Terug Home Opvolgend
Bookmark and Share

Alles van waarde ...

"Alles van waarde is weerloos" stelde Lucebert (in De zeer oude zingt, Verzamelde Gedichten, 1974). Die weerloosheid geldt ook voor de muurgedichten van Leiden. Een rondgang langs dit cultuurgoed stemt verdrietig. Hier een aantal voorbeelden van de aantasting door mens, natuur en tijd.

Leidse muren verweren sneller dan je verwacht. Ze scheuren, wateren door of slaan zwart uit. Neem bijvoorbeeld de anonieme Elong, Riposte van William Carlos Williams of Mijn moeder is mijn naam vergeten van Neeltje Maria Min.

Het ergste wat er kan gebeuren is natuurlijk het verwijderen van muurgedichten. Dat is al twee maal gebeurd: het fraaie muurgedicht van Luís Vaz de Camões en Een schatrijke tuin van Hendrik de Vries zijn er niet meer. De stichting TEGEN-BEELD is van plan beide opnieuw aan te brengen, al dan niet op dezelfde plek.

Ook (klim-)planten kunnen vernietigend werken. Zoals bij Pluja van Salvador Espriu, en nog net niet bij Leningrad van Osip Mandelstam. Of zou een goede fee daar de snoeischaar tijdig gehanteerd hebben?

Helaas zijn er mensen, die - al dan niet bij hun volle verstand - muurgedichten aantasten. Bijvoorbeeld een lelijk reclamebord bij Verborgenheden van K.P. Kaváfis, aan wie notabene in 2003 Lyriek in Leiden wordt gewijd; en vlak daarbij een "spuiter" op het naamloze gedicht van Bernlef.

Gelukkig zijn er ook mensen die hun muur opknappen zònder het muurgedicht te beschadigen. Daar zijn al diverse voorbeelden van. Een enkeling is zelfs zo ver gegaan om het muurgedicht in het kader van de opknapbeurt opnieuw aan te brengen. Maar tegenover elk muurgedicht waarmee het goed gaat is er waarschijnlijk ook één waar de situatie zorgelijk is. En dat terwijl het project nog niet eens afgerond is! Als Leiden nog langere tijd van de muurgedichten wil genieten, en er als toeristische trekpleister van wil profiteren, dan lijkt naar analogie met de monumentenwacht ook een muurgedichtenwacht noodzakelijk.


Op Terug Home Opvolgend muurgedicht