ABN Amro naar Barclays, 23.600 banen weg

De bestuursvoorzitters van beide banken, vanochtend tijdens hun persconferentie in Amsterdam; links John Varley van Barclays, rechts Rijkman Groenink van ABN Amro
Door onze redacteur Menno Tamminga

De grootste bank van Nederland, ABN Amro, komt in handen van de Britse Barclays Bank. Tenzij er nog een tegenbod komt. Wie wint, en wie verliest?

De meest brutale aanval van een buitenlandse financier op het beleid van een Nederlands icoon betekent na 61 dagen het einde van ABN Amro als zelfstandige bank.

Op 21 februari reageerden beleggers opgetogen op een ‘pats boem brief’ van het Britse speculatieve beleggingsfonds TCI, die op de eerstvolgende aandeelhoudersvergadering (aanstaande donderdag) opsplitsing vroeg van ABN Amro. Beleggers hebben onder het bewind van bestuursvoorzitter Rijkman Groenink zeven jaar op een houtje gebeten, klaagde TCI. Vanochtend volgde de aankondiging van ABN Amro’s fusie met Barclays: de Britten nemen de bank over voor 67 miljard euro. ABN Amro blijft alleen nog bestaan als merknaam. Bij de nieuwe combinatie verdwijnen bijna 24.000 banen.

De grote verliezer in termen van aanzien is Groenink, die roemloos verdwijnt naar de gecombineerde negentienhoofdige raad van commissarissen en directieleden van de nieuwe groep. De naam van de nieuwe combinatie blijft Barclays. Met uitzondering van de locatie van het hoofdkantoor (de Amsterdamse Zuidas) halen de Britten alles binnen: een Britse vennootschap, een Britse fiscale ingezetene en de Britse toezichthouder heeft het laatste woord.

Het is de vraag wat een Nederlands hoofdkantoor betekent wanneer de eerste toezichthouder in Londen blijft zitten. De belangrijke afdelingen komen hier, zei Groenink. Bestuursvoorzitter John Varley van Barclays zei vanochtend dat hij naar Nederland verhuist. „I must be here”.

ABN Amro’s zoektocht naar een uitweg begon op 21 februari, na de brief van TCI. Vergelijkingen met militaire acties (zesdaagse veldtocht) zijn altijd gevaarlijk. Al dringt de beschrijving van de Griekse klassieke ‘oorlogsverslaggever’ Xenophon zich op. Zijn boek Anabasis vertelt de uitbraak van een benard Grieks leger uit vijandig Perzisch terrein. De tocht naar de kust. De opluchting. De zee. De zee.

Voor een bankenfusie is de snelheid overdonderend. TCI had eerst één, later twee procent van de aandelen van ABN Amro. Durfden de commissarissen en bestuurders geen vurig weerwerk tegen TCI te bieden? Of is de buitenwereld nog onvoldoende vertrouwd met de omkering van de rollen op de moderne financiële markten waar het grenzenloze kapitaal de lakens uitdeelt? TCI is met zijn relatief kleine aandelenpakket niet kleinduimpje, maar de reus. En ABN Amro op haart beurt blijkt niet zo’n financiële reus als de klanten zouden vermoeden op basis van het imposante balanstotaal van 987 miljard euro.

De razendsnel onderhandelde fusie illustreert de verzwakte positie van ABN Amro tegenover haar eigen aandeelhouders. Wie steunde Groenink?

Niemand steunde Groenink.

De prijs die nu op tafel ligt, weerspiegelt de waarde die beleggers en speculanten ABN Amro geven onder een andere leiding. In twee maanden is de koers zo’n 50 procent gestegen.

Dat is een fortuin voor TCI. Een ruwe schatting: de belegging van The Children’s Investment Fund is in een paar maanden tijd met eenderde in waarde gestegen, van bijna 1,1 miljard euro naar 1,45 miljard. Maar beleggers als TCI lenen het grootste deel van het geld om hun investering te doen. Ervan uitgaande dat zij tweederde van hun belegging bij banken hebben geleend, is het winstplaatje: 360 miljoen euro van TCI is 1,45 miljard geworden. Rendement: 400 procent. Directeur Chris Hohn en zijn collega’s van TCI verdienen zelf zo’n 100 miljoen euro hieraan.

De grootste reguliere winnaar in eurobedragen is ING, met ruim vijf procent de grootste aandeelhouder van ABN Amro. Winst in twee maanden: 1,2 miljard euro.

Tegenover de superbe winsten in het zevende Groenink-jaar voor beleggers staan verlies van banen vanwege de fusie en vanwege uitbesteding van activiteiten naar lagelonenlanden. Groenink probeerde de zorgen voor Nederland vanmorgen op de persconferentie te dempen: hier valt geen substantieel deel van het banenverlies.

De hamvraag is nu wat het concurrerende consortium van Royal Bank of Scotland, de Spaanse bank Santander en Fortis gaat doen. Hun afspraak met de ABN Amro-top moest vanochtend verzet worden vanwege de aankondiging van de fusie met Barclays.

Nu ABN Amro zelf al besloten heeft om haar Amerikaans bankdochter, La Salle te verkopen, klinken de neerbuigende woorden van Groenink en Varley dat het consortium ABN Amro uit elkaar wil trekken wat minder overtuigend. Het consortium heeft alleen maar een vage brief gestuurd, zegt Groenink, om duidelijk te maken dat er maar één concreet bod op ABN Amro is. Maar hij vergat vanochtend niet om het publiek opmerkzaam te maken op de voorwaarden bij de verkoop van LaSalle aan de Bank of America. De komende veertien dagen kunnen andere banken nog een bod doen. Dus als Royal Bank of Scotland daarvoor belangstelling heeft...

Gepubliceerd in:
Economie