KOCSIS Sándor

Geboren : 21 september 1929 (Kõbányán - Hongarije)
Overleden : 22 juli 1979 (Barcelona - Spanje)
Club(s) als speler: Kõbányai TC (1943-44), Ferencvárosi TC (1945-50), ÉDOSZ SE (1950), Bp. Honvéd SE (1950-56), FC Young Fellows Zurich (Zwitserland 1957-58), FC Barcelona (Spanje 1958-65)
Clubs als trainer: Barcelona (1967-70), Hercules Alicante (1972-74).
Positie : Voorspeler (rechtsbinnen)

Biografie :

Geboren in Boedapest, bracht Kocsis zijn jonge jaren door in de door de oorlog geteisterde Hongaarse hoofdstad, waar hij in de schuilkelders het voetbalspelletje leerde door met een lappenbal te oefenen. Onmiddellijk na de oorlog nam zijn vader hem mee naar Ferencváros, waar hij op 26 mei 1946 als 16-jarige debuteerde in de eerste ploeg, tegen Kispest dat Puskás in de ploeg had. Kocsis was een grote, zenuwachtige jongen en met een gewichtstekort. De club hielp hem zich te ontwikkelen door hem speciale voedselpakketten te bezorgen, terwijl zijn vader een locale herberg mocht uitbaten.

In de trui van Ferencváros TC

Op 18-jarige leeftijd maakte hij op 6 juni 1948 in Boedapest een veelbelovend internationaal debuut, waarbij voor 45.000 toeschouwers gewonnen werd tegen Roemenië met 9-0 en hij scoorde tweemaal. Wanneer hij in 1950 zijn militaire dienstplicht moest vervullen, kreeg hij de “keuze” om óf voor Honvéd te spelen óf als soldaat dienst te doen in een grenspost. 'Schani' kreeg de titel van kapitein van de infanterie en kwam zo in de grote legerploeg, Kispest Honvéd, terecht, alhoewel zijn hart voor Ferencváros bleef slaan. Zoals bij Puskás met Bozsik, ontwikkelde zich een innige vriendschap tussen Kocsis en Budai László, die ongeveer op hetzelfde tijdstip als hijzelf bij Ferencváros was beland en die eveneens door Honvéd werd ingelijfd. Hij had een uitstekend positiespel, was krachtig, bezat een grote veerkracht en een onverbiddelijk accuraat kopspel. Hij kreeg dan ook de bijnaam “The Golden Head”. Hij werd in 1952 Olympisch Kampioen en speelde er vijf matchen. Ook tijdens de Wereldbeker 1954 speelde hij vijf matchen. Tijdens de finale van die Wereldbeker in het Wankdorf Stadion van Bern, was de stand 3-2 in het voordeel van de West-Duitsers, toen op een center van Tóth Mihály, Kocsis' kopbal op de deklat van doelman Turek belandde, waardoor de zo succesrijke goalgetter het belangrijkste doelpunt uit zijn carrière miste én Hongarije de wereldtitel. Hij was wel de enige speler, samen met Gerd Müller in 1970, die twee hat-tricks scoorde tijdens eenzelfde tornooi. Op 3 juni 1956 speelde hij ook de match tegen België op de Heizel, door Hongarije verloren met 5-4, maar hij scoorde wel twee doelpunten (28' 1-2 en 31' 1-3). Samen met Puskás vormde hij het sterkste en productiefste aanvalsduo aller tijden. In oktober 1956 hadden zij samen 160 doelpunten gescoord voor Hongarije. Puskás scoorde 85 maal in 84 matchen en Kocsis 75 maal in 68 matchen, zodat hij zelfs een hoger gemiddelde had dan zijn illustere ploegmaat. Zijn familie was ten andere niet altijd opgezet van de wijze waarop Sándor behandeld werd, in vergelijking mat Puskás. Deze had volgens hen slechts één voet, terwijl Kocsis er twee had, met daarnaast nog een hoofd. Maar Kocsis was dan ook eerder een introvert persoon, terwijl Puskás zijn publiciteit heel wat beter kon verzorgen. Zijn laatste match in de trui van Hongaars international speelde hij op 14 oktober 1956 in en tegen Oostenrijk, waar gewonnen werd met 0-2.
Nadat in 1956 de Hongaarse opstand losgebroken was, bevond Kocsis zich, na de inval van de Russische tanks, met zijn ploeg Kispest Honvéd in Wenen. Daar besloot hij, samen met Puskás en Czibor, niet terug te keren naar Hongarije. Geschorst door de FIFA tekende hij als speler-trainer bij een kleine Zwitserse club, FC Young Fellows Zurich, maar werd in 1958 naar FC Barcelona getransfereerd. Daar zou hij zijn ex-ploegmaat Czibor terugvinden, met wie hij samen nog grote successen zou boeken. De UEFA beker won hij in 1960 en speelde nog een verloren finale in 1962. In 1961 had hij met Barcelona tegen Benfica opnieuw in een belangrijke finale gestaan: die van Europacup I. Het Wankdorfstadion in Bern was weer het decor. Kocsis scoorde dit keer wel, maar verloor andermaal met 3-2. Hij stopte met voetballen in 1966, op 37-jarige ouderdom, en werd gedurende één jaar trainer bij Alicante. Vervolgens was hij gedurende een tijdje herberguitbater in Barcelona, in de buurt van Nou Camp. De zwijgzame Hongaar begon stevig te drinken en nadat hij voorheen reeds een voet geamputeerd was, pleegde hij in de ban van een zware depressie en door maagkanker getroffen, zelfmoord door zich uit een venster van de zevende verdieping van het hospitaal te werpen, waar hij verpleegd werd. Op die noodlottige 22 juli 1979 was hij nog geen vijftig jaar oud...

Kocsis als fiere international.
Kocsis had een stevig kopspel en werd "The Golden Head" genoemd.
Als speler van FC Barcelona.

ERELIJST :

Club:
* Hongaars Kampioen met Ferencváros 1949, 1950.
* Hongaars Kampioen met Kispest Honvéd 1952, 1954 en 1955.
* Hongaars topscorer met Kispest Honvéd: 1951 (30 doelpunten), 1952 (36) en 1954 (33).
* Spaans Kampioen met FC Barcelona 1959 en 1960.
* Spaanse Beker (Copa del Rey) met FC Barcelona 1959 en1963.
* Winnaar UEFA Beker met FC Barcelona 1960.
* Europees topscorer (nu Gouden Bal): 1952 (36 doelpunten) en 1954 (33 ).
* Tweede beste Hongaarse speler van de eeuw (IFFHS).
* 39 de beste speler van de eeuw (IFFHS - International Federation of Football History and Statistics)
* 194 matchen en 140 doelpunten met FC Barcelona.

Nationaal elftal :
* Olympisch Kampioen Helsinki 1952 (5 gespeelde matchen, 6 doelpunten).
* Tweede Wereldbeker Zwitserland 1954 (5 gespeelde matchen).
* Beste goalgetter Wereldbeker 1954 (11 doelpunten).
* Winnaar Dr. Gerõ-Svehla Cup editie 1948-1953 (drie matchen gespeeld)
* 68 caps.
* 75 doelpunten.

Nog een doelpoging met het hoofd.
Grafplaat van Kocsis Sándor in Barcelona.