Voordat de euthanasiewet van kracht werd, was het zo dat artsen euthanasie moesten melden bij het Openbaar Ministerie. Het CDA denkt dat het met de komst van de euthanasiewet gemakkelijker is geworden voor artsen om euthanasie toe te passen en dat vinden we onwenselijk.

Het CDA keurt het bewust beëindigen van menselijk leven af, maar we erkennen dat zich een noodsituatie kan voordoen waarbij een arts met de rug tegen de muur staat en als medisch professional niets meer voor zijn patiënt kan betekenen. Bij euthanasie moet het altijd gaan om een noodsituatie, om een tragisch dilemma waarin een patiënt in een uitzichtloze situatie verkeert. Als het lijden de overhand heeft genomen, zonder dat er zicht is op herstel. Artsen moeten zich houden aan de wet en moeten worden vervolgd als zij valse overlijdensverklaringen invullen.

Het recht op leven staat voor het CDA bovenaan.

Doodgaan is onderdeel van het leven en een natuurlijke dood moet worden gerespecteerd. Dit houdt in dat er niet zinloos moet worden doorbehandeld en dat de patiënt en zijn naasten moeten worden begeleid in het stervensproces. Respect voor een natuurlijke dood en goede pijnbestrijding kunnen de vraag naar euthanasie verminderen.

Het CDA hecht aan de rol van de zogenaamde SCEN-artsen. Dit zijn artsen met kennis van euthanasie en palliatieve zorg die in staat zijn collega-artsen te begeleiden en te adviseren wanneer die te maken krijgen met een euthanasieverzoek. Door het inzetten van SCEN-artsen kan de zorgvuldigheid voorafgaand aan het levensbeëindigend handelen worden vergroot. Bovendien vindt het CDA dat de toetsingscommissie moet worden uitgebreid met een palliatief arts en een verpleegkundige. Palliatieve zorg moet worden opgenomen in de basisopleidingen van artsen en verpleegkundigen, en moet beter beschikbaar worden door deze onder te brengen in de AWBZ.