Marcel Haenen
Marcel Haenen (1960, Heerlen) begon in 1978 met een studie Nederlands
Recht aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam. Hij voltooide de
bedrijfsjuridische en civielrechtelijke afstudeerrichting in 1983. Aan
de universiteit van Utrecht volgde hij de studie massacommunicatie en
public relations. Hij werkte tijdens zijn studie bij het
universiteitsblad Quod Novum.
In 1984 trad hij in vaste dienst bij NRC Hanelsblad. Hij werkte er
op de redactie binnenland en de Haagse redactie. Het grootste deel van
zijn journalistieke loopbaan was hij actief als algemeen verslaggever.
Hij versloeg onderwerpen variërend van Tour de France, een
expeditie naar de Zuidpool en een incest-schandaal op een
kleuterdagverblijf, De Bolderkar in Vlaardingen.
De afgelopen jaren is hij actief op het terrein van politie en
justitie. Sinds januari 1994 heeft hij, samen met Tom-Jan Meeus, verslag
gedaan van de verwikkelingen rondom de ontbinding van het Interregionale
rechercheteam Noord-Holland/Utrecht (de "IRT-affaire"). Deze affaire
heeft geleid tot de parlementaire enquête opsporingsmethoden.
Vorige maand verscheen van Haenen en Meeus het boek Het
IRT-moeras. Grote ego's en hun vuile oorlog over de IRT-kwestie. De
eerste druk van dit boek was binnen enkele weken uitverkocht. Eind
februari verschijnt een nieuwe geactualiseerde versie waarin ook het
rapport van de enquêtecommissie-Van Traa wordt besproken.
In 1994 schreef Haenen samen met zijn collega Hans Buddingh' het
boek De Danser (De Arbeiderspers). Het boek gaat over een
criminele informant die de hoofdrol speelde in een door de Amerikaanse
drugsbestrijdingsorganisatie DEA georganiseerde operatie die in de jaren
tachtig had moeten leiden tot de aanhouding wegens cocaïnehandel van
de Surinaamse legerleider Bouterse.