuelen die het repressieve klimaat in de Duitse staten ontvluchten. In 1843 strijkt een jonge Duitse filosoof en journalist in Parijs neer: Karl Marx. Onder invloed van Théodore Dezamy wordt de liberaal Marx binnen een paar maanden overtuigd communist. Met zijn vriend Friedrich Engels bouwt hij een systeem van "wetenschappelijk socialisme" uit, dat later marxisme genoemd zal worden. Marx en Engels stellen dit systeem tegenover het eerdere utopische socialisme. Binnen enkele decennia verwerft het de status van dè ideologie van de arbeidersbeweging.

De groei van het moderne communisme[bewerken]

Vladimir Lenin na zijn terugkeer naar Petrograd.

In de late 19e eeuw kreeg het Russische marxisme een eigen karakter. De eerste belangrijke figuur van het Russische marxisme was Georgi Plechanov. In het werk van Plechanov stond dat hij in de veronderstelling was dat Rusland, dat minder verstedelijkt en geïndustrialiseerd was dan West-Europa, nog vele jaren had te gaan voordat de samenleving klaar zou zijn voor een proletarische revolutie, en dat er een overgangsperiode van een burgerlijk regime nodig zou zijn om het tsarisme te vervangen door een socialistische en later een communistische maatschappij.

In Rusland was het met de Oktoberrevolutie van 1917 de eerste keer dat een partij met een openlijke marxistische oriëntatie, in dit geval de Bolsjewistische Partij, de macht kreeg. Dit genereerde veel praktisch en theoretisch debat binnen de marxistische beweging. Marx voorspelde dat het socialisme en het communisme gebouwd zou worden op de basis die gelegd werd door de meest ontwikkelde kapitalistische ontwikkeling. Rusland was echter een van de armste landen in Europa. Marx had uitdrukkelijk verklaard dat Rusland het stadium van de burgerij van het kapitalisme zou kunnen overslaan.[5] Andere socialisten waren ook van mening dat de Russische revolutie een voorloper kon zijn van andere revoluties in het Westen.

Sovjet-Unie postzegel over de lancering van de eerste kunstmatige satelliet, de Spoetnik 1.

Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie[bewerken]

In 1985 werd Michail Gorbatsjov de leider van de Sovjet-Unie en voerde de glasnost (openheid) en perestrojka (herstructurering) in. De Sovjet-Unie greep niet in toen Polen, de Duitse Democratische Republiek, Tsjecho-Slowakije, Bulgarije, Roemenië en Hongarije het communisme afschaften in 1990. In 1991 viel de Sovjet-Unie uiteen.

Communistische partijen blijven politiek belangrijk in vele landen. De democratisch gekozen president Dimitris Christofias van Cyprus is lid van de Progressieve Partij van de Arbeiders. In Zuid-Afrika is de Communistische Partij een partner in de ANC-geleide regering. In India leidden communisten de regeringen van drie staten, met een totale bevolking van meer dan 115 miljoen. In Nepal hebben de communisten een meerderheid in het parlement.[6] In Brazilië is de Communistische Partij van Brazilië een onderdeel van de parlementaire coalitie onder leiding van de regerende democratische socialistische Arbeiderspartij en is vertegenwoordigd in het kabinet van Dilma Rousseff. In Cuba wordt het land nog steeds bestuurd onder leiding van de Communistische Partij van Cuba.

Momenteel nog communistische en/of eenpartijstaten zijn:

Klassenstrijd[bewerken]

Als tegenstrever van de economische kant van het communisme worden de kapitalisten gezien. De strijd tussen de klassen staat centraal: in de tijd van het begin van het industriële tijdperk de fabrieksbezitters aan de ene kant, en de uitgebuite arbeiders in de steden (die vanaf het platteland naar de steden waren getrokken) aan de andere kant. Marx meende hierin een nooit-aflatende klassenstrijd te zien, waarbij uiteindelijk via een revolutie gevolgd door een 'dictatuur van het proletariaat' (in Marx' opvatting is er onder het kapitalisme een dictatuur van de kapitalisten) het communisme opgebouwd kon worden.

Socialisme als 'tussenfase'[bewerken]

Volgens Marx moest het communisme twee fasen doormaken, waarbij de eerste fase vaak 'socialistisch' wordt genoemd. Vandaar het door elkaar gebruiken van de termen socialisme en communisme wanneer er naar bepaalde bestaande regeringsvormen of naar de toekomstige maatschappij wordt verwezen. Een maatschappij waarin eenieder "levert naar vermogen en neemt naar behoefte" is namelijk een utopie die de goedheid van de mens veronderstelt. Omdat de mens, volgens marxistische theoretici en politici, nog niet aan dit ideaal voldoet, is in de communistische landen als tussenvorm het 'socialisme' geïntroduceerd, dat de mensen moet omkneden tot ware communisten, opdat de utopie werkelijkheid zal kunnen worden. Pas dan zullen die landen echt communistisch genoemd kunnen worden. Tot die tijd bestaat de regering meestal uit een communistische partij (die streeft naar communisme), maar zijn het land en de politiek socialistisch. De voormalige USSR heette dan ook de "Unie van Socialistische Sovjet Republieken," en ook in Cuba wordt de (voortdurende) revolutie socialistisch genoemd, niet communistisch.

In de praktijk[bewerken]

In de theorie van de economische orde passen de meeste socialistisch georiënteerde landen in het brede spectrum van mengvormen van kapitalisme en socialisme, met aan het ene uiteinde de "gemengde economieën" van westerse snit (waar ook Nederland en België toe gerekend kunnen worden) en aan het andere uiteinde de socialistische landen, zoals China, waar meer of minder "marktwerking" wordt toegelaten.

Als politieke stroming was het communisme (of marxisme) aanvankelijk onderdeel van wat toen nog de sociaaldemocratie heette. Naar aanleiding van het besluit van een meerderheid van de sociaaldemocratie om de oorlogsinspanningen voor de Eerste Wereldoorlog te steunen en dus mee te werken aan de massaslachting die volgde, splitste een grote marxistische groep zich af, onder leiding van Lenin.

Hij noemde de leden van deze stroming (verenigd in de Derde Internationale) 'communisten', om afstand te nemen van de overgebleven sociaaldemocratie. Het communisme staat sindsdien voor een meer principiële stroming binnen het socialisme, dat nog het sterkst uitgaat van de ideeën zoals die oorspronkelijk door Marx waren opgesteld.

Aan de andere kant is er de sociaaldemocratie, waar na het vertrek van de marxisten/communisten het idee heeft postgevat dat het kapitalisme hervormd dient te worden, in plaats van omvergeworpen. Tegenwoordig is de sociaaldemocratie dermate ingepast binnen het kapitalisme dat zelfs hervormingen niet meer het doel zijn.

De term 'socialisten' voor de sociaaldemocratie is dan binnen het communisme ook niet meer op zijn plaats, en wordt nu gebruikt door niet-stalinistische marxisten, zoals trotskisten. Communisten die de dictatuur van het proletariaat niet verwerpen, bestempelden de sociaaldemocratie ook wel als 'revisionisme'.

Hedendaagse nostalgie naar het communisme[bewerken]

In veel voormalige communistische landen heerst onder de lokale bevolking een sterke heimwee naar het communisme. Het terugverlangen naar de voormalige DDR wordt ostalgie genoemd en het terugverlangen naar het voormalige Joegoslavië wordt joegonostalgie genoemd.

66 procent van de bevolking in Armenië betreurde de val van Sovjet-Unie en maar 12% vond het een goede zaak[7], 72 procent van de Hongaren vond het leven beter onder het communisme[8], 63 procent van de Roemenen vond het leven beter onder het communisme[9], 81 procent van de Serviërs vond het leven het best in het voormalige socialistische Joegoslavië.[10] 66 procent van de bevolking in Slowakije vond het leven beter onder het communisme[11].

Communisme in Nederland[bewerken]

Het communisme kreeg in Nederland al vroeg steun, in 1918 werd de Communistische Partij Holland (CPH), de voorganger van de Communistische Partij van Nederland (CPN), opgericht. Waar eerst de Nederlandse invloed in het buitenland aanzienlijk was, kwam de partij steeds meer onder invloed van Moskou. Dat leidde tot conflicten en royementen. Het gevolg was dat er allerlei splinterpartijen ontstonden. Onmiddellijk na de Duitse inval ging de CPN als enige in de illegaliteit. Daardoor vormden zij een belangrijk deel van het verzet. Onder andere de Februaristaking tegen de vervolging van Joodse Nederlanders werd door hen georganiseerd. Mede daardoor groeide de sympathie voor het communisme in Nederland tijdens de oorlog. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn honderden Nederlandse communisten gearresteerd en naar gevangenissen en concentratiekampen in Duitsland afgevoerd, waar velen regelrecht werden omgebracht of anderszins om het leven kwamen. Communisme werd naast jodendom door het nazisme als een van de grootste vijanden van het Derde Rijk beschouwd en is vanaf de jaren dertig intensief bestreden. Door de actieve rol in het verzet stemde zo'n 10 procent van de Nederlanders na de oorlog op de communisten.

Door hun antikoloniale houding botsten de communisten al direct met de overheid toen deze troepen naar Nederlands-Indië zond. De communisten werden uitgemaakt voor landverraders. De naoorlogse Nederlandse overheid beschouwde communisten als staatsgevaarlijk; hoewel in Nederland niet, zoals in de Duitse Bondsrepubliek, een officieel beroepsverbod voor communisten gold na de oorlog, werd in feite gedurende de hele Koude Oorlog-periode communisten het werken zeer lastig gemaakt. Ambtenaren mochten geen lid van de CPN zijn, wat natuurlijk v.v. inhield dat partijleden geen ambtenaar konden worden of blijven. Dat betekende voor bijvoorbeeld een onderwijzer geen les meer te kunnen geven. Zo zagen, uit angst om verlies van werk, mensen vaak af van lidmaatschap. En zo was de CPN ook de enige partij in Nederland die geen radiozendtijd voor politieke partijen van overheidswege kreeg. De CPN ging in 1989 op in Groen Links. Een andere communistische partij tijdens de koude oorlog was de Socialistische Partij welke was opgericht als maoïstische partij en zich anders dan de CPN niet zo zeer richtte op de Sovjet-Unie maar meer op communistisch China en steun vanuit China ontving.

Hedendaagse communistische organisaties zijn onder meer: de uit de CPN-traditie voortgekomen Nieuwe Communistische Partij van Nederland (NCPN) en daaraan verbonden Communistische Jongerenbeweging (CJB), de maoïstische Rode Morgen, en de trotskistische Internationale Socialisten.

Kritiek op het communisme[bewerken]

In het westen wordt het communisme in deze landen meestal als mislukt beschouwd, vooral wegens de ernstige schendingen van de mensenrechten, maar ook vanwege een vaak sterk bureaucratisch gecontroleerd economisch systeem. In socialistische landen wordt de economie en de sociale maatschappij verregaand van bovenaf gecontroleerd en gereglementeerd. Tevens kent men in dergelijke landen geen goede scheiding en onafhankelijkheid der machten. Aangezien communistische machthebbers het politiek systeem vaak boven het individu stellen, heeft dit al gauw als uitvloeisel een in zo'n systeem legitiem gebruik van geweld, moderne propagandatechnieken en censuur om politieke tegenstand de kop in te drukken en daarmee het bestaan van het systeem te waarborgen, hetgeen al snel het gevolg was in de vroege stadia van ontstaan van socialistisch Rusland, China en Roemenië.

Hierbij dient opgemerkt te worden dat tegenstanders dit als inherent aan het communisme zien, omdat elke communistische regering zich hieraan heeft schuldig gemaakt. Bovendien konden deze regeringen rekenen op de steun van de communistische partijen en organisaties in democratische landen, onder meer door het zwart maken van slachtoffers van het communisme in communistische publicaties. Sommige voorstanders van het communisme zien dit echter als een afwijking van het oorspronkelijke communistische idee. Als belangrijkste voorbeeld van een voorstander van de laatste opvatting wordt vaak Trotski genoemd. Zeker is dat het door Marx geprofeteerde communisme niet bereikt is.

Communistische literatuur[bewerken]

Kritiek op het communisme in literatuur[bewerken]

  • Het geloof der kameraden, een van de bekendste boeken van de socialistisch opgevoede professor Russische literatuur Karel van het Reve. In dit boek wordt gesteld dat omwille van de zwakke tot afwezige filosofische, economische en wetenschappelijke basis het socialisme meer van een geloof dan van een theorie wegheeft.
  • 1984, een beroemd boek uit 1948 van de Britse schrijver George Orwell. 1984 is een boek waarin de enkeling ten onder gaat in een volkomen kansloze strijd tegen een totalitair bewind. Het is een waarschuwing tegen totalitaire regimes zoals nazi-Duitsland en Stalins Sovjet-Unie. Beroemd is de uitspraak Big brother is watching you, wat slaat op de nooit geziene, maar almachtige leider van het totalitaire bewind in Oceanië, waar de hoofdpersoon van het boek Winston Smith leefde. Big Brother zou hierbij voor Jozef Stalin kunnen doorgaan en Emmanuel Goldstein voor Leon Trotski.
  • Animal Farm van George Orwell is geschreven na Orwells ervaringen in Spanje toen hij vocht aan de kant van de Republikeinse Internationale Brigades in de Spaanse Burgeroorlog waar hij, mede door het optreden van de Stalinistische veiligheidsdiensten, gedesillusioneerd raakte. Beroemd geworden is de uitspraak Alle dieren zijn gelijk, maar sommige zijn meer gelijk dan andere.
  • Zwartboek van het communisme: misdaden, terreur, onderdrukking, met een schatting van het totale aantal doden dat volgens de auteurs door toedoen van het communisme is gevallen. Stéphane Courtois e.a., vert. uit het Frans door Kiki Coumans, Uitg. Arbeiderspers, Amsterdam (1998).[12], 1083 pagina's, ISBN 90-295-5838-5
  • Onverwerkt verleden, Frits Bolkestein, Uitg. Prometheus, Amsterdam (1998). Kritische visie van de VVD-politicus op het communisme en de ontwikkelingen in Oost-Europa. 279 pag., ISBN 90-5333-606-0
  • Wereldrevolutie De communistische beweging van Marx tot Kim Jong Il, Erik van Ree, Uitg. Mets & Schilt, Amsterdam (2005), standaardwerk over het ideaal van de communistische heilstaat. In dit boek probeert Erik van Ree (zelf ex-communist en ex-maoïst[13]) antwoord te geven op de vraag waarom in de twintigste eeuw tientallen miljoenen mensen van over de hele wereld hun lot verbonden aan het communisme en waarom zij er, verenigd in straf georganiseerde partijen, in slaagden een substantieel deel van de wereld in hun greep te krijgen, 512 pagina's, ISBN 978-90-5330-395-5

Zie ook[bewerken]