Kali Yuga

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Kali Yuga (Sanskriet: कली युग, Kali Yuga, letterlijk: Tijdperk van (de demon) Kali (niet te verwarren met de Godin Kali), ook bekend als het Duistere Tijdperk of Tijdperk der Ontucht), is volgens het hindoeïsme het laagste van de vier cyclische tijdperken (Yugas) van ontwikkeling die de wereld doormaakt. De overige zijn (oplopend) Dwapara Yuga, Treta Yuga en Satya Yuga.

De Kali Yuga wordt beheerst door de demon Kali, de nemesis van Sri Kalki, de tiende en laatste avatara van de hindoegod Vishnoe. Volgens de Vishnoe Purana is hij een negatieve manifestatie van Vishnoe.

Volgens de Surya Siddhanta begon Kali Yuga om middernacht op 23 januari (volgens de gregoriaanse kalender) of 18 februari (volgens de juliaanse kalender) in het jaar 3102 v.Chr. Veel hindoes geloven dat dit het moment was waarop Krishna zijn lichaam verliet.

Volgens de meeste interpretaties van hindoeteksten bevindt de aarde zich thans in Kali Yuga, hoewel anderen menen dat de aarde aan het begin staat van Dwapara Yuga. Hindoes geloven dat de mensheid geestelijk degenereert tijdens Kali Yuga; het wordt meestal aangeduid als het Duistere Tijdperk omdat de mensheid dan het verst van het goddelijke (het ideaalbeeld) verwijderd is.

Tijdens deze laagste fase zijn de meeste mensen zich enkel bewust van de fysieke aspecten van het leven; de grootste nadruk ligt op materiële overleving. De relatie tussen mensheid en spiritualisme wordt voornamelijk bepaald door bijgeloof en gezag.

Hindoes beschouwen ethiek over het algemeen als vergelijkbaar met een stier. Tijdens Satya Yuga, het eerste stadium van ontwikkeling, heeft de stier vier poten, waarvan hij er tijdens elk volgend stadium één verliest. Bij het aanbreken van het tijdperk van Kali heeft de stier nog maar één poot: ethiek komt uiteindelijk neer op de mensheid.