Bibliotheken Tentoonstellingen Pi

Ludolph van Ceulen
en de berekening van het getal PI

Affiche

Tentoonstelling in de Leidse Universiteitsbibliotheek van 4 - 18 juli 2000

Samengesteld door R.M.Th.E.Oomes

Inleiding

1.  De levensloop van Ludolph van Ceulen
2.  De vroege geschriften van Van Ceulen
3.  De grote hoofdwerken
4.  Werken van tijdgenoten
5.  Ludolph van Ceulens grafsteen


Inleiding

Om te herdenken dat 400 jaar geleden Ludolph van Ceulen, samen met Simon Fransz. van Merwen, benoemd werd tot 'professor in de Nederduytsche Mathematycque' wordt door het Algorithmic Number Theory Symposium, 2-7 juli 2000, op 5 juli aandacht besteed aan Ludolph van Ceulen, de man die de wetenschappelijke wereld van zijn tijd verbaasde door het getal pi, de verhouding tussen de omtrek en de middellijn van een cirkel, in 35 decimalen te berekenen. Opmerkelijk was de wijze van publiceren: op zijn grafsteen in de Leidse Pieterskerk. Hoewel deze grafsteen in de eerste helft van de negentiende eeuw is verdwenen, ontvangen tot in onze tijd de VVV en het gemeentearchief regelmatig vragen naar deze steen. Het stemt tot voldoening, dat het Wiskundig Genootschap besloten heeft een gedenkteken in de Pieterskerk aan te brengen met de tekst van deze grafsteen. Al met al voor de Universiteitsbibliotheek voldoende aanleiding een kleine verzameling boeken tentoon te stellen over het werk van Van Ceulen, zijn medestanders en tegenstrevers. Aan het einde van de zestiende eeuw was het berekenen van pi immers een strijdperk dat door menigeen betreden werd. De zinspreuk van het Wiskundig Genootschap, opgericht in 1778, luidt: 'Een onvermoeide arbeid komt alles te boven'. Hoewel aan het berekenen van decimalen van pi wiskundig gezien geen einde kan komen, geldt de onvermoeide arbeid zeker voor het werk van Van Ceulen. Men verwachte in deze catalogus geen volledige behandeling van het probleem. De boeken, als oude drukken, staan in het centrum van de belangstelling. De tentoonstelling is beperkt tot de periode rond Ludolph van Ceulen en eindigt met het werk van Willebrord Snellius (1621), waarin voor de eerste maal pi in 35 decimalen in druk verscheen. Verdere ontwikkelingen, zoals van Snellius zelf, van Philips Lansbergen (1616) en vooral Christiaan Huygens (1654), die methoden ontwikkelden, die sneller tot hetzelfde resultaat voeren, vallen buiten de opzet van deze tentoonstelling. De samensteller van deze catalogus bekent zich gaarne schatplichtig aan D. Bierens de Haan , Bouwstoffen voor de geschiedenis der wis- en natuurkundige wetenschappen in de Nederlanden (in 1878 gebundeld, maar oorspronkelijk gepubliceerd in de Verslagen en mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen) en aan het artikel van Friedrich Katscher, 'Einige Entdeckungen über die Geschichte der Zahl Pi sowie Leben und Werk von Christoffer Dybvad und Ludolph van Ceulen', dat als zevende Abhandlung (= p. [85]-132) in de 116de Band der Denkschriften van de Österreichische Akademie der Wissenschaften, Mathematisch-Naturwissenschaftliche Klasse in 1979 werd gepubliceerd.

R.M.Th.E. Oomes

Terug


Verder