Eigenlijk klopt de naam 'zeearend' niet. Deze roofvogel leeft namelijk niet alleen aan de kust, maar doet het ook goed op andere plaatsen met water. Zo zijn ze te vinden langs meren en rivieren, in moerassige gebieden en zelfs op toendra's en steppen. Zeearenden leven voornamelijk van watervogels zoals eenden en meerkoeten, vis en aas. 'Witstaartarend' zou een betere naam zijn. De wetenschappelijke naam van de soort, Haliaeetus albicilla, betekent letterlijk 'witstaartzeearend'.
Zeearenden broeden in Groenland, Scandinavië, Oost-Europa, Siberië tot aan Japan en Oost-China toe. Het overwinteringsgebied is veel groter. Vaak jonge exemplaren zijn 's winters te vinden in West-Europa, Noord-Afrika en de Canarische eilanden. De enkele zeearend die nu nog in Nederland overwintert, doet dat vaak in de Oostvaardersplassen of in de Biesbosch.
De zeearend staat bekend als kwetsbaar. Weliswaar wordt de soort nog niet met uitsterven bedreigd, maar in delen van zijn verspreidingsgebied nemen zijn aantallen wel af. Dat heeft verschillende oorzaken. In de vorige eeuw zag men de zeearend als eenden- en ganzenmoordenaar. Hij werd daarom systematisch afgeschoten of vergiftigd. De toenemende bevolking en het ontginnen van zijn leefgebied zijn twee andere bedreigingen. Met name in het Baltische gebied had de zeearendpopulatie veel te lijden van insecticiden zoals DDT. Na het verbod op DDT begint de populatie zich weer enigszins te herstellen.
De economische ontwikkeling van Oost-Europa na de val van het communisme zou een nieuwe bedreiging voor de zeearend kunnen vormen. Broedgebieden dreigen te verdwijnen of te versnipperen. Het is dan ook belangrijk dat natuurgebieden in Oost Europa veilig worden gesteld.
Tot dusver is de zeearend niet bekend als Nederlandse broedvogel. Het is echter niet ondenkbaar, dat hij dat in de toekomst wel zal worden. De populaties in Denemarken en Duitsland nemen de laatste tijd toe. Momenteel broeden er al zeearenden op 200-300 kilometer van de Nederlandse grens. Tot dusver is de vogel bekend als wintergast in natuurontwikkelingsgebieden als de Oostvaardersplassen en de Gelderse Poort. Diezelfde natuurgebieden zouden in de toekomst ook broedgebieden kunnen worden.
Overigens weten we dat de zeearend twee miljoen jaar geleden ook al in ons land voorkwam. Fossielen van deze roofvogel zijn gevonden in de beroemde Limburgse vindplaats Tegelen. Of het hier om een wintergast of om een broedvogel ging, kunnen de fossielen ons helaas niet vertellen.