B 3 – Scheepvaarthuis – Amsterdam

Prins Hendrikkade 108, Amsterdam

1913-16

a. 13 consoleportretten: Roggeveen, Van Noort, A.van Diemen,  C. Speelman, Van Spilbergen(zijde Prins Hendrikkade), P.Both, J.Pzn Coen, C. de Houtman, Jac. van Heemskerck, W. Barendsz, J. van Neck, Usselinx, Bleau (zijde Binnenkant).
dioriet, 40 cm

b. emblemen scheepvaartmaatschappijen.
gebakken aarde, 56 cm

c. Schipper en Bootsman (stuurman en matroos).
gebakken aarde, 148 cm

d. beeld hoektoren: Neptunus.
lood, ca. 200 cm

e. ingangsversiering zijde Binnenkant: School vissen in de golven.
graniet, 28 cm

f. plintversiering zijde Binnenkant: letters  ’T SCHEEPVAARTHUIS.
graniet, 52 cm

Een van de eerste uitingen van de Amsterdamse School architectuur is het Scheepvaarthuis aan de Prins Hendrikkade / Binnenkant. Het werd tussen 1913 en 1916 gebouwd als gemeenschappelijk kantoorgebouw van zes Amsterdamse rederijen: De Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij (KNSM), de Stoomvaart Maatschappij Nederland (SMN), de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPN), de Java-China-Japan-Lijn (JCJL), de Koninklijke West-Indische Maildienst (KWIM) en de Nieuwe Rijnvaart Maatschappij (NRM). Het ontwerp en de uitvoering van het pand werd toevertrouwd aan de gebroeders J.G. en A.D.N. van Gendt. Zij waren verantwoordelijk voor de technische uitvoering en voor het ontwerp van het betonskelet. De architectonische vormgeving lieten zij over aan de toen vrij onbekende architect J.M. van der Meij. Ook de latere Amsterdamse School-architecten M. de Klerk en P.L. Kramer werden aangetrokken. Daarnaast heeft een grote groep kunstenaars meegewerkt aan de talrijke decoraties van zowel exterieur als interieur van het gebouw. Voor de decoraties aan de buitenkant had Hendrik van den Eijnde de verantwoordelijkheid. Hij heeft veel beeldhouwwerk aan de gevel vervaardigd, zoals het monumentale entree ‘De Vier Wereldzeeën’. Piet Kramer introduceerde Hildo Krop bij van der Meij. Via deze architect kwam het contact tot stand tussen Krop en de beeldhouwer van het Scheepvaarthuis Van den Eijnde. De uitvoering van het beeldhouwwerk aan het Scheepvaarthuis werd verzorgd door een groep beeldhouwers onder leiding van Van den Eijnde met als zijn eerste assistent Hildo Krop.

vlnr: Van den Eijnde, Joop van Lunteren, Toon Rädecker, Krop (zittend) en De Klerk – foto: collectie Hildo Krop Museum.

Van Lunteren en Rädecker voerden de ontwerpen van Van den Eijnde uit. In hoofdlijnen kunnen we stellen dat de ontwerpen van het beeldhouwwerk aan de gevels voornamelijk van Van den Eijnde en Krop zijn. Het blijkt overigens, staand voor de gevel, erg moeilijk te bepalen welk werk van Van den Eijnde is en welk van Krop. De jonge beeldhouwer had in deze beginfase van zijn carrière nog niet een duidelijke eigen signatuur. (Dit betreft zeker de 1e fase van het Scheepvaarthuis). Door de door Krop geautoriseerde oeuvrecatalogus van drs. E.J. Lagerweij-Polak, de nicht van de beeldhouwer, hebben we een goed beeld van het werk van Hildo Krop aan het Scheepvaarthuis. (Het is overigens wel gebleken dat bij het samenstellen van de oeuvrecatalogus er wel wat hiaten en onjuistheden zijn binnengeslopen. Dit komt ook omdat Lagerweij-Polak de beeldhouwer op hoge leeftijd over zijn werk interviewde en Krop zich niet alles meer haarscherp kon herinneren).
In deze oeuvrecatalogus wordt vermeld dat Krop 13 van de 15 consoleportretten hakte:


Roggeveen, Van Noord, Van Diemen, Van Spilbergen, Speelman 


Both, Coen, Houtman, Van Heemskerk

Barendsz, Van Neck, Usselinx, Bleau

De versieringen aan de gevel van het Scheepvaarthuis, die de geschiedenis van de Nederlandse scheepvaart op de wereldzeeën laat zien, konden rijkelijk aan de gevel worden verwezenlijkt omdat er niet vanuit de constructie van het gebouw gedacht behoefde te worden. De bakstenen  gevel was immers een omhulsel rond het betonnen skelet. De consoles bijvoorbeeld met de gebeeldhouwde koppen van de grote namen uit de zeevaart, kooplieden, ontdekkingsreizigers en gouverneurs van Indië  hebben dan ook geen andere functie dan decoratie. Deze niet dragende balken zijn vooral in het ontwerp opgenomen vanwege de symbolische betekenis. Het zijn ‘draagstenen als dragers van portretten van grootheden uit de Nederlandse welvaart’, zoals Lagerweij-Polak het noemt. Als voorbeeld voor deze portretten gebruikte Krop oude gravures.

gevel scheepvaarthuis - foto: loek van vlerken 28.04.2011

Het werk aan het Scheepvaarthuis was voor de ontwikkeling van Krop van grote betekenis. Hij leerde hier het bewerken van een ongelofelijke verscheidenheid aan materialen: van gebakken aarde tot graniet, van gips en hout tot lood en ijzer. “Maar eigenlijk was het werk aan het Scheepvaarthuis voor alle beeldhouwers van groot belang. Hier werd voor het eerst in Nederland door de beeldhouwers met luchtdrukhamers gewerkt. Het Scheepvaarthuis heeft hierdoor een reuze stoot gegeven in de ontwikkeling van de beeldhouwkunst”, aldus Krop in 1969 in een televisie interview.

Daarnaast was een nieuwe, symbolische beeldtaal voor de jonge Hildo Krop van groot belang. Eind negentiende eeuw was er een tijd ontstaan waarin men een materialistische kijk op het leven had. Het symbolisme probeerde aan deze tendens een tegenwicht te bieden door een meer gerichtheid op het onderbewuste, het ongewone en het onverklaarbare. Het symbool stond daarbij centraal; een zintuiglijk waarneembaar teken dat een ingang geeft tot een niet-zintuiglijke wereld.

Krop had op het punt van symboliek veel geleerd van Van der Meij. Een mooi voorbeeld hiervan is terug te vinden onder de ramen van de verschillende maatschappijen welke gehuisvest zouden worden in het Scheepvaarthuis. Deze symbolen in terracotta, die door Krop werden ontworpen, verbeelden de vaarroutes en de gebieden waar de desbetreffende maatschappijen handel dreven.

embleem scheepvaartmij - foto: loek van vlerken 28.04.2011

De KNSM (Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij) laat Hercules zien, die de naar hem genoemde zuilen omklemt. De Zuilen van Hercules was de oude aanduiding van de Straat van Gibraltar, de zee-engte die de Middellandse Zee verbindt met de Atlantische Oceaan. De zuilen zijn de vooruít stekende rotsen: de Monte Hacho in Afrika en de Rots van Gibraltar in Europa.

embleem scheepvaartmij - foto: loek van vlerken 28.04.2011

Voor de KWIM (Koninklijke West-Indische Maildienst) ontwierp Krop embleem waar twee bewoners van Suriname in een kano zitten. Bijzonder is de kogelvis die in de wateren van de Noord Atlantische Oceaan voor de Surinaamse kust leeft.

emblemen scheepvaartmaatschappijen - foto: loek van vlerken 03.08.2016

De NRM (Nieuwe Rijnvaart Maatschappij) met de namen van twee zijrivieren van de Rijn; de Neckar en de Main. Door deze namen op het embleem golven de lange gouden haren van de Loreley-nimf.

emblemen scheepvaartmaatschappijen - foto: loek van vlerken 03.08.2016

Het symbool van de JCJL (de Java-China-Japan-Lijn) was een Boeddhabeeld (Java): Het boeddhisme in Indonesië was een belangrijke religie op Sumatra en Java, een draak (China): de Chinese draak wordt gezien als een teken van geluk en een chrysant (Japan): de gele bloem van de chrysant is in Japan het symbool van de zon en het licht (onsterfelijkheid).

emblemen scheepvaartmaatschappijen - foto: loek van vlerken 28.04.2011

Een anker tussen een kreeft en een steenbok wijst op de route van de KPM (Koninklijke Paketvaart Maatschappij) tussen zuidelijke steenbokskeerkring en de noordelijke kreeftskeerkring .

emblemen scheepvaartmaatschappijen - foto: loek van vlerken 28.04.2011

De SMN (Stoomvaart Maatschappij Nederland) wordt gesymboliseerd door een weegschaal (de evenaar) met een gordel naar een beeldspraak van Multatuli uit Max Havelaar: ‘t prachtig rijk van INSULINDE dat zich daar slingert om de evenaar, als een gordel van smaragd …

Zowel links als rechts van de hoofdingang zijn twee springende paardjes aan de gevel te vinden, met kwal en inktvistentakels. Dit zijn de paarden van Neptunus – als symbool voor de golven van de zee. Niet zeker is of deze terracotta paardjes van de hand van Krop zijn, maar het is in ieder geval wel bijzonder dat hij dit soort figuratie later gaat gebruiken bij bouwbeeldhouwwerk. Aan verschillende gevels van scholen maakte hij een dergelijk springende paardjes, zoals bijvoorbeeld aan de kleuterschool ‘De Veulens’, nu Museum Het Schip,  in de Oostzaanstraat in de Rubensstraat aan de zijgevel van het huidige Gerrit van der Veen College.


Springende paardjes in de Oostzaanstraat en de Rubensstraat

schipper en bootsman - foto: loek van vlerken 20.04.2011

Naast al dit symbolisch bakwerk zijn ook de figuren van een stuurman en een matroos, ook in terracotta, van de hand van Hildo Krop. Deze figuren worden langs het gebouw aan de Prins Hendrikkade en Binnenkant vele malen herhaald.

Naast deze figuren plaatste hij steeds verschillende producten, die rond 1900 door de maatschappijen werden vervoerd zoals koffie, thee, kruiden, specerijen, etc.

neptunes - foto: loek van vlerken 28.04.2011

Op de hoektoren boven de ingang van het Scheepvaarthuis staan twee in lood gegoten afbeelding van elk twee meter hoog. De linker, Neptunus, is een ontwerp van Krop. Het andere beeld, Fortuna, was een ontwerp van Van der Eijnde, aldus Krop in Lagerweij-Polak.

ingang zijde binnenkant - foto: loek van vlerken 20.04.2011

Voor de ingang aan de Binnenkant maakte Krop een school vissen in de golven als ingangsversiering, ook gehakt in graniet.

plintversiering - foto: loek van vlerken 28.04.2011

plintversiering - foto: loek van vlerken 21.04.2011

Krop ontwierp de plintversieringen in natuursteen, zowel  langs de Prins Hendrikkade als de Binnenkant. Ook voor de letters op deze plint, die samen het woord ‘t Scheepvaarthuis’ vormen, is Krop verantwoordelijk. Dezelfde letters zouden worden herhaald bij de uitbreiding van het gebouw, welke plaats vond tussen 1926 en 1928 (zie hiervoor B 61).

timpaan met walruskoppen - foto: loek van vlerken 30.11.2013

Mogelijk is het timpaan met walruskoppen boven de zij-ingang aan de Prins Hendrikkade ook van de hand van Krop. Zie hiervoor bij: Toegeschreven aan Hildo Krop – B3a

bronnen:
‘Het Scheepvaarthuis, een schepping van de bijna vergeten architect J.M. van der Meij’ – F. van Sloteren, Ons Amsterdam, mei 1985 jrg. 37 nr.5;
‘Van der Mey en het Scheepvaarthuis’ – Boterenbraad/Prang, 1989;
‘joan melchior van der meij – architect’ – Michiel Kruidenier/Paul Smeets, nai010,   2014.