Duitse Rijk

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Staatkundige geschiedenis van Duitsland

Kelten
Germanen
Grote Volksverhuizing (4e-6e eeuw)


Frankische Rijk (5e eeuw-843)
Oost-Frankische Rijk (843-962)
Banner of the Holy Roman Emperor (after 1400).svg Heilige Roomse Rijk (962-1806)


Rijnbond (1806-1813)
Flag of Germany (3-2 aspect ratio).svg Duitse Bond (1815-1866)
Flag of the German Empire.svg Noord-Duitse Bond (1866-1871)


Duitse Rijk
Flag of the German Empire.svg Duitse Keizerrijk (1871-1918)
Flag of Germany (3-2 aspect ratio).svg Weimarrepubliek (1918-1933)
Flag of German Reich (1935–1945).svg nazi-Duitsland (1933-1945)
Flagge Preußen - Provinz Ostpreußen.svg Oostgebieden (-1945)


Na-oorlogs Duitsland
Merchant Flag of Germany (1946-1949).svg geallieerde zones (1945-1949)
Flag of Saar (1947–1956).svg Saarland (1947-1956)
Verdeeld Duitsland:

Vlag van Duitsland Bondsrepubliek (1949-1990)
Vlag van Duitse Democratische Republiek DDR (1949-1990)

Duitse hereniging (1990)

Vlag van Duitsland Duitsland (1990-heden)


Portaal  Portaalicoon  Duitsland
Portaal  Portaalicoon  Geschiedenis

Duitse Rijk (Duits: Deutsches Reich) was onder meer de officiële naam van Duitsland van 1871 tot 1945.

Inleiding[bewerken]

De term wordt gebruikt voor:

  • Het Heilige Roomse Rijk, het rijk van Karel de Grote, die zich in 800 tot Romeins keizer liet kronen. Daarin lag de pretentie dat de keizer de evenwaardige seculiere vorst van de christenheid zou zijn naast de paus als kerkvorst. Frankrijk en Groot-Brittannië zouden later deze pretentie weerspreken, waardoor het Rijk steeds meer een 'Duits' Rijk werd, waaronder ook de Nederlanden, Bohemen, Noord-Italië en delen van Bourgondië behoorden. Sinds de 15e eeuw had het rijk daarom de begrenzende toevoeging "van de Duitse Natie": Heiliges Römisches Reich deutscher Nation. In 1806 deed onder de druk van Napoleon Bonaparte de toenmalige en laatste keizer Frans II afstand van zijn imperium.
  • Toen in 1848/1849 het Frankfurter Parlement een gezamenlijke Duitse staat wilde oprichten was er ingrijpend verschil van mening of dit een nieuwe nationale staat van het Duitse volk zou moeten worden of een herstel van het oude multi-nationale rijk. Toen de koning van Pruisen door het parlement de kroon werd aangeboden, weigerde hij omdat een soeverein zijn kroon niet uit handen van een burgerlijk parlement kon aanvaarden, maar alleen uit Gods genade.
  • Inmiddels groeide de economische samenhang tussen de verschillende Duitse vorstendommen en steden en in 1867 richtten zij onder leiding van Otto von Bismarck, de Pruisische minister-president, een Noord-Duitse Bond op. Het parlement van die bond heette Reichstag. Na de nederlaag van Frankrijk tegen een verenigd Duits leger onder Pruisische leiding traden in 1870 de Zuid-Duitse staten ook tot de bond toe, die nu Deutsches Reich heette (zie Duitse Keizerrijk). De Pruisische koning werd Deutscher Kaiser. Oostenrijk bleef buiten het nieuwe rijk.
  • De in 1867 opgerichte staat kreeg in 1871 een nieuwe grondwet, die in 1919 werd herzien want het keizerrijk werd toen opgeheven en Duitsland een republiek. Voor de tijd van 1919-1933 spreekt men van de Weimarrepubliek, voor de tijd vanaf 1933 van het nationaalsocialistische Duitsland of Drittes Reich. De staatsrechtelijke benaming voor Duitsland veranderde in 1943 echter in Groot-Duitse Rijk.

In 1945 werd het rijk handelingsonbekwaam omdat de vier overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog de regeringsmacht overnamen. In 1949 richtten afgevaardigden van de Westerse Duitse staten met het Grundgesetz de Bundesrepublik Deutschland op die zich als de voortzetter van de Duitse staat ziet. De huidige Duitsers zijn dus inwoners van dezelfde staat die in 1867 werd opgericht, ook al zijn de benamingen, landsgrenzen en grondwetten veranderd.

Heilige Roomse Rijk (800-1806)[bewerken]

1rightarrow blue.svg Zie Heilige Roomse Rijk voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Een beginpunt van het Heilige Roomse Rijk ligt in de opkomst van Frankische koningsgeslachten die tussen 500 en 800 na Chr. vanuit hun zwaartepunt in Noord-Frankrijk de overige Germaanse vorstendommen onder hun gezag wisten te brengen. In 800 liet de Frankische koning Karel de Grote zich kronen tot keizer van een 'hersteld' West-Romeins rijk dat door het Byzantijnse Rijk (het vroegere Oost-Romeinse Rijk) niet als zodanig werd erkend. Heilig werd het rijk pas veel later genoemd. Dit rijk zou bij het Verdrag van Verdun in 843, in drieën worden gedeeld. Het westelijke deel werd het koninkrijk Frankrijk, het middendeel Lotharingen onder Lotharius die tevens de keizerstitel kreeg. In het oostelijk deel werd de kiem voor het latere Duitse rijk gelegd met als eerste koning Karloman de Beier. Lotharingen zou verzwakken en verdeeld raken tussen het sterkere Oost-Frankische en West-Frankische Rijk. Het keizerrijk bleef een gedecentraliseerde staat, waarin de afzonderlijke vorstendommen steeds meer autonomie verwierven en het gekozen keizerschap door de machtige vorsten werd gebruikt om hun belangen veilig te stellen. In het begin namen zij de titel zelf op zich zoals de Saksische Ottonen, later kozen zij vaak, waarbij ze anderen tegen zich uitspeelden, een zwakke 'zetbaas'. In de 16de eeuw wisten de Oostenrijkse Habsburgers de titel te verwerven en erfelijk te maken. Karel V zou de laatste krachtige keizer zijn die in het hele rijk zijn gezag behield. Hij en zijn opvolgers waren echter de kampioen van de Rooms-Katholieke Kerk en dat marginaliseerde hun gezag in de lutherse vorstendommen en steden, vooral toen hun greep naar de macht tot de Dertigjarige Oorlog leidde die de verwoesting van Duitsland met zich bracht en de twee rivaliserende kerken eeuwenlang in een patstelling zou brengen. De zwakte gaf delen van het rijk de mogelijkheid zich af te scheiden van het rijk, zoals de Noordelijke Nederlanden bij het Verdrag van Münster in 1648. Onder pressie van de Franse machthebber Napoleon Bonaparte legde in 1806 Frans II, die zich al sinds 1804 keizer van Oostenrijk noemde, de Rooms-Duitse keizerkroon neer. In 1815 werd de Duitse Bond opgericht.

Duitse keizerrijk (1871-1918)[bewerken]

1rightarrow blue.svg Zie Duitse Keizerrijk voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het Duitse Rijk 1871-1918

Het Duitse Rijk ontstond als (semi-)constitutionele monarchie na de Frans-Duitse Oorlog van 1870/1871. De Pruisische premier Otto von Bismarck verenigde in dat laatste jaar de door Pruisen gedomineerde Noord-Duitse Bond met de Zuid-Duitse staten Baden, Beieren, Württemberg en het zuidelijke deel van Hessen-Darmstadt, evenals Elzas-Lotharingen als protectoraat, onder Wilhelm I van Pruisen, nu Duits keizer. Het was een statenbond onder Pruisische leiding, waarbij de afzonderlijke staten op cultureel en bestuurlijk gebied een zekere mate van autonomie genoten.

Tijdens de vroegere verdeeldheid van de Duitse landen hadden Engeland en Frankrijk hun macht wereldwijd door koloniale expansie uitgebreid. Kleinere koloniale mogendheden zoals Nederland, België en Portugal hadden ook een graantje mee kunnen pikken, maar zowel Duitsland als Italië verenigden zich te laat om aan deze wedloop nog echt mee te kunnen doen. Kanselier Otto von Bismarck slaagde er via de Conferentie van Berlijn nog wel in enige koloniën te verwerven, maar hoewel Duitsland al snel de leidende rol in industrieel en economisch opzicht op zich nam, voelde het zich door zijn ligging midden in Europa toch gefnuikt in zijn groeimogelijkheden. Het ontstaan van het Duitse Rijk werd door de andere traditionele machten in Europa als een bedreiging gezien voor hun belangen, vooral toen de nieuwe macht de Britse hegemonie op industrieel gebied overnam en zijn militaire kracht flink ging vergroten.

De spanningen die dit veroorzaakte, leidden in 1914 tot de Eerste Wereldoorlog. Die draaide uit op een Duitse nederlaag en bracht in 1918 de Novemberrevolutie met zich mee, waarin de monarchie werd afgeschaft. Bij de ondertekening van het vredesverdrag, vrede van Versailles (1919), moest het Duitse Rijk een flink stuk van zijn grondgebied afstaan aan voornamelijk Polen en Frankrijk.

Weimarrepubliek (1918-1933)[bewerken]

1rightarrow blue.svg Zie Weimarrepubliek voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het Duitse Rijk in 1925

Na de val van de monarchie werd door sociaaldemocraten een democratische republiek uitgeroepen, later informeel Weimarrepubliek genoemd naar de stad waar de grondwet werd afgekondigd. Deze republiek had vanaf het begin al te kampen met de instabiliteit en chaos van het naoorlogse Duitsland. In deze periode stegen de prijzen voor voedsel en andere levensbehoeften snel waardoor een groot deel van de bevolking in armoede verviel. Daardoor was het Duitse volk ontevreden, hetgeen leidde tot een radicalisering ter rechter- en ter linkerzijde waarbij de twee kampen elkaar met links- en rechtsradicale knokploegen letterlijk op straat bevochten. In de latere jaren 20 kwam er wat meer stabiliteit in het land en ook de economie verbeterde zodat de werkloosheid verminderde en men weer op de gematigder middenpartijen stemde. Het land leek in rustiger vaarwater te zijn gekomen. Maar hieraan kwam een abrupt einde met de beurscrash van de jaren dertig die de economie wereldwijd liet instorten en massale werkloosheid veroorzaakte. De chaos kwam terug op de straat en wanhopig zocht men een 'sterke man' die de politieke en economische puinhoop zou opruimen en orde en tucht kon herstellen. In het begin van de jaren 30 werd Adolf Hitler steeds populairder onder de kiezers en uiteindelijk kwam zijn NSDAP aan de macht. Vrijwel direct na zijn aantreden (januari 1933) draaide Hitler de al wankele democratie van de Weimarrepubliek definitief de nek om (zie Gleichschaltung) en veranderde Duitsland in een totalitaire dictatuur. De geschiedschrijving laat hiermee de periode van de Weimarrepubliek gewoonlijk ophouden.

Nazi-Duitsland (1933-1945)[bewerken]

1rightarrow blue.svg Zie Nazi-Duitsland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het Groot-Duitse Rijk in 1943

Het nationaalsocialistische regime noemde het Duitse Rijk nu het Derde Rijk. Als Eerste Rijk gold het oude Heilige Roomse Rijk (962-1806), als Tweede Rijk het Duitse Keizerrijk (1871-1918). Volgens hun verwachting zou het Derde Rijk 1000 jaar bestaan. Hitler maakte Duitsland meer tot een eenheidsstaat door de stelselmatige verzwakking van de bevoegdheden van de afzonderlijke deelstaten (vooral Pruisen dat twee derde van het Duitse Rijk besloeg werd het slachtoffer) en deed de economische situatie in eerste instantie daadwerkelijk verbeteren door massale werkverschaffingsprojecten. Een ander punt was dat Hitler de na de Groote Oorlog verloren gegane gebieden terug wilde en zelfs de hegemonie over Europa nastreefde en daarbij de volgens de nazi-ideologie 'inferieure rassen' zoals Joden en Slaven wilde uitroeien.

Voor 1940 werden Oostenrijk met de Anschluss en Tsjechië met het verdrag van München bij het Duitse Rijk gevoegd zonder dat er een oorlog voor nodig was. Maar met zijn voortgaande agressieve buitenlandse politiek stuurde Hitler toch onvermijdelijk op oorlog aan, die met de aanval op Polen in 1939 begon (zie verder het artikel over de Tweede Wereldoorlog). Duitsland liep hierin een groot deel van Europa onder de voet, maar toen Hitler de Sovjet-Unie in 1941 wilde vernietigen om lebensraum voor Duitsland te verkrijgen greep hij te hoog. Aanvankelijk, in de eerste maanden van de aanval, leek Duitsland de Sovjet-Unie op de knieën te krijgen maar tegen december was er een patstelling ontstaan maar Hitler weigerde op vredesvoorstellen van de Sovjetdictator Jozef Stalin in te gaan. De volgende jaren drongen de geallieerde tegenstanders van Hitler (voornamelijk de Britten, Amerikanen en Sovjets) langzaam de Duitse legers terug naar Duitsland. Ondertussen in 1943 had Hitler niet alleen de sinds 1919 afgestane gebieden weer officieel bij het Duitse Rijk gevoegd maar ook grote gebieden die oorspronkelijk daarbuiten lagen zoals in het oosten gebieden van het opgeheven Polen en Tsjecho-Slowakije en in het westen Luxemburg. Dit geheel werd nu officieel betiteld als het Groot-Duitse Rijk. Groot-Duits verwees naar de 19e-eeuwse politieke stroming de Groot-Duitse richting die een vereniging van alle Duitstalige gebieden van Europa nastreefde. Met de anschluss (1938) van Oostenrijk had Hitler dit ideaal al grotendeels verwezenlijkt. Het Groot-Duitse Rijk hield maar even stand, namelijk tot 1945, toen uiteindelijk een catastrofale nederlaag volgde waarbij het hele (Groot-)Duitse Rijk bezet werd door de geallieerden.

Na 1945[bewerken]

Op 8 mei 1945 capituleerden de Duitse strijdkrachten, op 23 mei werd de laatste Duitse rijksregering gearresteerd. In 1949 richtte men in de Duitse landen van de drie westerse bezettingszones de Bundesrepublik Deutschland op. De communisten richtten in de Sovjetzone in het Oosten een Deutsche Demokratische Republik op. Begin jaren 70 probeerde de bondsregering de relaties met de communistische landen te normaliseren, ook met de DDR. De oppositie in de Bondsrepublik legde bezwaar in. Het Bundesverfassungsgericht stelde naar aanleiding van de toetsing van het Grundlagenvertrag met de DDR op 31 juli 1973 het volgende vast:

Das Deutsche Reich existiert fort, besitzt nach wie vor Rechtsfähigkeit, ist allerdings als Gesamtstaat mangels Organisation, insbesondere mangels institutionalisierter Organe selbst nicht handlungsfähig.
Mit der Errichtung der Bundesrepublik Deutschland wurde nicht ein neuer westdeutscher Staat gegründet, sondern ein Teil Deutschlands neu organisiert […]. Die Bundesrepublik Deutschland ist also nicht „Rechtsnachfolger“ des Deutschen Reiches, sondern als Staat identisch mit dem Staat „Deutsches Reich“, – in bezug [sic] auf seine räumliche Ausdehnung allerdings „teilidentisch“, so daß insoweit die Identität keine Ausschließlichkeit beansprucht. […] Sie beschränkt staatsrechtlich ihre Hoheitsgewalt auf den „Geltungsbereich des Grundgesetzes“.

In vertaling:

Het Duitse Rijk bestaat nochtans en is rechtsgeldig, echter is niet meer handelsbekwaam als coherente staat vanwege het ontbreken van een bestuur, met name het ontbreken van geïnstitutionaliseerde (overheids)organen.
Bij de oprichting van de Bondsrepubliek Duitsland werd er geen nieuwe staat opgericht, maar een deel van Duitsland gereorganiseerd [-]. De Bondsrepubliek is aldus geen 'Rechtmatig erfgenaam' van het Duitse Rijk, maar als staat identiek aan de staat 'Duitse Rijk'. Met betrekking tot haar grondgebied is de republiek slechts voor een deel identiek met het Duitse Rijk, zodat zij deze identiteit (van het Duitse Rijk) niet exclusief voor zich kan opeisen. [...] Staatsrechtelijk beperkt haar soevereiniteit zich tot jurisdictie van haar grondwet.

Dit wil zeggen dat de Bondsrepubliek geen erfgenaam is van het Rijk, maar een voortzetting ervan.

De passage van het "slechts voor een deel identiek" zijn van de Bondsrepubliek met het Duitse Rijk, komt tot uitdrukking in het feit dat de Bondsrepubliek Duitsland (thans geheel Duitsland, tot 1990 "West-Duitsland") geen aanspraken op de voormalige gebieden van het Duitse Rijk in het oosten meer maakt sinds 1970 c.q. 1990, maar dat volgens het Bundesverfassungsgericht het handelingsonbekwame maar voortbestaande Duitse Rijk nog altijd die gebieden omvat die op 1 maart 1937 internationaal erkende delen van het Duitse Rijk als staat waren.

Deze uitspraak werd in de communistische Volksrepubliek Polen als revanchistisch gezien, temeer omdat deze natie na 1945 voorheen Duitse gebieden onder haar controle kreeg en de Duitse bevolking verdreef. Deze problematiek bezwaart de verstandhouding tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de moderne Derde Poolse Republiek nog altijd.

Staatshoofden[bewerken]

Duitse Keizerrijk (1871-1918)[bewerken]

Weimarrepubliek (1919-1933)[bewerken]

Nazi-Duitsland (1933-1945)[bewerken]