Waterbed
Eén van de belangrijkste punten blijft natuurlijk: helpt cameratoezicht
nou eigenlijk wel? Doordat er in Nederland weinig ervaring is opgedaan
met cameratoezicht is dit geen eenvoudig te beantwoorden vraag. Een paar
dingen kunnen hierover echter wel gezegd worden. In de evaluatie van het
project van Ede viel al te lezen dat cameratoezicht ‘gevoelens van onveiligheid’
niet zomaar wegneemt. Integendeel, vijf maanden na het plaatsen van camera’s
voelden minder mensen zich veilig dan voor plaatsing. Uit Schots onderzoek
blijkt tevens dat na een korte daling de ‘gevoelens van onveiligheid’ vaak
weer toenemen.
Ook is er rond cameratoezicht in vele gevallen sprake van het zogenaamde
waterbedeffect. Steeds vaker worden camera’s geinstalleerd in gebieden
waar sprake is van drugsoverlast of hangjongeren. Na het ophangen van camera’s
verdwijnt het hele circus naar een andere buurt of het pleintje verderop.
De ene buurt blij, de andere boos, maar een oplossing is het zeker niet.
Dat sociale problematiek niet op te lossen is met technische middelen
als cameratoezicht bleek ook op het August Allabéplein. Een deel
van de jongeren die op het plein overlast veroorzaakte vertrok afgelopen
zomer in het kader van het project ‘En nu iets positiefs’ naar Marokko.
Geconfronteerd met de situatie aldaar drong bij hen het besef door dat
ze in Amsterdam op een doodlopende weg beland waren. Teruggekomen in Amsterdam
ging het grootste deel terug naar school of aan het werk. Sinds die tijd
is het stukken rustiger op het plein.
Het besef dat technologie niet alle problemen oplost lijkt ook in
politiekringen langzaam door te dringen. Zo ontpopte de Leeuwarder hoofdcommissaris
Bangma zich onlangs in het Algemeen Politieblad niet bepaald tot voorstander
van cameratoezicht. ‘Afstandelijk, vertechnocratiseerd, anoniem toezicht’,
aldus Bangma. ‘Camera’s leggen geen verbinding met mensen, ze registreren
alleen maar.’
Het land waar vaak naar wordt verwezen als het om cameratoezicht
gaat is Engeland.
In Groot-Brittanië vindt in meer dan 500 steden cameratoezicht
plaats. Dat ondanks de miljarden guldens die hier in gestoken zijn de criminaliteitscijfers
nog steeds een stuk hoger liggen dan in Nederland zou een ieder aan het
denken moeten zetten. Zoals de Britse criminoloog professor Jason Ditton
het onlangs zei op een congres over Technologie en Samenleving: ‘Elke criminoloog
weet dat criminaliteitscijfers op en neer gaan. Cameratoezicht heeft daar
nauwelijks effect op. Veel belangrijker zijn economische factoren, werkeloosheid
en dergelijke.’ Tot wat voor excessen cameratoezicht soms leidt in zijn
land, illustreerde Ditton aan de hand van het project in zijn geboortedorp.
Dit dorp met 500 inwoners besteedde onlangs zo’n veertien miljoen gulden
aan de aanschaf van camera’s.
De verwachting is dat het grootste deel van de Amsterdamse gemeenteraad
zal instemmen met het plaatsen van camera’s op de Nieuwendijk en rond de
Zeedijk. Dat hiermee de overlast van junks en dealers niet verdwijnt staat
al zo goed als vast. Hooguit zal het zorgen voor een verschuiving van het
probleem, terwijl iedereen het er over eens is dat het ‘rondpompen van
verslaafden’ tot niks leidt. Daarnaast kost het ook nog eens handen vol
geld. Geld dat beter besteed kan worden aan zaken als betere verlichting,
het creëren van woonruimte boven winkels, meer gebruikersruimtes (die
niet om 6 uur ‘s avonds dichtgaan) en uitbreiding van experimenten met
vrije verstrekking. Dat een privacy-schendend instrument als cameratoezicht
nu ingevoerd dreigt te worden uit een soort machteloosheid ("We weten het
ook niet meer…’) is een slechte zaak.