Over Groot Moeders’ Leven

Na de CD’s ‘Op Harpen en Snaren’, ‘Met Harp en Ziel’, ‘Die Goede Oude Kerst’, ‘Over Levenskunst met Fingerspitzengefühl’ en het boek ‘Van Vlaamsche Verzekens, Sagen en Sterreliedekens’ stel ik u graag mijn nieuwe boek ‘Over Groot Moeders’ Leven’ voor. ‘Over Groot Moeders’ Leven’ is niet enkel een verhaal van vier moeders, maar ook van vier fijnbesnaarde vrouwen die soms enkel met stilte het moederschap kunnen verwoorden. Een compositie waarin er even geproefd wordt van het leven van de verschillende generaties moeders op rij met de rust of de onrust die zij een plaats trachten te geven in het dagdagelijkse leven.
Is er tussen de moeders die leefden of soms ook wel ‘overleefden’ tussen 1850 en 2011 een echt wezenlijk verschil, of zorgen de genen ervoor dat er wezenlijk niet zoveel verandert ondanks de lange levenswandel die zij al achter de rug hebben.
Een zoektocht langs de draaiende wieken van een molen, een vlucht tijdens de oorlog door de eerlijke ogen van een kind, een concerto door de soms strak gespannen harpsnaren. Een terugblik met bedenkingen, overdenkingen, herkenning, een glimlach, wat melancholie, een ontdekking, bewondering, verwondering, steeds fijn gekruid met heel veel liefde. Een bloemlezing in onze moedertaal door moeders, voor moeders en eenieder die het onvermoeibare, moedige moederschap in zijn hart draagt.

In het boek “Over Groot Moeders’ Leven” (garengenaaid met soepele kaft, 368 blz.) uitgebracht in eigen beheer (D/2011/Katleen De Vylder, uitgever) (ISBN 978 908 1453 417), kunnen we lezen over het leven van een molenaarsgezin, waarin de overgrootmoeder de spil is, het creëren van de typische Kempische kledij, het bewaren van voedsel, de belangrijke plaats die het geloof dagdagelijks bij hen innam. Na deze prelude volgt er een symfonie waarin de grootmoeder een hoofdrol vertolkt, komt het overleven tijdens de oorlogsjaren aan bod en ook het woord en de muziek nemen al een grotere plaats in. De gevolgen van de tijdsgeest in combinatie met de oorlogsjaren komen tot uiting bij de moeder die haar jeugdjaren tijdens de woelige jaren veertig doorbrengt. De pianomuziek begeleidt deze jaren op een virtuoze manier. Nadien, vanaf de jaren zestig, komt het kind aan bod met zijn liefde voor het woord, de dans, de natuur, de gitaar, de harp, het leven, aangevuld met een blik achter de coulissen van het concertleven van een harpiste, en hoe dit alles op het einde van de twintigste eeuw in Vlaanderen werd ingevuld. Ook dit kind wordt moeder,… De genen overleven en worden gekenmerkt door hun gedrevenheid en het gevecht met de maar weinige kracht die er lichamelijk aan toegevoegd werd.