Home   Contact   Sitemap   English   RSS   Zoeken  


Hoge Raad der Nederlanden
 

Raad

De raad bestaat uit de president, 6 vice-presidenten, 29 raadsheren en 2 raadsheren in buitengewone dienst. De raad wordt bijgestaan door de griffier die tevens kabinetschef van de president is.

Kabinet president 
mr. G.J.M. Corstens, president 
secretariaat: 070 - 361 1237

mw. mr. E. Hartogs, griffier/kabinetschef
tevens pers en voorlichting: 070 - 361 1236
secretariaat: 070-3611238

Algemene informatie voor de pers.

Samenstelling van de kamers
De raad bestaat uit vier kamers:

Eerste of civiele kamer:
kamervoorzitter: mr. J.B. Fleers, vice-president
mr. D.H. Beukenhorst, vice-president

Raadsheren:
jhr. mr. O. de Savornin Lohman
mw. mr. A.M.J. van Buchem-Spapens
mr. P.C. Kop
mr. E.J. Numann
mr. A. Hammerstein
mr. J.C. van Oven
mr. W.A.M. van Schendel
mr. F.B. Bakels
mr. C.A. Streefkerk
mr. W.D.H. Asser

Tweede of strafkamer:
kamervoorzitter: mr. F.H. Koster, vice-president
mr. G.J.M. Corstens,  president Hoge Raad
mr. A.J.A. van Dorst, vice-president

Raadsheren:
mr. J.P. Balkema
jhr. mr. B.C. de Savornin Lohman 
mr. J.W. Ilsink
mr. J. de Hullu
mw.mr. W.M.E. Thomassen
mw.mr. H.A.G. Splinter-Van Kan
mw. mr. W.F. Groos

mr. C.J.G. Bleichrodt, vice-president (per 1-9-2006 waarnemend advocaat-generaal)

Derde of belastingkamer:
kamervoorzitter: mr. D.G. van Vliet, vice-president
mr. J.W. van den Berge, vice-president

Raadsheren:
mr. L. Monné
mr. P.J. van Amersfoort
mr. P. Lourens
mr. C.B. Bavinck
mr. A.R. Leemreis
mr. C.J.J. van Maanen
mw.mr. E.N. Punt
mr. C. Schaap
mr. J.W.M. Tijnagel
mr. A.H.T. Heisterkamp
mr. J.A.C.A. Overgaauw
mr. M.W.C. Feteris

mr. A.G. Pos (in buitengewone dienst)
mw. mr. A.E.M. van der Putt-Lauwers (in buitengewone dienst)

Vierde of ombudskamer:
De bezetting van deze kamer wordt ad hoc samengesteld uit leden van de eerste, tweede en derde kamer, waarbij mr. G.J.M. Corstens, president van de Hoge Raad, als kamervoorzitter zal optreden.

Zie voor de nevenfuncties
Zie voor de reglementen

Benoeming van de leden van de raad
De leden van de Hoge Raad worden voor het leven benoemd bij koninklijk besluit. Op eigen verzoek of bij het bereiken van de leeftijd van 70 jaar wordt hun ontslag verleend. De leden van de Hoge Raad worden benoemd uit een bindende voordracht van drie personen, opgemaakt door de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De Hoge Raad geeft aan de Tweede Kamer kennis van een vacature en voegt daarbij, gehoord de procureur-generaal, een aanbevelingslijst van zes kandidaten. De Tweede Kamer pleegt met de aanbevelingen van de Hoge Raad rekening te houden door deze, op een enkele uitzondering na, te volgen.

De aanstelling van een lid van de Hoge Raad die de leeftijd van eenenzestig jaar heeft bereikt kan op zijn verzoek worden gewijzigd in een aanstelling als raadsheer in buitengewone dienst. Een raadsheer in buitengewone dienst vervult niet meer een volledige taak.



Naar boven