Het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) hield de strijd vol tot maart 1942. Java was het eerste eiland dat zich overgaf, de andere eilanden volgden kort daarop.
Er brak een zware tijd aan. De Nederlandse burgers werden ondergebracht in mannen-, vrouwen- en jongenskampen. Vele krijgsgevangenen werden gedwongen te werken in Nederlands-Indië of op transport gesteld naar Thailand, Birma en Japan om daar dwangarbeid te verrichten. De bevolking leed onder voedselgebrek en de Japanse wreedheid.
Op 15 augustus 1945 kwam een eind aan de oorlog in Azië. Het bleef echter onrustig. De Indonesische onafhankelijkheidsstrijd en politionele acties eisten nog vele slachtoffers die voor zover mogelijk een laatste rustplaats vonden op één van de erevelden. In het Verre Oosten bevinden zich ongeveer 30.000 Nederlandse oorlogsgraven.