JAARBOEK CHINA (INCLUSIEF HONGKONG EN MACAO) 2004
Staatshoofd: Hu Jintao (volgde in maart Jiang Zemin op)Regeringsleider: Wen Jiabao (volgde in maart Zhu Rongji op)
Doodstraf: wordt gehandhaafd
VN-Vrouwenverdrag: geratificeerd met voorbehoud
Facultatief Protocol bij het VN-Vrouwenverdrag: niet ondertekend
Ondanks een aantal positieve stappen werden geen fundamentele juridische en institutionele hervormingen doorgevoerd die nodig zijn om een einde te maken aan ernstige mensenrechtenschendingen. Tienduizenden mensen bleven gedetineerd in strijd met hun recht op vrijheid van meningsuiting en vereniging, en liepen groot gevaar te worden gemarteld of mishandeld. Duizenden mensen werden ter dood veroordeeld of geëxecuteerd. De culturele en religieuze rechten van de voornamelijk uit moslims bestaande etnische Oejgoeren werden verder aan banden gelegd in Xinjiang, waar duizenden mensen zijn gedetineerd of gevangen gezet wegens zogenaamde “separatistische” of “terroristische” misdrijven. In Tibet en andere etnische Tibetaanse gebieden, was de vrijheid van meningsuiting en van godsdienst nog altijd ernstig beperkt. China bleef de internationale “oorlog tegen terrorisme” aangrijpen om vreedzaam protest de kop in te drukken.
ACHTERGROND
Een nieuwe regering onder leiding van president Hu Jintao en premier Wen Jiabao trad in maart aan en voerde een aantal positieve hervormingen door, waaronder het afschaffen van het systeem van administratieve detentie “hechtenis en repatriëring” (zie onder). Er werden echter geen wezenlijke maatregelen genomen om dieperliggende juridische en institutionele zwakheden aan te pakken, waardoor mensenrechtenschendingen veelal ongestraft blijven.
De uitbraak van het Severe Acute Respiratory Syndrome (SARS) in februari werd de eerste grote test voor de nieuwe leiders. Na maandenlang te hebben geprobeerd cruciale informatie over de verspreiding van de ziekte achter te houden, gaven de autoriteiten uiteindelijk toe aan de internationale roep om meer verantwoording en openheid. De Wereldgezondheidsorganisatie maakte in juni bekend dat de epidemie onder controle was.
In juli riep een vooraanstaande Chinese leider, Luo Gan, op tot voortzetting van de “lik op stuk” misdaadbestrijdingscampagne, die na de invoering in april 2001 had geleid tot een snelle toename van het aantal doodvonnissen en terechtstellingen; gevreesd werd dat de campagne zou blijven leiden tot snelrechtprocedures, marteling en mishandeling om “bekentenissen” af te dwingen en het opleggen van de doodstraf zonder eerlijk proces.
In augustus bespraken deelnemers aan het Negende Nationale Vrouwencongres naar verluidt een enquête waaruit bleek dat huiselijk geweld in eenderde van alle Chinese huishoudens voorkwam. De toegenomen berichtgeving in de media over dit onderwerp leek te wijzen op meer bereidheid om deze diepgewortelde en wijdverbreide misstand aan te pakken.
China haalde de banden aan met buurlanden, waaronder de landen in Centraal-Azië onder auspiciën van de Shanghai Cooperation Organization, evenals met India, Nepal en Pakistan. Dit leek mede te worden ingegeven door de gedwongen terugkeer van Chinezen, met name Oejgoerse asielzoekers en vluchtelingen, die door de Chinese autoriteiten afgeschilderd werden als “separatisten” of “terroristen”.
De vrees bestond dat de internationale gemeenschap een soepelere houding zou aannemen tegenover China door mensenrechtenkwesties alleen achter gesloten deuren aan te kaarten en niet aan het oordeel van het publiek over te laten. Deze zorgen bleken gegrond toen de VN-Commissie voor de Rechten van de Mens voor het tweede achtereenvolgende jaar geen resolutie indiende waarin de mensenrechtensituatie in China werd bekritiseerd. Niettemin velde de Speciale VN-Rapporteur inzake onderwijs een uiterst kritisch oordeel over het Chinese onderwijsbeleid na haar bezoek aan Beijing in september.
SCHENDINGEN IN VERBAND MET ECONOMISCHE HERVORMINGEN
De autoriteiten traden steeds harder op tegen mensen die protesteerden tegen het slopen van huizen en uitzettingen, met name in grote steden als Shanghai en Beijing, waar de sloop van oude huizen werd versneld nu Beijing zich opmaakt voor de Olympische Spelen van 2008. Talloze vreedzame demonstranten werden gedetineerd en advocaten die deze demonstranten verdedigden liepen het risico te worden gearresteerd of geïntimideerd.
De vrijheid van meningsuiting en van vereniging van arbeidersorganisaties waren nog altijd uiterst beperkt en onafhankelijke vakbonden bleven illegaal. Velen van hen die protesteerden tegen massaontslagen, lage lonen, managementcorruptie en andere misstanden werden gedetineerd of gevangen genomen.
SCHENDINGEN IN VERBAND MET DE VERSPREIDING VAN HIV/AIDS
De toenemende openheid over gezondheidszaken na het uitbreken van SARS leek als gevolg te hebben dat de autoriteiten zich meer bekommerden om HIV/aids-patiënten, maar ze voldeden niet aan de vraag naar volledige transparantie en verantwoording in verband met de verspreiding van het virus. De officiële cijfers waaruit blijkt dat 840.000 mensen besmet waren met HIV en tachtigduizend mensen aan aids leden, lagen in werkelijkheid vermoedelijk vele malen hoger.
De autoriteiten bleven doof voor de verzoeken van niet-gouvernementele organisaties (NGO´s) en anderen om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het functioneren van door de staat goedgekeurde bloedtransfusiecentra in Henan en andere centrale provincies waarbij maar liefst een miljoen mensen met het HIV-virus zouden zijn besmet. Men bleef zich beroepen op vaag omschreven wetgeving inzake “staatsgeheimen” om verdachten van het bekendmaken van cijfers over de verspreiding van de ziekte te detineren. Medisch specialisten en anderen die probeerden de kwestie onder de aandacht van het publiek te brengen werden gearresteerd of geïntimideerd.
Mensen met HIV/aids bleven lijden door een gebrek aan specialistische medische behandeling en sommigen werden gedetineerd en geslagen nadat ze hadden gedemonstreerd tegen het gebrek aan toegang tot medische zorg.
ONDERDRUKKING VAN SPIRITUELE EN RELIGIEUZE GROEPERINGEN
Leden van niet-officiële spirituele of religieuze groeperingen, waaronder enkele Qigong- groepen en niet-geregistreerde christelijke groeperingen, werden willekeurig gedetineerd, gemarteld en mishandeld.
De hetze in de officiële media tegen de spirituele beweging Falun Gong, die in juli 1999 in de ban werd gedaan als een “ketterse organisatie”, nam in hevigheid toe, hetgeen het klimaat van geweld en onverdraagzaamheid jegens de Falun Gong kennelijk aanwakkerde. Gedetineerde Falun-Gongbeoefenaars, onder wie grote aantallen vrouwen, liepen het gevaar te worden gemarteld en seksueel misbruikt, met name als ze weigerden hun geloofsovertuigingen op te geven. Volgens buitenlandse bronnen binnen de Falun Gong zouden sinds 1999 ruim achthonderd Falun-Gongbeoefenaars tijdens hechtenis zijn overleden, veelal als gevolg van marteling of mishandeling.
Politieke dissidenten en internetgebruikers
Politieke dissidenten en internetgebruikers werden gearresteerd nadat ze hun recht op vrijheid van meningsuiting en vereniging vreedzaam hadden uitgeoefend. Velen werden gevangengezet na oneerlijke processen, vaak op grond van vaag gedefinieerde aanklachten die verband hielden met “staatsgeheimen” of “ondermijning”. De dissident Wang Bingzhang werd veroordeeld tot levenslang op beschuldiging van “terrorisme” (zie onder).
Eind 2003 waren ten minste vijftig mensen gedetineerd of gevangengezet wegens het bekijken of verspreiden van politiek gevoelige informatie op Internet. De straffen liepen uiteen van twee tot twaalf jaar. Ruim honderd anderen werden gedetineerd wegens het “verspreiden van geruchten” of “onjuiste informatie” via Internet en tekstberichten over de uitbraak van SARS in maart. Onduidelijk was hoeveel van hen eind 2003 nog in hechtenis zaten.
MARTELING, ADMINISTRATIEVE DETENTIE EN ONEERLIJKE PROCESSEN
Marteling en mishandeling vonden ook in 2003 op grote schaal plaats in overheidsinstellingen. Veel gehanteerde martelpraktijken waren slaan, schoppen, stroomstoten, ophangen aan de armen, ketenen in pijnlijke posities en ontzegging van slaap en voedsel. Gedetineerde vrouwen werden veelvuldig het slachtoffer van verkrachting en seksueel misbruik.
Miljoenen stedelingen, onder wie rondtrekkende arbeiders, zwervers en dakloze kinderen, werden zonder aanklacht gedetineerd en misbruikt krachtens een systeem van administratieve detentie dat bekend stond als “Hechtenis en repatriëring”. Dit systeem werd formeel afgeschaft toen in augustus nieuwe regels voor landloperij van kracht werden. De afschaffing kwam na een golf van publieke verontwaardiging over de wrede moord op de rondtrekkende arbeider Sun Zhigang in maart, die onwettig werd gedetineerd in een centrum voor “Hechtenis en repatriëring” in de stad Guangzhou.
Een ander systeem, “heropvoeding door arbeid”, bleef evenwel verantwoordelijk voor de detentie van honderdduizenden mensen die maximaal drie jaar zonder aanklacht of proces konden worden vastgehouden. In september kondigde het ministerie van Openbare Veiligheid nieuwe regels aan om de politie ervan te weerhouden martelpraktijken toe te passen in administratieve zaken, maar onduidelijk bleef in hoeverre naleving van deze regels in de praktijk zou worden afgedwongen.
Mensen die werden beschuldigd van zowel politieke als criminele vergrijpen kregen nog altijd geen eerlijk proces. De toegang van gedetineerden tot advocaten en familieleden bleef ernstig beperkt. Politieke processen voldeden bij lange na niet aan de internationale normen voor een eerlijk proces. Mensen die werden aangeklaagd wegens “staatsgeheimen” of “terrorisme” zagen hun wettelijke rechten ingeperkt en werden achter gesloten deuren berecht.
DOODSTRAF
De doodstraf werd in 2003 op grote schaal en willekeurig toegepast, vaak als gevolg van politieke inmenging. Mensen werden terechtgesteld voor drugsdelicten en geweldsmisdrijven, maar ook voor niet-gewelddadige misdrijven zoals belastingfraude en pooien. De autoriteiten hielden de landelijke cijfers over doodvonnissen nog altijd geheim. Eind 2003 waren volgens de incomplete gegevens waarover Amnesty International beschikte 1.639 doodvonnissen uitgesproken en 726 executies voltrokken, ofschoon de werkelijke cijfers vermoedelijk veel hoger liggen.
Terechtstelling vond plaats door middel van de kogel of een dodelijke injectie. In maart zouden de autoriteiten in de provincie Yunnan achttien mobiele executiekamers voor terechtstellingen door middel van een dodelijke injectie hebben gekocht teneinde de “efficiëntie” en “kosteneffectiviteit” van executies te verbeteren.
Gerechtelijke uitspraken door het Opperste Gerechtshof in respectievelijk mei en september maakten het mogelijk de doodstraf ook op te leggen aan mensen die lijden aan SARS en die de ziekte opzettelijk verspreiden, en aan mensen die betrokken zijn bij de illegale productie, handel en opslag van bepaalde hoeveelheden giftige chemicaliën.
NOORD-KOREAANSE ASIELZOEKERS
Honderden, mogelijk duizenden, Noord-Koreaanse asielzoekers in het noordoosten van China werden gearresteerd en gedwongen teruggestuurd naar hun land. China bleef weigeren Noord-Koreanen toe te laten tot een asielprocedure ondanks bewijs dat velen aanspraak konden maken op asiel; dit is in strijd met het VN-Vluchtelingenverdrag waarbij China partij is. De meesten die de grens overstaken waren naar verluidt vrouwen die het risico liepen als bruid te worden verkocht of in de prostitutie terecht te komen. In augustus zou China zijn troepenmacht langs de grens hebben uitgebreid in een kennelijke poging de toevloed van Noord-Koreanen richting China te keren.
De hetze richtte zich vervolgens ook tegen mensen die ervan verdacht werden Noord-Koreanen te helpen, onder wie leden van buitenlandse hulporganisaties en religieuze bewegingen, maar ook etnisch Koreaanse Chinezen, van wie velen voor verhoor werden gedetineerd.
AUTONOME REGIO XINJIANG
De autoriteiten bleven de internationale “oorlog tegen terrorisme” aangrijpen om de meedogenloze onderdrukking in Xinjiang te rechtvaardigen, waarbij de mensenrechten van etnische Oejgoeren ernstig geschonden werden. De autoriteiten maakten nog altijd weinig onderscheid tussen gewelddaden en passief verzet. De onderdrukking richtte zich vaak tegen de Oejgoerse cultuur, zoals de sluiting van verscheidene moskeeën, beperkingen van het gebruik van de Oejgoerse taal en het verbieden van bepaalde Oejgoerse boeken en tijdschriften.
De hetze tegen vermeende “separatisten, terroristen en religieuze extremisten” laaide op nadat in oktober wederom een honderd dagen durende veiligheidsoperatie van start ging. Arrestaties waren aan de orde van de dag en duizenden politieke gevangenen, onder wie gewetensgevangenen, zaten nog altijd vast. Er waren steeds meer aanwijzingen dat China buurlanden onder druk zette om Oejgoeren terug te sturen die verdacht werden van “separatistische” activiteiten, onder wie asielzoekers en vluchtelingen.
AUTONOME REGIO TIBET EN ANDERE ETNISCH TIBETAANSE GEBIEDEN
Een reeks vrijlatingen van vooraanstaande Tibetaanse gewetensgevangenen in 2002 kreeg geen vervolg in 2003, en de vrijheid van godsdienst, vereniging en meningsuiting bleef ernstig beperkt. Contacten tussen de Chinese autoriteiten en vertegenwoordigers van de Tibetaanse regering in ballingschap brachten kennelijk geen wezenlijke politieke veranderingen teweeg. Ruim honderd Tibetanen, voornamelijk boeddhistische monniken en nonnen, zaten nog altijd vast in strijd met hun fundamentele mensenrechten, en willekeurige arrestaties en oneerlijke processen bleven aan de orde van de dag.
HONGKONG (SPECIALE ADMINISTRATIEVE REGIO)
Naar aanleiding van protesten in juli waaraan een half miljoen mensen deelnamen, trokken de Hongkongse autoriteiten uiteindelijk wetsvoorstellen in die ingediend waren op grond van Artikel 23 van de Basiswet, die voorschrijft dat Hongkong zijn eigen wetten moet aannemen om verraad, afscheiding en ondermijning strafbaar te stellen. Gevreesd werd dat de voorstellen zouden worden gebruikt om het recht op vrijheid van meningsuiting en vereniging en de rechtmatige activiteiten van NGO´s en de media in te dammen. De autoriteiten beloofden gewijzigde voorstellen aan het volk te zullen voorleggen, maar gingen niet in op de vraag wanneer dit zou gebeuren.
RAPPORTEN EN BEZOEKEN AMNESTY INTERNATIONAL
People’s Republic of China: Miscarriage of justice? The trial of Tenzin Deleg Rinpoche and related arrests (AI Index: ASA 17/029/2003)
People’s Republic of China: Continuing abuses under a new leadership – summary of human rights concerns (AI Index: ASA 17/035/2003)
In december woonde een afgevaardigde van Amnesty International een symposium van Europese en Chinese deskundigen in Venetië (Italië) bij over gerechtelijke mensenrechtenwaarborgen en het versterken van NGO´s.