De geschiedenis van het beeldverhaal kun je op diverse manieren vertellen. Op de 2e etage aan de Wijnhaven vind je de eerste jaren van de geschiedenis van de strip 1970, maar ook de geschiedenis en de ontwikkeling van (nieuwe) aanverwante media als manga, tekenfilm, animatie en game art komen uitgebreid aan bod.

De meest gebruikte weg om de geschiedenis te vertellen is de chronologische. Ook in museum STRIPS! houden we de chronologische weg aan. We voegen daar regelmatig nog een ander element aan toe, zoals een thema of een striptekenaar die gedurende langere tijd strips heeft gemaakt. Voorbeelden van thema’s zijn bijvoorbeeld science fiction (Trigië en Storm) en de western (Tex Willer). Bekende striptekenaars die lang als stripmaker hebben gewerkt zijn bijvoorbeeld Jan Kruis (Jan Jans en de kinderen), Hergé (Kuifje), Willy Vandersteen (Suske en Wiske, Bessy) en natuurlijk Nederlands grote trots Marten Toonder met o.a. de verhalen van Olie B. Bommel en Tom Poes. Daardoor belichten we toch iedere keer de stripgeschiedenis op een andere manier en komen er vaak verrassende dingen naar boven.

De geschiedenis van het beeldverhaal staat niet op zichzelf. Tot 1970 zie je een duidelijke relatie met de tekenfilm en animatie, maar daarna komen daar meer elementen bij die een verband hebben met de strip. Denk daarbij aan game art, digitale strips, zoals van Hanco Kolk in De Correspondent  en interactieve strips (zoals te zien was op de Stripdagen Haarlem in de tentoonstelling Motion Comics). Ook deze elementen gaan aan bod komen in de geschiedenis van de strip op de 2e etage.

Het museum is gesloten wegens faillissement.