Opinie

Waarom noemt de krant PVV en Forum voor Democratie niet extreem-rechts?

De ombudsman

Dat had de ombudsman maar weer mooi uitgelegd, dacht ik bij het lezen van het dankbare antwoord van een lezer. Zij had gevraagd waarom NRC de PVV, Forum voor Democratie en JA21 niet extreem-rechts noemt, maar „zachter” radicaal rechts.

Het verschil is, schreef ik met een schuin oog op de groeiende chaos in Den Haag, „dat extreemrechts de democratie openlijk verwerpt en bereid is zich te bedienen van geweld om politieke doelen te realiseren”. Ik voegde wel een voetnoot toe: dat onderscheid is niet absoluut of statisch, de twee hebben raakvlakken.

Toen de alternatieve opvoering van The Passion aan het Binnenhof naar een climax groeide en ik Wilders hoorde razen tegen de „politieke maffia”, trapte die voetnoot me in de rug. Sloeg mijn staaltje mansplaining wel ergens op? Dekte de vlag ‘radicaal’ de extreme lading nog wel?

Nu kun je zeggen: ‘radicaal’ is tenminste beter dan de krampachtige normalisering die de PVV een tijdlang ten deel viel in de media. Oók in NRC, waar de toenmalige hoofdredactie de partij, vanuit een geloof in both-sideism, wilde behandelen als een ‘gewone politieke partij’ – wat destijds bij mij de vraag opriep waar de krant nu eigenlijk voor stond.

Dat de PVV géén ‘gewone politieke partij’ is, is keer op keer gebleken. Ook in het jongste verkiezingsprogramma, dat een deel van de Nederlanders (lees: moslims) het stemrecht wil afnemen. Intussen raakte Baudets Forum, het brooddronken broertje op uiterst rechts, in opspraak door nazi-fascinatie en ‘ironisch’ racisme of antisemitisme. De leider trok door het land met een halfgare stoofpot van complotdenken.

Dus had die lezer niet gelijk?

De discussie is niet nieuw. In een rapport uit 2010 werd de PVV ‘radicaal rechts’ genoemd, een term die de krant overnam. Een van de opstellers zei in NRC: „Je zou de PVV ook ‘nieuw extreem-rechts’ kunnen noemen.” Nieuw, omdat het afwijkt van ‘klassiek’ extreem-rechts, onder meer door het ontbreken van antisemitisme. Maar, voegde hij eraan toe, ‘radicaal’ en ‘extreem’ waren hier zo goed als synoniemen.

Het lijkt me dus zinnig om er opnieuw over na te denken. In de nieuwe Tweede Kamer komen PVV (17), FVD (8) en JA21 (3) samen op 28 zetels; het hele rechts-conservatieve blok op 89 zetels.

Diverse kranten plaatsten daar nuanceringen bij: de verhouding tussen rechts en links is in feite al decennia stabiel, en dat was nu niet anders, heette het.

Aan de andere kant, de reproductiewaarde van radicaal-rechts ligt flink boven de 1. En met een driedeling (links, rechts, midden) kom je een stuk minder stabiel uit (36, 66, 47), een forse verschuiving ten opzichte van de verkiezingen in 2003 (59, 38, 53), de eerste na het LPF-avontuur. En dan is er natuurlijk nog: ja, de inhoud.

Op het gevaar af een politicologisch doolhof binnen te wandelen, raadpleegde ik vier kenners (niet: verkenners). Internationaal expert Cas Mudde, auteur van The Far Right Today (2020); Sarah de Lange, hoogleraar politicologie, haar emeritus collega Meindert Fennema, en rechtsfilosoof Bastiaan Rijpkema – die het PVV-program in NRC scherp besprak.

Allemaal houden zij vast aan het onderscheid van radicaal en extreem (extreem is niet alleen anti-liberaal maar ook anti-democratisch en ambivalent over geweld). Maar allemaal signaleren ze ook dynamiek en vervaging. De Lange: „Veel politicologen worstelen met de typering van Forum. Het programma is radicaal-rechts, maar bij de uitspraken van Baudet over een ‘civiel leger’ of een tribunaal voor de elite zou je ook van extreem-rechts kunnen spreken.”

Mudde bevestigt dat. Baudet staat op de grens van radicaal en extreem, vindt hij, door vrij openlijk racisme en tolerantie voor ‘ironisch’ antisemitisme. Bij Wilders en JA21 ziet hij dat niet. Hij ziet ook een bredere trend: de politiek als geheel is enorm verrechtst, waardoor bijvoorbeeld standpunten van de VVD amper in de context van radicaal-rechts worden besproken omdat er nóg radicalere partijen op rechts zijn.

Fennema onderscheidt op zijn beurt, minder gebruikelijk, ‘protestpartijen’ (anti-systeem, maar niet revolutionair), ‘racistische’ partijen (tegen ‘buitenlanders’) en ‘extreem-rechtse’ (anti-systeem, wél revolutionair). Hij zegt: „Baudet en Wilders ontwikkelen zich naar een extreem-rechtse positie. Nee, ze hebben nog niet alle kenmerken, zeker niet het belangrijkste: verwerping van de parlementaire democratie als zodanig.” Maar dat bij Baudet „de hoofdvijand verschuift naar duistere krachten” is omineus en gaat een stap verder dan ‘het kartel’.

Dat vindt ook Rijpkema, auteur van Weerbare democratie (2015). De PVV is „zonder twijfel anti-rechtsstatelijk”, zegt hij, maar met het inperken van stemrecht schuift de partij op naar anti-democratisch. Forum beweegt duidelijk naar extreem-rechts, zij het op andere gronden: twijfel zaaien aan de verkiezingen én flirten met geweld. Hij verwijst naar Baudets campagne-uitspraken over een civiel leger en het „op de bek slaan” van antifascisten.

Wat moet de krant hier nu mee? Wat meespeelt is denk ik ook dit: ‘radicaal’ heeft bij activistisch links een nobele, morele gevoelswaarde gekregen: durf radicaal te zijn – weg met het slappe ‘midden’.

Dat laatste hoeft NRC niet te volgen. Integendeel, de krant zou dat veelgesmade democratische midden eerder moeten aanspreken, tégen extremisme.

Etiketten zijn daarbij maar een hulpmiddel, maar niet zonder belang. Na de aanhoudende baudetterie en agitatie bij Forum voor Democratie, lijkt het me terecht als de krant in elk geval die partij extreem-rechts zou noemen.

Het midden is tegenwoordig al radicaal genoeg.

Reacties: ombudsman@nrc.nl

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.