Delvis-KBL4

Delv!s

"Er zit druk op de ketel, maar dat vind ik goed"

“I have a dream.” Het zijn de historische, gevleugelde woorden van Dr. Martin Luther King. Hij zag zijn droom nooit uitkomen. Een vals sujet schoot ’s mans ‘unifying dream’ helemaal aan flarden. Niettemin, jongens met dromen hebben één ding gemeen: ze doen er alles aan om de droom waar te maken. Zoals Delv!s – bij de burgerlijke stand bekend als Niels Delvaux, een jongen uit Landen – die zich dankzij een eigen stemgeluid en bakken charisma stilaan uit de grote onbekendheid trekt, en Vlaanderen laat kennismaken met een unieke blend van funk, soul, urban en – waarom niet – nu-folk. Poppunt, steeds op zoek naar witte raven die iets losmaken, haalde Delv!s uit zijn muzikale hol.

’t Stond in de sterren geschreven: de zomer was aan Delvaux. Delv!s leek uit het niets op te duiken, maar zoals zoveel andere jonge wolven heeft hij er al een vrij lang parcours opzitten. Hij begon op een blauwe maandag als zanger in een paar rockbandjes, en ontdekte gaandeweg dat hij een aparte stem had, waar hij toch eens iets mee moest doen.

Schoolmoe schreef Delv!s zich in aan de jazzstudio in Antwerpen, maar na één jaar hield hij het daar voor bekeken. “Ik heb te weinig discipline voor de schoolbanken,” aldus Delvaux, “maar om mijn muziek aan de man te brengen, wil ik wel keihard werken.” Viel het geluk hem dan gewoon in de schoot? Neen. Geloof in eigen kunnen, gekoppeld aan ‘er is een plaats en een tijd voor alles’, brachten hem op de plek waar hij nu is. Aan de vooravond van het ware muzikantenbestaan.

Wat de bal goed aan het rollen bracht? Een passage bij LeFtO op Studio Brussel in 2010, waar Delv!s de lome track ‘Blend’, een samenwerking met Uphigh Collective, soulful leven inblies (zie ook Poppunt Magazine 51, Dossier Collectieven). Vlak voor de zomer – tijdens dit gesprek – zat Delv!s volop in een strak repetitieschema. “Ik heb een zeer goeie band rond me verzameld met muzikanten die weten hoe ze een goeie en groovy fond moeten neerleggen: Sam Gysel (Arno) op drums, Peter Lesage (Moiano, Flip Kowlier, Gabriel Rios …) op keys, Boris Van Overschee op bas, Lucien Fraipont (zie ook Jonge Wolven Robbing Millions) op gitaar en Toon Janssens op elektronica. De perfecte band.”

“Ik had te weinig discipline voor de schoolbanken, maar om mijn muziek aan de man te brengen, wil ik keihard werken.”

Vertel eens wat er tussen 2010 en nu zoal veranderd is?
Niels: “Alles, eigenlijk. Ik was al een tijdje in de marge bezig toen Uphigh Collective met die ene tune kwam aandraven. ‘Blend’ is verschenen op On-Point Records. Nadat LeFtO het opgepikt had, kwam alles in een stroomversnelling terecht. Ik had nooit verwacht dat die song op de radio zou komen. ‘Blend’ heeft een en ander in beweging gezet: ik heb een aantal keer met Uphigh Collective opgetreden, en ben dan mondjesmaat zelf wat beginnen klooien met opnamesoftware. Ik wou verder gaan met een band, omdat ik het gevoel had dat Uphigh Collective zich te veel aan het wegcijferen was voor mij. Daarnaast liep nog een project met mijn huisgenoot, Title, maar toen dat op zijn einde liep, heb ik besloten om me een jaar op te sluiten en aan mijn eigen ding te werken.”

Laten we eens een open deur intrappen: je hebt een gouden stem. Wanneer besefte je zelf dat je een apart timbre had?
Niels: “Ik heb vroeger in een paar rockbandjes gezongen. Toen al kwamen mensen me vertellen dat ik een goeie stem had. Ik heb daar nooit echt bij stilgestaan. Pas aan de jazzstudio begon ik te beseffen dat ik mijn stem echt als instrument kon gebruiken. Geen geschreeuw meer, maar iets subtieler. De jazzstandaards hebben me daarin echt wel vooruitgeholpen. Al moet ik wel eerlijk zeggen dat ik mijn stem niet altijd even goed verzorg. Ik rook te veel. En te veel drinken doe ik ook beter niet. Na een paar optredens voel ik dat mijn stem rust nodig heeft. Ik warm ze tegenwoordig ook op. Ik weet dat ze beter kan worden, maar dan zal ik wat discipline aan de dag moeten leggen.”

Doen! Ik lees her en der dat je nogal fan bent van oude jazzstemmen: Billie Holiday, Ella Fitzgerald, …
Niels: “Jazeker. Ik heb die allemaal ontdekt aan de jazzstudio en heb er veel van opgestoken. Heel veel zangers hebben in de loop der tijd hun eigen versie opgenomen van jazz-standards. Ik vond het erg cool dat ik uit dat erg grote aanbod zelf versies kon kiezen die het meest aanleunden bij mijn stijl en manier van zingen. Ik heb er alleszins veel inspiratie uit gehaald. Maar evengoed uit zware rock, hoor. Dat was vooral vroeger mijn ding. Daarna werd het blues, funk en hiphop. Je mag wel zeggen dat ik een voorliefde heb voor zwarte muziek. Aretha Franklin, James Brown, D’Angelo, Booker T and the MG’s, … En ik leer nog elke dag nieuwe dingen kennen. Ik deel sinds kort een huis met onze elektronicawizard en hij heeft me massa’s nieuwe muziek leren kennen.”

Delvis   © Koen Bauters
Delvis   © Koen Bauters
Delvis   © Koen Bauters
Delvis   © Koen Bauters
Delvis   © Koen Bauters
Delvis   © Koen Bauters

Uit live-opnames op YouTube blijkt dat de muziek er staat: lekkere groove, veel sfeer. Da’s één ding. Je muziek aan de man brengen is iets anders. Je zit sinds kort onder de vleugels van Christof Coquyt van Gentlemanagement. Hij heeft onder andere de carrières van Gabriel Rios en Selah Sue gelanceerd. Legt dat niet wat druk op je schouders?
Niels: “Dat valt wel mee. Ik heb Christof leren kennen via Sanne (Selah Sue, red.). Zij had me ooit eens in ’t STUK in Leuven zien spelen. Op een dag kreeg ik telefoon: of we haar voorprogramma in Nederland wilden doen, want de band die het zou doen, had afgezegd. Een mooie kans die ik niet wou laten liggen. Christof heeft ons daar aangesproken en gezegd dat hij wou samenwerken. Hij gaf ons de raad om aan onze songs te werken. We hebben daarna nog een aantal supports voor Selah Sue verzorgd. Dat was de kiem van alles. Het management is wel streng, maar rechtvaardig. Er zit wat druk op de ketel maar dat vind ik goed.”

Een glazen bol heb je niet, maar waar zou je graag staan over vijf jaar?
Niels: “Ik wil uiteraard blijven verder doen en – als het even kan – een vaste waarde worden in de Belgische muziekscene. En voor wie zou denken dat nu plots het grote geld binnenstroomt: vergeet het. Aangezien ik geen vaste job heb, moet ik ervoor zorgen dat ik tot het einde van de maand rondkom. Ik vind dat oké, hoor, want het drukt me met de neus op de realiteit. Ik geef zo nu en dan privézangles, en ik help jonge bands met opnames in mijn homestudio. Rijk word je daar wel niet van.”

En een album?
Niels: “Wellicht, ja. Het feit dat we Artist in Residence zijn in de AB geeft ons wel wat voordelen. We hebben er de kans gekregen om tijd in de studio door te brengen. Echt top, zeker omdat we zo ervaring kunnen opdoen. Als de tijd er rijp voor is, volgt er meer, maar voorlopig blijft het bij nummers schrijven. Ik heb wel al een producer in gedachten. Ik heb ooit eens een lijstje gemaakt met mijn top tien. Op één stond Will Holland, bekend van het Quantic Soul Orchestra en Quantic, zijn soloproject. Onder de naam Quantic heeft hij onder andere samengewerkt Alice Russel en Spanky Williams, twee straffe soulzangeressen. Als ik hem te pakken zou krijgen, super! Maar dat is nog verre toekomst.”

“Muzikant zijn omhelst meer dan enkel live spelen.”

Je hebt zelf al redelijk wat live-ervaring. Nu kruip je meer en meer in de studio, waar alles wat je opneemt bij wijze van spreken duizend keer uitvergroot wordt: elke noot die niet juist zit, hoor je. Confronterend?
Niels: “Niet zozeer. Ik heb wel ontdekt dat muzikant zijn meer omhelst dan enkel live spelen. Ik zit graag in de studio. Thuis doe ik dat vaak, met Title, en het is anders. Weet je, doordat het me aan studio-ervaring ontbreekt, krijg ik niet zo makkelijk uitgelegd wat ik wil zeggen. Daar merk ik wel een niveauverschil met andere muzikanten. Ik weet van mezelf dat ik aan een aantal zaken moet schaven: me goed voorbereiden als we in de studio duiken, zodat we geen tijd verliezen. Hoe meer je vooraf doet, hoe makkelijker. Voor we de studio van de AB introkken, hadden we ons goed voorbereid, dachten we, maar toen we echt begonnen te werken, bleken er aan onze songs her en der nog zaken te ontbreken. Wat mijn stem betreft, heb ik ontdekt dat ik live andere registers kan opzoeken.”

In het genre waarin Delv!s actief is, zijn drum en bas erg belangrijk, vooral wat het neerleggen van een groove betreft. Primeert voor jou daarin het technische kunnen van je muzikanten of de feel die ze hebben?
Niels: “Beide, toch. Wij willen dan wel soul en funk maken, maar als we ons daar echt willen op toeleggen, zullen we nog veel moeten werken. Kijk, ik wil helemaal niets afdingen op mijn muzikanten. Het zijn allemaal gepassioneerde mensen, maar we kunnen niet, zoals het vroeger was, hele dagen zitten jammen of oefenen tot alles mooi zit. Ik vrees dat de romantiek een beetje uit de muziek verdwenen is. Samen zoeken naar een groove, zonder tijdsdruk, en hele dagen samen rondhangen, dat is er tegenwoordig niet meer bij. Misschien romantiseer ik dat beeld wel, hoor, maar het lijkt me wel cool om het zo aan te pakken. Mijn ultieme droom is het zoals James Brown aan te pakken: to become the hardest workin’ man in showbizz.”