Racisme, Gedrag en Omgeving
Geschreven door D. Pinto
Racisme, discriminatie, antisemitisme, etno- dan wel eurocentrisme. Voor velen gaat het allemaal om hetzelfde en sommigen voegen zelfs vooroordelen, aan dit rijtje toe. Daar ben ik het niet mee eens. Waarom? Het wordt zeer moeilijk, zo niet onmogelijk zoveel verschillende kwaden op één hoop te gooien en adequaat te bestrijden. Het maakt nogal wat uit of je racisme of vooroordelen wenst aan te pakken. Nog scherper geformuleerd: als iemand slechts in zijn denken (hoofd) discrimineert maar niet in zijn gedrag (handelen) is dat uiteraard te verkiezen boven het omgekeerde. In deze zin is cultureel racisme nog moeilijker aan te pakken dan biologisch racisme. Deze laatste heeft betrekking op huidskleur en ras. De eerste betreft de manier waarop mensen zich uiten. Het veroordelen van andere mores van communicatie en omgangsmanieren. Grof verdeeld zijn biologisch racisten te vinden onder minder geschoolden en behorend tot lagere sociale milieus. Cultureel racisten, zijn er veel meer en bevinden zich daarentegen onder hogere geschoolden van betere milieus, ook binnen universiteiten. Columnist Arthur van Amerongen van het UvA-blad Folia zondigt ook hieraan. Deze laatste categorie, van cultureel racisten, is vele malen moeilijker te bestrijden. Zij zullen bij hoog en laag zweren dat zij niets moeten hebben van racisme en discriminatie. Immers, wij zijn allemaal mensen. Maar zij zullen wel verlangen dat die anderen zich moeten gedragen als zij zelf. En daar schuilt het kwade. Zij beschouwen hun eigen normen en waarden superieur aan die van anderen en zullen die ander afwijzen, straffen (gedrag) voor hun afwijkende omgangscodes en communicatieregels.
Hieruit blijkt reeds hoe belangrijk een gedegen analyse is tussen bevinding en gedrag. En wat bepaalt nu ons gedrag?
Hoe iemand zich gedraagt, wordt bepaald, volgens auteur Meredith Belbin, door een zestal factoren: persoonlijkheid; mentale vaardigheden; waarden en normen; de druk of dwang van de omgeving; ervaring; het vermogen diverse rollen effectief te spelen. De factor 'waarden en normen' is hier op z'n plaats. Hoe aan gekeken wordt tegen gedragingen en uitingen, is namelijk afhankelijk van tijd en plaats. "Culture makes almost all the difference", in de woorden van Hatvard-historicus David S. Landes.
Een illustratie vanuit mijn eigen vak, InterCulturele Communicatie. Uit onderzoek dat ik in Israël heb begeleid komt een interessant resultaat uit over het beeld dat Israëli's (overwegend van Oosterse afkomst) enerzijds en Europeanen en Amerikanen anderzijds van elkaar hebben.
Als 'typisch Israëlische', worden de volgende kenmerken gezien: informele patronen tijdens persoonlijke interacties; directe communicatiestijl; spontaniteit; improvisationele aanpak van probleemoplossing; positieve houding ten opzichte van risico's nemen; zelfvertrouwen; oriëntatie op groepen met daarnaast een sterk individualisme; het testen en onderzoeken van de grens van regels en regelingen ("regels zijn niet altijd regels").
Deze kenmerken worden door westerlingen vaak verkeerd begrepen. Het zelfvertrouwen, bijvoorbeeld, wordt opgevat als arrogant.
Aan de andere kant zijn er ook een zevental aspecten die worden gezien als 'typisch Europees en Amerikaans' als een geheel Westerse groep, uiteraard zonder afbreuk te doen aan de uniciteit van het individu. Al worden zij verkeerd opgevat, het is van eminent belang hier melding van te maken, temeer omdat het gaat om een herkenbaar verschijnsel ook in de huidige Nederlandse situatie.
1. Beleefdheid. Wordt opgevat als onoprecht, kunstmatig (gedrag), gebrek aan spontaniteit, overdreven formeel.
2. Vriendelijkheid. Wordt opgevat als naïef, kunstmatig, seksueel provocatief.
3. Het respecteren van elkaars privacy. Wordt opgevat als afstandelijk, onvriendelijk, gebrek aan spontaniteit, verlegen, overdreven formeel.
4. De organisatiemethoden en efficiency. Worden gezien als inflexibel, stijf, efficiency ten koste van sociale (persoonlijke) relaties, alles volgens het boekje, gebrek aan improvisatie, focus op procedures in plaats van op het doel, op de taak.
5. Scheiding van zakelijk en privé. Dit gedrag wordt vaak beschouwd als een overdreven formaliteit en gewoonweg als vreemd.
6. Het in acht nemen van regels en respect voor andere culturen, wordt ervaren als overdreven formeel, overdreven bewust van hiërarchie, focus op de regels in plaats van op het doel. Iemand die de regels in acht neemt wordt gezien als een 'freier' (mietje, watje, nurd).
7. Vertrouwen in mensen. In Europa en de VS gaat men ervan uit dat iemand te vertrouwen is, tenzij het tegendeel blijkt. Een Oosterling (ook in Israël) gaat ervan uit dat mensen niet te vertrouwen zijn, totdat men bewezen heeft betrouwbaar te zijn. In de ogen van Oosterlingen zijn Amerikanen en Europeanen naïef. Andersom beschouwt een Westerling de ander als wantrouwend.
Is hier bijvoorbeeld sprake van wederzijdse discriminatie? Het antwoord dient te luiden: ligt eraan of de bevinding ook tot afwijzend gedrag of anderszins leidt.
Prof. dr. David Pinto
Copyright © 1982-2010 - ICI - Alle rechten voorbehouden