Okt. -nov. 2011, 6e jg. nr.5. Eindredactie: Rob den Boer. Postbus 268, 4100 AG Culemborg. E-mail: redactie.bkj@gmail.com.
 

Interview: Kunstenaars vertellen het verhaal van hun streek
over een museum in transformatie

Museum De Oude Wolden in het Groningse Bellingwolde wil van een typisch 'klassiek' streekmuseum, waar de uiteenlopende collecties gescheiden in diverse zalen worden getoond veranderen naar een museum waar (regionale) kunstenaars de geschiedenis van de streek vertellen. Voor dit doel wordt het huidige museum op dit moment ingrijpend verbouwd. Daardoor kan meer betekenis worden gegeven aan de collecties streekgeschiedenis en moderne kunst, zodat een bezoek aan het museum een ware belevenis wordt. Een interview met de directeur die dit proces begeleidt, mevrouw Obby Veenstra.

Door Rob den Boer

Museum De Oude Wolden is gelegen aan misschien wel de langste straat van Nederland, met de meeste bushaltes. In de anderhalf uur die ik heb uitgetrokken om het dorp te bekijken, slaag ik er niet in om het hele lintdorp af te lopen. Wel zie ik de imposante Oldambtster boerderijen die langs de Hoofdweg staan, met klassieke voorgevels van landhuisformaat, aangebouwde grote schuur in het verlengde van het woonhuis en prachtige siertuinen ervoor. Dit type boerderij is kenmerkend voor deze streek; nergens in Nederland was het klassenverschil tussen de boeren en de landarbeiders zo groot en dat uitte zich ook in de omvang en decoratie van hun huizen: alles of letterlijk niets. Het museum bevindt zich aan dezelfde weg, in de stenen schuur van een herenhuis dat is afgebroken. De schuur heeft vervolgens, na een verbouwing waarbij ook ramen in de muren werden aangebracht, tot woonhuis gediend. Binnen is de oude haard nog steeds te bezichtigen in wat nu de ontvangstruimte is, waar ook wisselexposities worden gehouden. Daarachter bevindt zich nieuwbouw, doorsneden door een lange gang met glasoverkapping. Directeur Obby Veenstra leidt me rond.

We beginnen in de grootste zaal waar foto's van arbeiders hangen, in of om hun huis. De foto's zijn gemaakt door de huisarts Pieter Bloemers Middendorp uit Bellingwolde en de fotograaf Tonnis Post uit Winschoten, die hiermee vanaf circa 1913 aandacht wilden vragen voor de erbarmelijke leefomstandigheden van de arbeiders uit de streek. Hun huizen waren eigenlijk niet meer dan bouwvallige hutten, met benauwde bedsteden en ramen die niet open konden, waarin men vaak met grote gezinnen op een kluitje leefde. Ze stonden meestal niet langs de weg maar achteraf op het land, want de armoede mocht niet worden gezien. Ook de werkomstandigheden bij de boeren waren zeer zwaar; er moest van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat worden gewerkt, met het hele gezin. Naast deze foto's zijn in de museumzaal ook oude kasten, gebruiksvoorwerpen en winkelinventarissen uit vroeger tijden te bezichtigen.

In de ontvangstruimte hangt de collectie met werk van De Ploeg, van de schilders Dijkstra, Altink en Walrecht. Er staan ook twee oude sofa's, waarin Hendrik Werkman in zijn stamcafé met zijn vakbroeders over de kunst placht te filosoferen. Toen ik het museum bezocht was hier ook de tentoonstelling 'Garden of Eden' te zien (t/m 14 augustus) met grote bloemschilderijen van Theo Leijdekkers en een conceptuele tuin van Daniël Levy. Mede door het formaat en het kikvorsperspectief van waaruit geschilderd is, krijgen de bloemen van Leijdekkers een welhaast sculpturale waarde.

Een aparte zaal is gereserveerd voor de collectie Bruckman. Lodewijk Bruckman (1903-1995) was een Nederlandse fijnschilder, geboren in Den Haag, die te karakteriseren is als Magisch Realist. Hij had behoorlijk succes in de Verenigde Staten waar hij jarenlang woonde, maar nooit in Nederland. Ik herinner me een programma op de Nederlandse televisie ergens begin jaren '90 waarin hij zijn teleurstelling hierover duidelijk liet merken. Het Museum De Oude Wolden is het enige museum in Nederland dat een collectie van behoorlijke omvang van zijn schilderijen bezit, merendeel stillevens uit zijn latere jaren. Het is wel werk waar je van moet houden, maar Bruckman had in ieder geval een fenomenale techniek. Terug uit Amerika woonde hij met zijn levenspartner Evert Zeeven in verschillende plaatsen in Nederland, waaronder een hotel in Bellingwolde, dat tegenover het museum staat en nog steeds een hotel is. Het verblijf beviel kennelijk goed want in 1988 schonken Bruckman en Zeeven de genoemde collectie aan het Museum De Oude Wolden.

Het museum wordt momenteel grondig vernieuwd en ik ga in gesprek met Obby Veenstra over het doel hiervan en het artistieke beleid voor de toekomst.

Den Boer: "Wat is doelstelling van Museum De Oude Wolden (MOW)?"

Veenstra: "Het MOW is een aparte stichting die als doel heeft om een stuk cultuurhistorie uit deze omgeving te behouden. Daarnaast organiseren we exposities met werk van locale kunstenaars. Je zou onze doelstelling samen kunnen vatten in de trefwoorden: kunst – streek – geschiedenis. Die drie zien wij niet als losse thema's, maar kunnen elkaar juist goed aanvullen."

Den Boer: "Welke functie vervult het MOW in de streek?"

Veenstra: "De gemeente is de belangrijkste subsidiegever van het MOW en wil een nieuwe impuls geven aan het museum om het aanbod voor toeristen en bewoners naast de mooie natuur uit te breiden met een goede voorziening op het gebied van kunst en cultuur. Dat is uniek in deze tijd van bezuinigingen. Om dit transformatieproces vorm te geven ben ik als directeur benoemd, een functie die hiervoor niet bestond. Het museum heeft altijd kunnen bestaan door de inzet van een kleine vaste staf en circa twintig vrijwilligers en dat worden er hoop ik nog meer."

Den Boer: "Wat was de voornaamste drijfveer voor de gemeente om deze nieuwe impuls te genereren en wat betekent dit voor het huidige gebouw?"

Veenstra: "Het museum kende tegenvallende bezoekersaantallen, terwijl het een spilfunctie zou moeten vervullen in het recreatief-toeristische aanbod. Daarnaast is de opzet van het gebouw erg 'hokkerig'; alle collecties hangen en staan op dit moment ieder in een aparte ruimte zonder logische samenhang. Het nieuwe museum zal geen compleet nieuw gebouw worden; op basis van de bestaande structuur zal een ingrijpende verbouwing plaatsvinden waarvoor het geld al is gealloceerd, ook vanuit particuliere fondsen. We streven naar oplevering in april/mei 2012."

Den Boer: "Wat wilt u vooral veranderen in het nieuwe museum?"

Veenstra: "We willen meer eenheid in het museum. Kunst en de historische collecties moeten samen de verhalen vertellen die achter de grote gevels in de omgeving spelen. Een kunstenaar kan dat bij uitstek op een interactieve manier vormgeven. Verder willen we de zichtbaarheid verbeteren door de ingang van de zijkant naar de voorkant van het complex te verhuizen en deze opvallender vorm te geven. Binnen moet een logische looproute komen zodat de bezoeker als het ware door het museum wordt geleid. Het vernieuwde gebouw moet de kunst dienen en zal daarom van binnen als een 'white cube' worden uitgevoerd. Daarentegen zal de 'oudbouw' waar nu de ontvangstruimte in is gevestigd en wisseltentoonstellingen worden gehouden, in originele staat worden hersteld. In het vernieuwde museum zal ook ruimte komen voor lezingen en performances want we willen van vijf tentoonstellingen per jaar terug naar twee tot drie, die dan wel groter van opzet zullen zijn met een aantrekkelijke randprogrammering die daarop voortborduurt."

Den Boer: "Kunt u iets meer vertellen over de nieuwe programmering?"

Veenstra: "Wij kiezen niet voor één onderschei-dende optie. We organiseren wisselexposities als dragende kracht naast de Bruckmancollectie en de Ploeg. De streekgeschiedenis zal niet meer permanent te bezichtigen zijn, maar wordt in wisseltentoonstellingen gepresenteerd die ook artistiek interessant zullen zijn. Overigens zullen we de streekcollectie in de komende jaren wel online beschikbaar gaan stellen. Verder willen we bijvoorbeeld ook cultuurhistorische routes uitzetten, met informatie via de smartphone of begeleiding door kunstenaars, zodat de streek meer een persoonlijk verhaal wordt in plaats van puur inhoudelijk. Zo kan meer beleving ontstaan vanuit verschillende perspectieven."

Den Boer: "Kunt u een voorbeeld geven van zo'n interactief kunstproject over de streek dat u in het nieuwe museum wilt tonen?"

Veenstra: "We kunnen bijvoorbeeld kunstenaars opdracht geven foto's te maken van locaties in de omgeving aan de hand waarvan we de geschiedenis van de streek kunnen vertellen. Zo kunnen we tegelijkertijd regionale kunstenaars promoten."

Den Boer: "Is een plaggenhut in de tuin van het museum een optie, zodat mensen de leefomstandigheden van de arbeiders van toen zelf kunnen ervaren?"

Veenstra: "Nee, die staan al in openluchtmusea. Ik kan me wel voorstellen dat we een keer zo'n grote herenboerderij op schaal in kijkdoosvorm namaken. Zoiets moet je dan ook museaal overdrijven, zoals ik dat noem. Het interessante aan een museum leiden is dat je je kunt onderscheiden door betekenis te geven. Waar gaat het over? Wat wil ik vertellen? Hoe creëer ik een verrassende blik op alledaagse zaken? Het MOW van nu heeft de losse ingrediënten wel, de vraag is hoe we die op een zinvolle wijze kunnen samenbinden."

Den Boer: "Waar wilt u over vijf jaar met het MOW staan?"

Veenstra: "Dan wil ik dat mensen het MOW bezoeken omdat ze weten dat het goed en verrassend is wat ze te zien krijgen en dat er wat te doen is. Daarnaast willen we laagdrempelig blijven. Verder kunnen door samen te werken met andere streekmusea in de regio een complete schil vormen, waarbij de diverse collecties elkaar aanvullen en versterken. Het belangrijkste van onze nieuwe opzet is dat we de mensen er bewust van maken dat kunst luikjes in hun hoofd kan openen die anders gesloten blijven."

Museum De Oude Wolden, Hoofdweg 161, Bellingwolde, www.museumdeoudewolden.nl.

Rob den Boer is beeldend kunstenaar en publiceerde over beeldende kunst in diverse media.