Theologenblog: Macron moest zwijgen over Schepper na brand in de Notre-Dame

Theologenblog
Beeld Peter Leenhouts

Gert Kwakkel hoorde president Macron spreken na de brand in de Notre-Dame, en was geraakt.

Op de avond dat de Notre-Dame in brand stond, zou de Franse president, Emmanuel Macron, via de televisie het volk toespreken. Hij zou de natie informeren over de uitkomsten van het nationale debat dat hij georganiseerd had naar aanleiding van de protesten van de gele hesjes. De langverwachte toespraak ging niet door. In plaats daarvan kwam een toespraak op de plek van de ramp, om middernacht.

Toen de president de volgende avond weer op de televisie verscheen, zei hij dat het nu even niet de tijd was voor politieke discussies. Een staatshoofd heeft meer te doen dan de zaken afhandelen in de afgesproken volgorde. Hij moet zich bewust zijn van wat de mensen bezighoudt.

Macron wees erop dat alles wat Frankrijk maakt tot wat het is, levend is en dus kwetsbaar. Zelfs wat onverwoestbaar lijkt, kan aangetast worden. Hij riep de bevolking op de ramp aan te grijpen als gelegenheid tot bezinning en hereniging. Door gezamenlijke inspanning zou het zeker lukken de kathedraal te herbouwen, nog mooier dan deze was (wie de Franse taal machtig is, kan de toespraak van Emmanuel Macron beluisteren en nalezen).

Het waren bemoedigende en indringende woorden. Zij raakten mij, door hun inhoud en de uitdrukking in de ogen van de president. Er schoot mij een zin uit de Bijbel te binnen: van Nehemia, toen hij zei dat de herbouw van de muren van Jeruzalem zeker zou slagen. Hij zei het alleen net even anders: „de God van de hemel zal het ons doen lukken” (Nehemia 2 vers 20).

Zelfs als Macron dat had willen zeggen, had hij dat als Frans staatshoofd waarschijnlijk niet kunnen doen. Dat is een wrang element in dit gebeuren. Het meestbezochte monument van Parijs en heel Frankrijk zou zonder geloof in God nooit gebouwd zijn. Toch moet de president zijn naam verzwijgen, ter wille van het behoud van de republiek.

Ik hoop van harte dat Macron gelijk krijgt en dat de Notre-Dame stralend herrijst. Als dat gebeurt, zal het weer vooral een Mariakathedraal zijn. In zo’n kerk bestaat het risico dat Maria’s Zoon schuilgaat achter zijn moeder. Of dat er meer aandacht uitgaat naar wat wij mensen gemaakt hebben dan naar de Schepper, die ons alles gegeven heeft.

Het kan ook anders, zolang Maria’s eigen woorden doorklinken. Toen zij haar historische taak kreeg, zei ze niet: „Dat gaat ons zeker lukken.” Ze zei: „De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd” (Lucas 1:38). Zij maakte ruimte voor wat God wilde doen.

Zo kwam het tot Goede Vrijdag en Pasen. Op die dagen bleek dat menselijke projecten alleen voorgoed kunnen slagen door overgave aan God en door zijn kracht. Sindsdien straalt er licht in de wereld. Het is zichtbaar voor alle Fransen en heel de wereld. Wie gelovig kijkt, ziet het zelfs door de gaten van het verbrande dak van de Notre-Dame.

De auteur is hoogleraar Oude Testament aan de Theologische Universiteit Kampen en de Faculté Jean Calvin in Aix-en-Provence. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.