Delen     Populaire blogs     Volgende blog »
Blog maken     Inloggen
_
_
GOOILAND
Geschiedenis van Gooiland van 900 tot 2007
_
Home__Weblog__Prikbord__Fotoblog__Videoblog__Foto's__Links__Gastenboek__Vrienden__Zoeken__Tip__Login
_

Welkom op mijn Weblog


http://gooiland.vijftigplusser.nl/?page=article&warticle;_id=44460



Mijn Profiel

gooilander
Ik ben nu offline

• Mijn profiel
• Privé bericht sturen
• Als vriend toevoegen

Toevoegen als weblog vriend






Zoeken in Google
_



Categorieën Overzicht




Laatste Weblog artikelen

SNIPPERS VAN LEVEN --- TH. ...
04 maart 2016 12:48


GOOIS KRIJGSRUMOER
02 maart 2016 12:58

DE AANSLAG OP AMSTERDAM
02 maart 2016 12:55

DE FRANSCHEN IN LOOSDRECHT
02 maart 2016 12:54




Fotoboeken


FAMILIE (1)
_
FAMILIE (2)
_

ERFGOOIERS (89)
_
FAMILIE (1)
_






Weblog Vrienden





Gastenboek berichten

Herbert van Hasselt
07 december 2015 21:53
_
Onder de kop "CAPITSHOFSTEDE GELEGEN OP DE CAPITTEN TE BLARICUM"schrijft u over de familie Coppit... En u schrijft over een "Jacob", die in de Oude Kerk A'dam begraven zou zijn (dat kan, maar ik tref hem daar niet aan, zie hun website: www.gravenopinternet.nl ). Dit is belangrijk, omdat hij, Jacob, de vader van Oopgen Coppit zou zijn. de vrouw van Maerten Soolman (van de recente Rembr. schilderijen kwestie tussen/met RIJKS en Louvre.. Bij Oude Kerk tref ik alleen Dirk Coppit aan, die in de Kalverstraat woonde en op 15-01-1724 werd begraven. Misschine kunt iets meer over de vader Jacob en anderen zeggen/toelichten ? Dank.

Rob Kooistra
09 februari 2015 17:59
_
Bij oom Wim en tante Ada kwamen we geregeld thuis in Weesp en ik heb inderdaad nog contact met Ronald gehad op Facebook enige tijd geleden. Social media doe ik helemaal niets meer mee. Het lijkt wel of alles alleen nog via de digitale weg kan. De Kraijenhoffstraat weet ik nog wel van, maar niet dat ervoor een NSB'er woonde. Overigens hing ik meer aan mijn oma, wat dat betreft. Een bijzonder lieve vrouw. Regelmatig logeerde ik bij de jongste telg, tante Tiny, in Eemnes. Wij waren een gezin van zeven. Naast mij leeft slechts nog 1 broer en die vegeteert in een zorgcentrum. Afgelopen jaar ben ik nog wel bij een zus van mijn vader op bezoek geweest, in Friesland. Waanzinnig leuk om haar weer eens te zien. Familie bestaat dus voornamelijk uit beelden van vroeger. Rob

Frans J.J. de Gooijer
09 februari 2015 15:35
_
Van jongs af aan kende ik je grootouders en vooral Jaap, Guus en Wim. De zoon van Wim, Ronald, reageert regelmatig op het facebook van je neef Hans. Wim heb ik later nog wel eens gesproken. Je opa kreeg meteen na de bevrijding een beter huis in de Kraaienhofstraat. (tuindorp Keverdijk) Er woonde eerste een NSBer. Je opa kreeg dus wel een beloning. Tegenwoordig is de portiekwoning in de St. Annastraat zeer duur. (net als alle woningen binnen de vestingwallen) Frans




Watskeburt Op 50plusser.nl

Door Chess om 00:50
_
Nieuwe Club forum reactie geplaatst

Door Ineke1949 om 00:38
_
Ineke1949 Online

Door lucia51 om 00:29
_
Nieuwe Club forum reactie geplaatst

Door pitter om 00:29
_
Profielgegevens aangepast

Door pitter om 00:27
_
Nieuwe Club forum reactie geplaatst

Door Marc om 00:25
_
Nieuwe Weblog reactie geplaatst

Door elvira om 00:25
_
Nieuwe Forum reactie geplaatst

Door dieneke4355 om 00:21
_
Profielgegevens aangepast





_

Andere artikelen



MAATLANDEN AAN DE GOOISE KUST


MAATLANDEN 1

GOOISE MAATLANDEN


TRADITIONEEL BEHEER & GEBRUIK

VAN DE MAATLANDEN


Ontstaan en indeling Maatlanden
De oostelijk van de Huizer haven gelegen Maatlanden

behoorden in de vroege middeleeuwen mogelijk tot de linkeroever van de Eem (1). Deze rivier mondde toen uit in het veengebied rondom het binnenmeer Almere. Enkele eeuwen later drong de Zuiderzee door tot de huidige Gooise kust en verdween het voorliggende moeras.
Sindsdien bracht de zee voortdurend klei op de laaggelegen gronden langs de monding van de Eem (2).
In de middeleeuwen kwam een deel van deze kuststrook in het bezit van de
Naardense Sint Vituskerk en het mannenklooster van Oud Naarden. Na de
kerkhervorming verkreeg de Hervormde Grote Kerk het kerkelijk onroerend goed en werd het bezit van het klooster eigendom van het Burger Weeshuis van Naarden.
(mogelijk zijn de Monnikskampen daarop terug te voeren)
Een overig deel werd door de Abdij van Elten verkocht aan de gemeenten Naarden,
Huizen, Hilversum, Laren en Blaricum (3).

(Dat de huurders hunne gehuurde landen niet meer als eenmaal gedurende dit jaar zullen mogen maaijen en het Hooy het zij hetzelve goed of kwaad ware gewonnen van de landerijen vervoeren op poene dat zulks anders ten hunnen koste zal worden gedaaan)


De aangrenzende Gooische- of Oostermeent bleef, net als het overgrote
territorium van het toenmalige Naerdincklant, in gemeenschappelijk vruchtgebruik
bij de autochtone bevolking. De gemeenten van Naerdincklant verkregen aldus
exclaves, onder hun juresdictie, binnen de grenzen van Huizen en Blaricum (4).
Zo ontstonden de Bussummer-, Huizer-, Laarder-, en Naardermaat. Verder de
Hilversummer Hooge- of Bovenmaat plus het Laarder- en Huizer Aangerecht. Begin
18e eeuw schreef Lambert Rijksz Lustigh dat er rond het jaar 1000 reeds was:
"een groot stuck uitverkoren groen 'maylant' genaemt Laeremaat". De Maten bleven
tot ca. 1937 in gebruik als 'maylant' oftewel hooiland.
Van octrooi tot Waterschap de Gooische Zomerkade
Na 1600 vond in de Maten naast aanslibbing ook afslag plaats. De Gooise
gemeenten verkregen in 1633 een octrooi voor het aanleggen van een zomerkade om
de Maatlanden tegen afslag en tegen overstroming in de zomer te beschutten (5).
In de winter bleef de zee een vruchtbaar laagje klei afzetten. Eeuwen voor de
aanleg van de kade hadden de Gooise gemeenten hun Maten opgedeeld in smalle
percelen en die verkocht aan particulieren. Volgens de stelregel: 'Wie het water
deert, het water keert', lag de kop van alle kavels aan de kust. Iedere
’ingelande’ was dus verantwoordelijk voor zijn eigen stukje kade.
Ook een gedeelte van de erfgooiers Oostermeent lag aan de kust en werd voorzien
van een kade. Om toezicht te houden op het onderhoud werden om de twee jaar door
de Gooise burgemeesters acht kademeesters benoemd. Hun taak was tevens het
inspecteren van de duikers in de zomerdijk en deze zo nodig te laten herstellen.
Iedere duiker was voorzien van een primitief sluisje, bestaande uit een houten
klep. Tijdens de eb van de Zuiderzee werd de klep open gedrukt en door de vloed
weer dichtgedrukt. Aangezien de waterdruk in de Maatsloten gering was, verliep
de afwatering slecht (6). Dit leidde wel eens tot botsingen tussen de
kademeesters van de Maatlanden en de meentbeheerders. De Oostermeent waterde in
hoofdzaak af via de Gooiersgracht en een natuurlijke waterloop de 'Viersloot'.
Soms echter opende een Meentbeambte een duiker tussen de hoger gelegen meent en
een maatsloot. Het gevolg was dat de sloot in de Maatlanden overliep.
Omgekeerd kwam het voor dat een Kademeester een balk stak tussen de sluisklep
aan de zeezijde om een maatsloot bij eb sneller te laten afvloeien. De balk werd
soms vergeten en bij vloed liep het zoute water via die sloot in de sloten van
de meent. Het resultaat was brak en dus ondrinkbaar water voor het vee op de
meent.
Het kadebeheer volgens het octrooi van 1655 hield stand tot 1928. de ingelanden
vonden dat zij te weinig inspraak hadden en de Gooise burgermeesters, die amper
van hun taak op de hoogte waren, te veel. Provinciale Staten van Noord-Holland
werd met succes een verzoek gedaan om te komen tot een Waterschap Gooische
Zomerkade. Het nieuw gevormde waterschap omvatte naast de eerder genoemde maten,
ook de Bijvang, de Hoeven, de Kampen (samen 310 ha) en het laaggelegen deel van
de Oostermeent (ca. 400 ha.) (6). In die tijd werd de Afsluitdijk aangelegd
zodat, enkele jaren later, de Maten aan het zoete water van het IJsselmeer
kwamen te liggen.
Het beheer van Maten en gebruik van maten.
De Maten en Aangerechten achter de zomerdijk vormden een grote vlakte. Zij waren
onderling verdeeld door een maatsloot en gezamelijk gescheiden van de Meent door
een grenssloot.
Binnen ieder maatland waren sloten noch hekken, de eigendom-percelen waren
alleen schriftelijk vastgelegd. Deze kavels waren zeer smal en lang,
bijvoorbeeld in de Aangerechten ca. 9 m breed en ca. 700 m lang. Iedere winter
liet de zee niet alleen vruchtbare klei op het land achter, ook de sloten
slibden dicht. De afwatering verliep matig en daarom bleef het grasland ook in
het voorjaar lang dras, waardoor het niet geschikt was voor beweiding, maar
alleen als hooiland.
Zoals er een instelling was voor de zomerkade, was er ook een beheersorgaan voor
het gebruik van de Maatlanden. Door de Gooise burgemeesters werden, voor de tijd
van vier jaar, schaarmeesters gekozen uit de ingelanden. In de Laardermaat,
Hilversummer Bovenmaat en Bijvang drie, in de overigen twee. De schaarmeesters
moesten onder andere zorgen voor de grenspaaltjes, die voorzien van een nummer,
ieders eigendomsperceel aangaven (6). Deze houten paaltjes, een halve meter
boven het maaiveld, stonden in en aan de zuidkant van de Maten langs de
grenssloot. Ieder voorjaar moest, voordat met het grasmaaien voor de hooibouw
begonnen werd, ieders bezit aangeven worden. De schaarmeesters benoemden voor
dit werk grasbazen. Hun taak was het uitmeten en afbakenen van ieders perceel.
Uitgaande van de grenspaaltjes werd dit uitgezet door middel van stevige
rietstengels die in de grond werden gestoken. De laatste gras-baas, Adrianus
Jacobz Schipper uit Huizen, moest in 1937 deze werkzaamheden staken door de
gewijzigde omstandigheden (7).
Er bestaat nog steeds een notitieboekje uit 1843 van schaarmeester Hendrik
Rigter en zijn ondergeschikte grasbazen Lambert Spil en Jacob Schipper (8). Alle
Aangerechten, Maten en overige kampen met hun eigenaren staan daarin vermeld.
Tevens is de grootte van ieders bezit aangegeven en ook de ligging ten opzichte
van de markeringspaaltjes. De aangegeven oppervlakte eenheden stammen nog uit de
periode van vóór 1820, terwijl na die tijd het huidige metrieke stelsel is
ingevoerd. Eigenaardig is, dat in diverse maatlanden onderling zeer afwijkende
eenheden werden toegepast. In het ene stuk worden de oppervlakten opgegeven in
voeten, terwijl ze elders staan in dammaeten, zwadden en akkers (9). Mogelijk
waren de afwijkende eenheden het gevolg van onderling verschillende juresdicties
waarin de Maatlanden verdeeld waren. De oeroude maataanduidingen waren gebaseerd
op het gebruik als hooiland, evenals de verdeling in lange stroken. De zwad was
oorspronkelijk de benaming voor een zeis en werd daardoor de oppervlakte voor
een lange strook ter breedte van een regel afgemaaid gras in een slag heen en
weer van de zeis. De dammet of dammmaet was oorspronkelijk een dagmaat, dus
zoveel als een man in één dag kon maaien. In 1720 maakte de Huizer Lambert
Rijcksz Lustigh een lijst op met de verschillende oppervlakten van de
Maatlanden. Niet alleen tijdgenoten, maar bestuurders door de eeuwen heen,
konden niet goed wijs worden uit deze warboel. Een antwoord op een verzoek om
duidelijkheid van de overheid in 1823 luidde:
Ronduit gesproken is het bepalen der metrieke maat in deze gemeente (Naarden) in
Openbare Akten, zoo lange de nieuwe Cadastratie niet is geschied, eene
hersenschim". Als ombegrijpelijk voorbeeld gaf men aan: "En dan noch eindelijk
heeft men eene maat van Groenlanden agter Huyzen gelegen en welke noch slegs in
voeten verdeelt strekkende, evenals akkers, als hebbende geene bepaalde lengte,
maar worden bij voetbreedte verhuurt en verkogt en dat heet in Gooyland 1 voet"
(10).
Zelfs was onduidelijk of een Maatland onder één of twee gemeenten behoorde.
Naarden en Hilversum sloten in 1820 een overenkomst over de Hilversummer
Hoogemaat. Hilversum verkreeg het gehele gebied, terwijl Naarden de Bouwvenen in
Blaricum geheel in bezit kreeg. Zo kwam een einde aan het dubbel grondbelasting
betalen door sommige ingelanden. Kort daarna, in 1824, werden de exclaves bij de
dorpen Huizen en Blaricum gevoegd in ruil voor grond elders. Uitgedrukt in
Rijnlandse morgen stond Naarden aan Blaricum af: 27 morgen bouwland (waaronder
de Bouwvenen) en 43 morgen in de Maatlanden. Blaricum verkreeg ook het Laarder
aangerecht en stond hiervoor bouwland af aan Laren. Na deze grondruil verkreeg
iedere Gooise gemeente een aaneengesloten gebied, een noodzakelijke voorwaarde
voor de invoering van het kadaster in 1832 (11). Uit de kadastrale opmetingen
werd eindelijk duidelijk hoe groot de oppervlakte van ieders perceel in de
Maatlanden was. Ook bleken de oude oppervlakte opgaven niet exact te herleiden
tot een vaste eenheid, maar meer op een onnauwkeurige meting, of schatting te
berusten. De problemen van de ingelanden verdwenen niet na de invoering van het
kadaster, omdat de Gooise burgemeesters belast bleven met het beheer van ieders
voormalige stads- of dorpsmaat. In het begin van deze eeuw begreep de
burgemeester van Hilversum al niet meer waar hij het recht aan ontleende om
schaarmeesters te benoemen voor de Hilversummer Hoogemaat en de Bijvank. De
ruilverkaveling van de Maatlanden in 1937 maakte een einde aan een eeuwenoud en
verouderd traditioneel beheer.
____________
Noten:
1. De zwadetijns en de koptienden, die de Gooiers betaalden aan Hoog Elten,
Ir. T. van Tol, in Tussen Vecht en Eem, 1e jrg. nr. 3.
2. De Eemlandtsche Leege Landen, ontginningen rond de mond van de eem in de
12e en 13e eeuw. C. Dekker en M. Mijnssen-Dutilh 1995
3. Stadsarchief Naarden, Archief Burgerweeshuis Naarden, BWH/10.11, 30-11-1795.
4. Geschiedenis van Gooiland. Dr. D.Th. Enklaar en Dr. A.C.J. de Vrankrijker.
5. Streekarchief Hilversum, Collectie Perk, nr. 84, Stukken betreffende de
Gooische Maatlanden en de Gooische Kade ca. 1370-1852.
6. Stadsarchief Naarden, Resolutieboek van Burgemeester en Adjunct Burgemeester
en Raaden der Stad Naarden, OAN 37-1, dd 1714.
Stukken betreffende het beheer van de Gooische Zomerkade, gelegen tussen
Naarden en Eemnes, NAN 640, 1828-1870.
Archief Stad en Lande van Gooiland, Gooische Zomerkade 1633-1927, Waterschap
de Gooische Zomerkade 1927-1975, nrs. 262 en 359, Kaart 'Meenten, Gooische
Zomerkade', schaal 1 : 5000 (situatie van vóór de ruilverkaveling van de
Maatlanden)
7. Huizer Kring Berichten, 16e jrg.3-9-1995. Historische Kring Huizen.
8. Notitieboekje met de eigenaren van de maatlanden in het Gooi. In particulier
bezit bij een inwoner van Huizen.
9. Naerdincklant, Gooische studies. Dr. A.C.J. de Vrankrijker. 1947
10. Stadsarchief Naarden, Brievenboek van Burgemeesters en wethouders, NAN 6,7
en 8, 1819-1826
11. Stadsarchief Naarden, Stukken betreffende de werkzaamheden van het kadaster,
de kadastrale leggers, de opmetingen, e.d. NAN 486, 1816-1912.
Proces verbaal der Grensregeling van Naarden 1824, met een 'Figurative schets
van de grensscheiding tussen de gemeente Naarden en Huizen', OAN 127.6,
aug. 1824.
Afbeeldingen:
1. Krijgspelkaarten van het Gooi en Eemland. Uitg. Stichting Vijverberg te
Naarden. Kaartje van de Maatlanden uit 1908. Hierop de maatlanden Naardermaat
t/m De Hoeven.
2. Kaartje van de maatlanden Huizer- en Laarder Aangerechten
3. Schematische tekening van vijf maaiers. uit: Natuurlijke Historie van
Holland. door J. le Franq van Berkhey
4. Detail Gooilandkaart (ca. 1725-1740) Kaartdetail met:
a) Dorpen Huizen en Blaricum.
b) Maatlanden aan de kust van de Zuiderzee (buitendijks hooiland)
c) Oostermeent ( erfgooiersweide )
d) Gooiersgracht (grensgracht tussen 't Gooi en 't Sticht van Utrecht)
e) Viersloot. (het enige natuurlijke Gooise beekje)
f) Opmerking: De Gooiersgracht en de Viersloot staan niet op het detail)

HISTORISCHE KRING BLARICUM MED. BLAD 1995
by F.J.J. de Gooijer
Startpagina: Geschiedenis van Gooiland en de Erfgooiers
http:// gooijer.nl.jouwpagina.nl/

Voor afbeeldingen en foto's, zie:
http://gooiland.vijftigplusser.nl
_____________________________



MAATLANDEN 2


MAATLANDEN 3


MAATLANDEN 4


MAATLANDEN 5


MAATLANDEN 6


MAATLANDEN 7


MAATLANDEN 8


Artikel links



Geplaatst op 21 oktober 2014 15:27 en 818 keer bekeken



Deel dit artikel via:





_
R
eacties van leden


Je reactie
Naam   Gast
Reactie   
  _
Captcha_Beveiligingsvraag

Welk dier is dit?
_

Er zijn nog geen reacties gegeven.