Tijd om aan de slag te gaan in de G32
De G32-steden zouden het voortouw moeten nemen en direct aan de
slag moeten gaan. Om dat te stimuleren doet het rapport een
twaalftal concrete aanbevelingen. Preventieve maatregelen en een
tijdige aanpak kunnen steden op de langere termijn ellende
besparen. De woonerfwijken mogen niet in verval raken en de
volgende stadsvernieuwingswijken worden. De leefbaarheid en sociale
cohesie in de wijk moet worden vergroot. Beide aspecten lijken in
toenemende onder druk te staan. Omdat er teveel focus op de huidige
achterstandwijken uit de jaren ´50 en ´60 ligt, ontstaan in de
woonerfwijken uit de jaren ´70 en ´80 nieuwe achterstanden.
Overzicht sterke en zwakke punten, kansen en risico's
Aan de hand van een zogenaamde SWOT-analyse stelden de auteurs
een helder overzicht van sterke en zwakke punten, kansen en
risico’s op. Het overzicht maakt onderscheid tussen woningen en
woonmilieus, bewoners, de fysieke en de sociale omgeving, en
voorzieningen. Op basis daarvan zijn aangrijpingspunten voor beleid
en een preventieve aanpak geformuleerd. Vier manieren waarop Rijk
en gemeenten kunnen bijdragen zijn:
- Ondersteuning door kennis en kunde te
ontwikkelen en beschikbaar te stellen
- Hernieuwde vormgeving en invulling van de
talrijke collectieve ruimten in de woonerfwijken
- Actief burgerschap stimuleren en faciliteren
- Focussen op problematische plekken in de wijk
Relevant thema voor het G32-stedennetwerk
Ruim 1 miljoen van de 7 miljoen Nederlandse huizen staan in de woonerfwijken. Voor de G32 is de problematiek extra relevant omdat maar liefst een kwart van de wijken in de G32-steden onder de woonerfwijken valt, en in sommige steden zelfs de helft.
Zie ook: