Artikel



Van toen tot nu

De Wereldomroep is opgericht in 1947. De ontstaansgeschiedenis van de Nederlandse internationale omroep begint echter al ruim voor die tijd.

Het allereerste begin
De geschiedenis van de Nederlandse omroep voor het buitenland begint op 11 maart 1927 met uitzendingen naar Nederlands Indië door de kortegolfzender PCJ Philips Laboratoria in Eindhoven. Philips begrijpt de mogelijkheden van het destijds nieuwe medium en ontwikkelt een markt voor kortegolfzenders en -ontvangers. Philips wil dat de programma's van een behoorlijk gehalte zijn en dat de zender van een politieke en economische basis wordt voorzien. Op de avond van 31 maart 1927 boekt het bedrijf een publicitair succes: Koningin Wilhelmina spreekt via de PCJ de luisteraars in de koloniën toe.

Radio Oranje

Het ontwikkelen van de kortegolfmarkt blijkt een kwestie van een lange adem. In april 1940 biedt minister Van Boeyen de Tweede Kamer een wetsontwerp aan: een blauwdruk voor een verzuilde Wereldomroep. Dan breekt de oorlog uit. De Nederlandse regering besluit tot de oprichting van Radio Oranje in Londen en de BBC stelt zendtijd en faciliteiten beschikbaar. Terwijl de programma's van Radio Oranje een steeds voornamere plaats innemen in bezet Nederland, denkt programmaleider Henk van den Broek aan de toekomst. Bij Koninklijk Besluit van 17 september 1944 wordt bepaald dat de radio in handen komt van de minister van Algemene Zaken, die vervolgens de verzorging van de uitzendingen zou opdragen aan de sub-sectie Radio van het militair gezag. Van den Broek, inmiddels kapitein, reist af naar bevrijd Eindhoven en start op 3 oktober 1944 de uitzendingen van 'Herrijzend Nederland'.

Stichting Radio Nederland in den Overgangstijd
Op 24 mei 1945 wordt het eerste 'Wereldprogramma' uitgezonden voor Nederlanders buiten het vaderland. Omdat de eigen zender in de oorlog verwoest was, wordt wederom een facilitair beroep gedaan op de BBC. De regering Schermerhorn-Drees besluit in juli 1945 tot de oprichting van Stichting Radio Nederland in den Overgangstijd, die de verantwoordelijkheid krijgt voor de binnenlandse en buitenlandse uitzendingen en waaronder alle omroepen opereren. Vanaf 13 oktober 1945 wordt het Wereldprogramma weer via de eigen (inmiddels herstelde) zender uitgezonden.

Stichting Radio Nederland Wereldomroep
De regering beraadt zich in de jaren daarna op de toekomst van de omroep in Nederland en komt tot de conclusie dat er een scheiding moet komen tussen de Binnenlandse Omroep en de Wereldomroep. Zo ontstaat op 15 april 1947 de Stichting Radio Nederland Wereldomroep en wordt Van den Broek benoemd tot directeur. De taak van de stichting is: "Het samenstellen en voorbereiden van radioprogramma's die bestemd zijn om buiten de landsgrenzen te worden ontvangen." De radio-uitzendingen in het Nederlands, Indonesisch, Engels en Spaans van de Wereldomroep zijn officieel een feit.



















Wereldomroep periode 1947-heden
 

1947-1960
In de begintijd van de Wereldomroep is er een 'Groetenafdeling', omdat telefoneren naar het verre westen moeizaam en duur is. Verder zendt de omroep nieuws, actualiteiten en cultuur uit. De uitzendingen zijn een registratie van de naoorlogse opbouwfase. In 1949 beginnen de uitzendingen in het Arabisch en Afrikaans (bestemd voor Zuid-Afrika). Twintig jaar later komt een Franse taalafdeling van de grond, terwijl in 1974 de Portugese uitzendingen voor Brazilië van start gaan.
In 1950 wordt een speciale afdeling opgericht voor de samenstelling en verspreiding van radioprogramma's naar buitenlandse stations. In dezelfde tijd wordt ook gestart met de activiteiten op muziekgebied via partnerstations in het buitenland. Ook krijgt de Wereldomroep er een belangrijke doelgroep bij: de emigranten in Australië, Nieuw Zeeland en Canada. In 1952 start de Wereldomroep met voor hen bestemde uitzendingen.

1960-1990
In 1964 maakt de Muziekafdeling van de Wereldomroep als één van de eerste omroepen in Europa muziekopnames in stereo voor buitenlandse FM-radiostations. In 1968 wordt  Radio Nederland Training Centre (RNTC) opgericht voor de training van omroepmedewerkers uit ontwikkelingslanden. In 1975 volgt een herziening van het programma-aanbod voor de kortegolfuitzendingen: er komt een zwaarder accent te liggen op nieuws- en actualiteitenprogramma's.

1990 -2012

In 1991 krijgt de Wereldomroep, als eerste organisatie in Nederland buiten de PTT, licentie om rechtstreeks via een satelliet programma's uit te zenden voor radiostations in Latijns-Amerika. In 1992 volgt de samenwerking met lokale radiostations in Latijns-Amerika. In 1994 wordt de samenwerking met lokale radiostations in Latijns-Amerika, Afrika, Europa en Noord-Amerika geïntensiveerd. In 1995 wordt een vestiging in West-Afrika geopend voor de bediening van luisteraars in de regio via lokale radiostations. In 1994 wordt de Nederlandstalige radio-uitzending in Europa uitgebreid naar 12 uur per dag. Tegelijkertijd start de samenwerking met de binnenlandse omroepen voor de overname en coproductie van programma's.

Televisie
De televisieafdeling wordt opgericht in 1960. Onder de naam Radio Netherlands Television (RNTV), verkoopt de Wereldomroep Nederlandse televisie-documentaires en animatiefilms tegen een gangbaar tarief op de internationale markt. Bovendien start zij in 1996, in samenwerking met de NOS, met Nederlandstalige televisie voor kijkers in Europa onder de naam Zomer-TV. Zomer-TV is de voorloper van het in 1998 opgerichte  Beste van Vlaanderen en Nederland televisie (BVN).
BVN is een samenwerking met de Publieke Omroep in Nederland en de VRT en Vlaamse overheid in België en is in eerste instantie te zien in Europa. In 1999 wordt het uitzendgebied uitgebreid met de Verenigde Staten en het Caribisch gebied. Zuidelijk Afrika wordt in 2002 aan het uitzendgebied toegevoegd. Medio 2003 komt hier geheel Australië en Nieuw Zeeland bij. Begin 2005 wordt ook Canada aan het uitzendgebied toegevoegd. Tegenwoordig is BVN bijna wereldwijd te ontvangen voor Nederlandstaligen die voor korte of langere tijd in het buitenland vertoeven.

 

2011 en 2012

In 2011 heeft het kabinet besloten dat de Wereldomroep voortaan onder het ministerie van Buitenlandse Zaken valt. De omroep slankt sterk af in budget en ook in het aantal medewerkers. Nederlanders in het buitenland zijn voor de Wereldomroep geen doelgroep meer. De laatste Nederlandstalige uitzending vond plaats op 11 mei 2012. De centrale redactie wordt opgeheven. Ook neemt de Wereldomroep afscheid van diverse taalgebieden - de redactie Cariben, de redactie Indonesië en de redactie Zuid-Azië staken hun werkzaamheden, evenals de redactie webworld en de redactie Muziek.

De vernieuwde Wereldomroep richt zich op het verspreiden van het vrije woord onder jongeren en jong volwassenen in Afrika, de Arabische Wereld, China en Latijns-Amerika. De Wereldomroep doet dat via internet, sociale media en waar nodig ook via satelliet televisie en kortegolfradio.

Robert Zaal is de nieuwe directeur. William Valkenburg begint op 1 januari 2013 als de nieuwe hoofdredacteur. De honderd medewerkers verhuizen naar een van de andere gebouwen op het terrein. Ook het trainingscentrum RNTC blijft daar gehuisvest. Stichting BVN is vanaf 1 januari 2013 ondergebracht bij de NPO.