NL    FR
Contact       Zoeken:  
 De Regie der Gebouwen
  Home
  Bevoegdheden
  Structuur
  Vacatures
  Verkopen
  Politiehervorming
  Milieucharter
   
 Activiteiten
  Werven/Realisaties
  Publicaties
  Persberichten
   
 Aannemers
  Overheidsopdrachten
   
 Varia
  Contact
  Links
 
  U bent hier: Home > Milieucharter

Federaal Milieucharter


Inhoudsopgave

1. Leidend beginsel van het Federaal Milieucharter : permanente verbetering van de Milieuprestaties.

2. Verbintenis op vrijwillige basis van de federale overheidsdiensten en de openbare en parastatale instellingen die er van afhangen tot het Federaal Milieucharter

3. Beginselen voor Milieubeheer

4. Te behandelen milieuthema's

Met de ondertekening van het Federaal Milieucharter op 1 augustus 2002 door haar voogdijminister en haar directeur-generaal verbindt de Regie der Gebouwen zich dat charter toe te passen.

Concreet gaat het om de toepassing van de principes en actiethema's die in het Federaal Plan voor Duurzame Ontwikkeling zijn vervat. Het gaat, enerzijds, om de thema's die alle federale administraties gemeen hebben, meer bepaald:

  • het beheer van kantoorafval;
  • het in aanmerking nemen van milieucriteria bij de aankoop van goederen en diensten;
  • een plan voor verplaatsingen van het personeel;
  • enz.

en, anderzijds, om acties eigen aan de Regie der Gebouwen:

  • het sorteren van afbraak- en bouwafval;
  • de aanwending van gerecycleerde materialen voor nieuwe constructies;
  • het rationeel gebruik van energie en water in de gebouwen waarin federale administraties gehuisvest zijn;
  • de luchtkwaliteit en de beperking van de geluidshinder.

Interessante link: De interdepartementale commissie voor duurzame ontwikkeling (ICDO) => www.icdo.be

top


1. Leidend beginsel van het Federaal Milieucharter : permanente verbetering van de Milieuprestaties.

In het algemeen wordt de permanente verbetering van de milieuprestaties van een privé- of openbare instelling als volgt bepaald:

"het proces van jaarlijkse verbetering van de meetbare resultaten van het milieubeheersysteem in verband met het beheer door een organisatie van haar belangrijke milieuaspecten, op basis van haar beleid, doelstellingen en taakstellingen op milieugebied. De resultaten behoeven niet op alle activiteitsgebieden tegelijkertijd te worden verbeterd." *

*Definitie van artikel 2 van het EMAS reglement (EG-nr.761/2001) van het Europees Parlement en van de Raad van 19/03/2001.

Onder milieubeheersysteem of management wordt meestal bedoeld het deel van het globaal beheersysteem van de organisatie die de organisatorische structuur inhoudt, de verantwoordelijkheid, de praktijken, de procedures en de nodige hulpbronnen om de leefmilieudoelstellingen van de organisatie te bepalen.

top


2. Verbintenis op vrijwillige basis van de federale overheidsdiensten en de openbare en parastatale instellingen die er van afhangen tot het Federaal Milieucharter

Met als doel:

1. de directe milieu-impact van onze werkzaamheden te minimaliseren door de integratie van milieubescherming in ons dagelijks beheer

2. op permanente wijze de milieuprestaties van onze werkzaamheden verbeteren

3. de inwerkingstelling van maatregelen en acties die ons, op termijn, moeten toelaten de doelstellingen inzake milieubeheer van de federale overheidsdiensten van het FPDO (Federaal Plan voor Duurzame Ontwikkeling) 2000-2004 te bereiken

verbindt de Regie der Gebouwen, in persoon van de Raad van ambtenaren-generaal, er zich toe geleidelijk aan de hieronder beschreven principes toe te passen voor al zijn locaties en activiteiten.

top


3. Beginselen voor Milieubeheer

Organisatorische structuur

1. Aanwerven van een milieudeskundige of het aanstellen van een opgeleide persoon voor de functie van milieucoördinator. Deze zal de inwerkingstelling van een milieubeheersysteem leiden voor de verschillende locaties van het departement en zal toezicht uitoefenen op het naleven door het departement van de beginselen van het Federaal Milieucharter.

2. Oprichten van een intern comité onder het beheer van de milieucoördinator belast met de implementatie van het milieubeheersysteem van het departement en het naleven van de beginselen van het Federaal Milieucharter. De verschillende diensten en/of administraties worden binnen dit comité vertegenwoordigd en dit laatste moet verplicht één lid van de Raad van ambtenaren-generaal tellen.

3. Het departement neemt de nodige maatregelen voor de inwerkingstelling van het milieubeheersysteem en het naleven van de beginselen van het Federaal Milieucharter.

Analyse en maatregelen

4. Een milieuanalyse uitvoeren naar de belangrijkste effecten op het milieu van de werkzaamheden van het departement betreffende de milieuthema's die in de volgende punten van dit charter opgesomd worden.

Verbruik van water, energie en het produceren van gesorteerd en niet gesorteerd afval in het bijzonder moeten kwantitatief gemeten worden. Voor het water- en energieverbruik (gas, stookolie, elektriciteit) worden alle verzamelde gegevens die in de verdere artikels vernoemd worden overgemaakt aan de milieucoördinator, aan de Cel Energie & Duurzame Ontwikkeling van de Studiedienst van de Regie der Gebouwen, aan de Minister van Begroting en dit vóór 1 maart van elk jaar door middel van een standaard boordtabel opgesteld door de werkgroep Greening van de Interdepartementale Commissie voor Duurzame Ontwikkeling (ICDO)..

Actieprogramma

5. Een leefmilieuprogramma over meerdere jaren met jaarlijkse implementatieplannen opstellen met de prioritaire milieudomeinen bepaald door

a. de milieuanalyse en de doelstellingen van het lopende FPDO inzake milieubeheer van de overheidsdiensten

b. de acties die moeten ondernomen worden om dit programma te verwezenlijken

c. de verbeteringsdoelstellingen die op termijn geprogrammeerd zijn.

6. Drie maanden na de ondertekening van het Federaal Milieucharter moet elk Departement aan de dienst aangeduid door de Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling en door de Minister van Ambtenarenzaken een eerste implementatieplanning van de meest dringende acties, in functie van de locaties en van de betrokken departementsdiensten, overmaken.

Deelneming van het Personeel

7. Het personeel laten deelnemen aan dit milieubeheer ontwerp via sensibilisatieacties, informatie en specifieke vormingsprogramma's en het personeel er zo toe brengen hun werkzaamheden en hun gedrag aan te passen in de zin van een grotere eerbied voor milieu.

Evaluatie en bijsturing

8. Door een regelmatige interne evaluatie (tenminste één keer per jaar) van de verwachte milieuprestaties.

9. Door het bepalen van nieuwe doelstellingen en maatregelen in functie van de jaarlijkse interne evaluatie van de bekomen resultaten.

top


4. Te behandelen milieuthema's

4.1 Afval

10. Het invoeren van selectieve ophaal voor volgende categorieën afval: gevaarlijk afval, klein gevaarlijk afval (batterijen, toners, cartridges, enz…), papier/karton, verpakkingen en afval in grote hoeveelheid (b.v. keukenafval, houten kratten, medische röntgenfoto's).

11. Het voorkomen van afvalproductie door rationeel gebruik van producten. Bjj aankoop van producten gaat de voorkeur naar producten die weinig afval produceren en/of minder gevaarlijk afval, inzonderheid door het invoeren van een terugnameverplichting bij elke aankoop die daarvoor in aanmerking komt (informatica-, elektrisch, electronisch materieel, verpakkingen, voertuigen, enz….)

12. Het in werking stellen van alle maatregelen die toelaten de doelstellingen van het FPDO 2000-2004 na te komen inzake reductie van het niet gesorteerde afval dat door een ambtenaar geproduceerd wordt. Die doelstelling wordt namelijk bereikt door het uitwerken van een intern rationeel gebruiksbeleid van papier dat moet leiden tot een belangrijke vermindering van het papiergebruik.

12.a. In de bestekken van de Regie der Gebouwen de voorschriften toevoegen aangaande het sorteren van het afval van de afbraak en de bouw, en het gebruik van gerecycleerd materiaal in de constructie van nieuwe gebouwen

4.2 Energie

In de gebouwen die de Regie bouwt of renoveert, degene ze beheert of zelf bezet:

13. Het controleren en geleidelijk verminderen van energiegebruik in verband met temperatuurregeling en verlichting van de lokalen, het gebruik van informatica-, elektrische- en elektronica-uitrusting, en dit alles door een rationeler gebruik, een regelmatig technisch onderhoud, de aankoop van machines met een geringer verbruik, enz….

14. Het in werking stellen van maatregelen die toelaten de doelstellingen van het FPDO 2000-2004 inzake reductie van energiegebruik te halen. De opvolging van de evolutie van energiegebruik zal namelijk geschieden via boordtabellen met het jaarlijks energiegebruik van elke locatie van een departement alsmede een balans van de financiële uitgaven en besparingen terzake.

15. In de mate van het mogelijke wordt beroep gedaan op alternatieve en/of hernieuwbare energie.

4.3. Water

In de gebouwen die de Regie bouwt of renoveert, degene ze beheert of zelf bezet:

16. Het waterverbruik controleren en geleidelijk verminderen door een rationeler gebruik, een optimaal onderhoud van de installaties, het beroep doen op technische installaties met geringer verbruik, enz….

17. Het in werking stellen van maatregelen die toelaten de doelstelling van het FPDP 2000-2004 inzake vermindering van het waterverbruik te halen. De opvolging van de evolutie van het waterverbruik geschiedt namelijk via boordtabellen die jaarlijks het waterverbruik van elke locatie opnemen die door het Departement gebruikt worden met daarbij een balans van de financiële uitgaven en besparingen terzake.

18. De kwalitatieve verbetering van de lozing van vervuilde wateren door een maximale vermindering van sommige schadelijke producten.

4.4. Eco-consumptie

19. Het ontwikkelen van een aankoopbeleid dat het milieu eerbiedigt door geleidelijk rekening te houden met milieucriteria bij aankoop van goederen en diensten. Het departement zal in zijn taak gesteund worden door het federaal Aankoop Bureau.

4.5. Mobiliteit

20. Zo vlug mogelijk een mobiliteitsplan goedkeuren voor verplaatsingen van het personeel van de woonst naar het werk en deze in verband met de werkzaamheden van het departement en dit met het oog op het reduceren van de verplaatsingshinder.

21. Het personeel aansporen tot het gebruik van alternatieve verplaatsingsmiddelen en het vermijden van soloverplaatsing met de wagen (openbaar vervoer, fiets, carpooling, enz..)

22. Bij het vervangen van de voertuigen van het Departement (wagens, bestelwagens, vrachtwagens), milieucriteria invoeren in het lastenboek voor aankoop en/of leasing van die voertuigen en dit voor het aanschaffen van minder vervuilende voertuigen.

23. Bij aankoop of huur van nieuwe gebouwen zal ernaar gestreefd worden dat een locatie in de nabijheid van openbaar vervoer gevonden wordt.

4.6. Lawaai

In de gebouwen die de Regie bouwt of renoveert, degene ze beheert of zelf bezet:

24. Geluidshinder beperken voor het personeel door een goede kwaliteit van het interne geluidsniveau (naleven van ARAB en/of de komende vervangende wetgeving, de in voege zijnde specifieke wetgeving en normen) door een controle en een vermindering van de geluidshinder te wijten aan air-conditioning, informatica uitrusting, machines, enz…..).

4.7 Lucht

In de gebouwen die de Regie bouwt of renoveert, degene ze beheert of zelf bezet :

25. Het verzekeren van een goede luchtkwaliteit in de lokalen (naleven van ARAB en/of komende vervangende wetgeving, in voege zijnde wetgeving, bijzondere aandacht voor asbestproblematiek, sick building syndroom, enz…..)

26. Het beperken van rechtstreekse of onrechtstreekse vervuilende luchtuitstoot (vervoer, verwarming, aankoop van producten die vrij zijn van oplosmiddelen indien mogelijk, enz…)

4.8. Groene zones

27. De federale departementen en openbare instellingen en de parastatale instellingen die er van afhangen gaan de verbintenis aan hun groene zones te onderhouden volgens de modaliteiten en praktijken van ecologisch groen beheer.

top






Gegeven te Brussel, op de 1e augustus 2002.



De Directeur-Generaal der Gebouwen, De Minister van Telecommunicatie
en Overheidsbedrijven en Participaties,
ir. H. EVENEPOEL Rik DAEMS

© Regie der Gebouwen - Alg. Tel: +32 (0)2 541 65 11 - Alg. Fax: +32 (0)2 541 71 94