De bewoners
Vanaf de 12e eeuw verenigt de geschiedenis van de heerlijkheid Celles-Vêves zich met die van de Sires de Beaufort en hun afstammelingen de graven van Liedekerke Beaufort de Celles. Wauthier de Beaufort (overleden in 1196), die heer van Celles werd door met Ode de Bretagne te trouwen, veranderde het wapen van zijn voorouders door de Bretonse hermelijn te incorporeren. In 1187 nam Théodore de Celles deel aan de derde kruistocht.
In 1466 nam Louis de Beaufort deel aan het beleg van Dinant, toen deze stad met de grond gelijk werd gemaakt door Charles le Téméraire. Zijn zoon en echtgenote rusten onder een prachtige grafsteen in de kerk van Celles.
In 1609 ontdekt een houthakker, midden in een eik die hij geveld had, het beeld van de Maagd, het werd naar het kasteel van Vêves gebracht en veroorzaakte zulke wonderen dat het kasteel een bedevaartsoord werd.
Op de plaats van de eik lieten de Beauforts een heiligdom bouwen, dat vervolgens werd vervangen door de huidige kerk en bedevaartsoord, Notre-Dame de Foy. De gravin Marie-Robertine de Beaufort, die het kasteel van Celles zou erven, trouwt in 1761 met Jacques-Ignace de Gavre, graaf van Liedekerke. Hun zoon, Hilarion de Gavre, de eerste graaf van Liedekerke Beaufort, baron van Celles, maarschalk van het hof van de Koning der Nederlanden, trouwde met Julie, dochter van burggraaf Desandrouin, thesaurier-generaal van de Oostenrijkse Nederlanden en kleindochter van de graaf van Neny, President van de Raad der Oostenrijkse Nederlanden.
Hun zoon, Augustus van Gavre, graaf van Liedekerke Beaufort de Celles (1789-1855), ambassadeur van Nederland bij de Pauselijke Staat, trouwde in 1813 met Charlotte (1792-1822), dochter van de markiezin de la Tour du Pin Gouvernet , geboren Henriette-Lucy Dillon. De familie la Tour du Pin stamde af van de oude vorsten van de Dauphiné. De markiezin de la Tour du Pin Gouvernet schreef het "Dagboek van een vijftigjarige vrouw", waarin ze op talentvolle wijze haar herinneringen noteert als hofdame van Marie-Antoinette, de sombere dagen van de Terreur en haar emigratie naar Amerika.
De grootvader van Charlotte, Jean-Frédéric de la Tour du Pin, die de eerste Oorlogsminister was van Louis XVI, getuigde ten gunste van koningin Marie-Antoinette tijdens haar proces en stierf op 28 april 1794 op het schavot. Haar andere grootvader Arthur, Comte Dillon overkwam hetzelfde lot op 13 april 1794.
De zoon van Auguste, Hadelin de Gavre, graaf van Liedekerke Beaufort de Celles, speelde een belangrijke rol op het politieke toneel van België. Hij nam bovendien deel aan de onderhandelingen over het Concordaat tussen Oostenrijk en de Pauselijke Staat.
Zijn zoon, graaf Aymar (1846-1909) en zijn kleinzoon, graaf Hadelin (1887-1974) blijven het kasteel onderhouden zonder er ooit te wonen.
De laatste richtte een asbl (vzw) op met als doel dit erfgoed voor het publiek open te stellen. De asbl werd voorgezeten door graaf Christian de Liedekerke Beaufort (1927-1992) en onder zijn beschermheerschap werden tussen 1969 en 1979 belangrijke restauratiewerken ondernomen met steun van het rijk.
Vanaf 1986 is zijn zoon, graaf Hadelin de Liedekerke Beaufort (1955 - ), voorzitter van de asbl waarvan het doel is dit historische familie-erfgoed te behouden.
De restauratie
Door de aandacht die tijdens de restauratie tussen 1969 en 1979 is geschonken aan de inrichting van het kasteel, kunnen wij de verschillende perioden van de middeleeuwen tot heden doorlopen en ons er een beeld van geven.
De vertrekken van het kasteel kwamen weer tot leven dankzij het 18e eeuwse meubilair dat door gravin Athénaïs de Mortemart aan de Comte Hadelin werd aangeboden.
Deze vertrouwde aan zijn echtgenote het onderhoud en de inrichting van Vêves toe, zodat de taak die door de vorige generaties was ondernomen, kon worden voortgezet.
Bepaalde details zullen de bezoeker amuseren.
|