12steden-tocht

De twaalfstedentocht

19 december 2013 -
Tweet about this on TwitterShare on Facebook0Share on Google+0Pin on Pinterest0Email this to someone

Koog aan de Zaan 1676 – Het is een winter met zware vorst. Zelfs het Haarlemmermeer en delen van de Zuiderzee vriezen dicht. Vier inwoners van Koog aan de Zaan krijgen het idee om een langeafstandstocht te houden op de schaats. Om vier uur in de nacht vertrekken zij vanuit hun woonplaats. 16,5 uur, 320 kilometer en 12 steden verder keren zij terug in Koog aan de Zaan.

Eén van de deelnemers van de tocht, Claas Arisz. Caeskoper, hield een dagboek bij. Claas was een fanatiek schaatser en was dan ook zeer verheugd met de vorstperiode in de winter van 1676/1677. Op 4 december was het voor hem nog mogelijk om met de veerpont van Koog aan de Zaan naar Amsterdam te varen, maar toch had de pont al moeite door ijsvorming.

Drie dagen later schaatste Claas met zijn vriend Claas Rack en zijn knechten naar Assendelft. Het vroor hard, maar toch zakte Claas met een knecht door het ijs. De volgende dag reed hij in dooiweer op wankel ijs naar Beverwijk. Vanaf 9 december vroor het echter weer hard verder. Vijf dagen later was het ijs al zo dik dat er zelfs paarden op het ijs liepen. Claas maakte een ijstocht naar Amsterdam. Hierop volgde elke dag een paar tochten door Noord-Holland op de schaats.

Op 19 december volgde echter een schaatstocht die zijn weerga niet kende. Claas doet verslag in zijn dagboek: “19 december. Zwak windje. Over de Zaan ben ik in compagnie met Meindert Arendsz, Jacob Blauw en Jacob Buur ’s morgens om 4 uur in heldere maneschijn op de schaats uitgereden (…). Naar Haarlem, van daar naar Amsterdam, van daar naar Weesp, naar Naarden, naar Muiden, over Pampus naar Monnikendam, naar Edam, door Purmerend tot Oudendijk, waar wij omstreeks 1 uur voor de eerste keer pleisterden. Vandaar verder naar Hoorn, naar Enkhuizen, naar Medemblik, naar Alkmaar, waar wij nogmaals pleisterden, en van daar weer terug naar huis. Toen wij net van Alkmaar weg waren begon het te sneeuwen. Omtrent half 9 ’s avonds waren wij weer thuis. (…)”

Dit was een zeer bijzondere tocht. Niet alleen door de lange afstand, maar ook door de natuur. Sommige delen waar de groep geschaatst heeft, bevriezen namelijk alleen bij zeer strenge winters. De twaalfstedentocht is hierna slechts één keer gereden: op 29 december 1822 door de gebroeders Klaas en Willem Oostindië, wederom afkomstig uit Koog aan de Zaan. Zij hadden vierentwintig uur nodig voor de tocht. Oneindig Noord-Holland heeft onlangs een spel uitgebracht, gebaseerd op de legendarische twaalfstedentocht.

Bron: B. Koene, De Caeskopers. Een Zaanse koopmansfamilie in de Gouden Eeuw. (Hilversum 2011).

Tweet about this on TwitterShare on Facebook0Share on Google+0Pin on Pinterest0Email this to someone