Daley Blind maakt dit seizoen een enorme opmars door. De 23-jarige verdediger heeft zich teruggeknokt. En hoe. Nu staat er een interland achter zijn naam, terwijl de volgende twee lonken. ,,Ik wist wat ik kon.’’
Vorige week vrijdag ontving Daley Blind een prettige boodschap tijdens de ochtendtraining op de Toekomst. Hij was definitief geselecteerd voor het Nederlands elftal, zo deelde trainer Frank de Boer hem mee. Terwijl de linksachter het officiële bericht nog moest ontvangen – deze volgt per e-mail – vertoefde hij al met zijn hoofd in de wolken. Niet te lang overigens, want daar is Blind het type niet naar. Maar blij, dat is hij met zijn uitverkiezing. ,,Dat kan ik niet ontkennen.’’
Het maakt hem ook trots. Trots dat Louis van Gaal in zijn kwaliteiten gelooft en hem daarom een plaats in de selectie gunt voor de WK-kwalificatieduels met Estland (vrijdag) en Roemenië (dinsdag). ,,Ik had er stiekem op gehoopt’’, reageert Blind. ,,Voetballen met Jong Oranje is ook leuk, maar na je debuut in het grote Oranje ga je toch verder kijken. Ik wil niet zeggen dat ik het had verwacht, maar na de interland tegen Italië heb ik mijn niveau goed kunnen vasthouden.’’
Op de dag dat hij het nieuws ontving, bezocht Blind met ploeggenoot Niklas Moisander een basisschool in Haarlem. Dat is al een leuke activiteit op zich, zegt hij, maar door zijn uitverkiezing genoot hij er nog meer van dan anders. Ontspannen liet hij zich onderdompelen in de vreugde van de kinderen, die hem onthaalden als een held. Hun vreugde en die van hem deden op dat moment niet veel voor elkaar onder, behalve dat de kinderen zich uitbundiger uitten dan Blind. Maar even later, als hij even uitrust in de kleedkamer, bevestigt hij nog maar eens: het gaat crescendo met zijn ontwikkeling.
Blind: ,,Ik wist wat ik kon en heb mezelf bij mekaar geraapt. Zo heb ik me terug geknokt."
Ook supporters zien dat. Dat bleek onlangs in de thuiswedstrijd tegen PEC Zwolle, toen ze een groot spandoek onthulden met zijn naam erop. Een eer, vond Blind. ,,Fantastisch dat ze dat hebben gedaan. Het heeft me een heel goed gevoel bezorgd. Ik ben blij met de waardering die ik van ze krijg. Hun steun doet me goed.’’
Aan die waardering heeft het wel eens ontbroken. Fluitconcerten, wegwerpgebaren; Blind heeft het vorig seizoen allemaal moeten ondergaan. ,,Uitgefloten worden door je eigen fans, dat is pijnlijk’’, merkt hij op. Maar, zo voegt hij eraan toe: ,,Ik speelde ook te wisselvallig, had problemen met mijn vorm.’’ Hij liet zich er niet door uit het veld slaan en deed er alles aan om de waardering van de fans te herwinnen. Onder meer door naar Frank de Boer te luisteren, die hem op zijn zwakke punten wees en hem aanspoorde meer het krachthonk in te duiken. ,,Ik wist wat ik kon en heb mezelf bij mekaar geraapt. Zo heb ik me teruggeknokt. Nu speel ik constanter dan in die mindere fase.’’
De gevolgen van de ommekeer mogen er zijn. Steun van het publiek, een uitnodiging voor Oranje, een mogelijke contractverlenging bij Ajax plus de complimenten van zijn trainer. Frank de Boer bekende twijfels te hebben gehad bij zijn ontwikkeling, maar constateert nu dat Blind een kerel is geworden en zou graag zien dat de verdediger blijft in Amsterdam.
Net als met zijn persoonlijke prestaties gaat het ook goed met die van het team. Ajax staat bovenaan in de Eredivisie, één punt boven PSV en Feyenoord, met nog zeven wedstrijden te gaan. Hoewel het verleidelijk is, wil Blind zo min mogelijk vooruit kijken. ,,We moeten gewoon elke wedstrijd winnen. Heel simpel’’, klinkt het nuchter. Of hij het resterende programma heeft gezien, met daarin onder meer de uitwedstrijd tegen PSV? ,,Ja, maar zo ver kijk ik niet. Ik denk dat het een valkuil is om verder vooruit te kijken dan de eerstvolgende wedstrijd. Het belangrijkste is dat we ons huidige niveau vasthouden. Om te beginnen op eerste paasdag thuis tegen NEC.’’
Hoe schat hij zijn kansen in voor een basisplaats in de aankomende twee duels met Oranje? Hij vindt het moeilijk te zeggen. ,,Bruno Martins Indi en Joris Mathijsen zijn ook geselecteerd. Dat zijn mijn concurrenten. Niet de minste twee.’’
Tekst: Ajax.nl/Fabian van der Poll
Foto's: Ajax.nl/Louis van de Vuurst