Geuzentoren te Ronse wordt opnieuw toegankelijk voor het publiek

Het Agentschap voor Natuur en Bos van de Vlaamse overheid heeft in Ronse 33,5 hectare privébos gekocht. Daardoor wordt het publiek toegankelijke deel van het Muziekbos in één klap ruim drie keer zo groot. Wat het bos uniek maakt, is de aanwezigheid van de Geuzentoren, een gekanteelde negentiende-eeuwse toren in ijzerzandsteen, een Gallo-Romeinse grafheuvel en een oude bospoel.

Voor de aanzienlijke aankoop was het vrij toegankelijke Muziekbos 13,5hectare groot. Voortaan is het domein 47hectare groot.

‘Het bos ligt op een getuigenheuvel in het glooiende landschap van de Vlaamse Ardennen’, zegt Patrick Verheye van Natuur en Bos. ‘Het is een gemengd bos, bestaande uit eiken- en beukenbos op een complex van klei-, zand en leemlagen, met naaldhoutbos op de zanderige toppen. Wat het uniek maakt, is de aanwezigheid van de Geuzentoren, een gekanteelde negentiende-eeuwse toren in ijzerzandsteen, evenals een Gallo-Romeinse grafheuvel en een oude bospoel.’

‘Deze uitbreiding van het openbaar bosareaal biedt vele mogelijkheden voor de ontwikkeling naar een bos met diverse functies, zoals de gedeeltelijke openstelling voor wandelaars met aansluiting op het bestaande bosleerpad, het streven naar herstel van waardevolle vegetaties en aandacht voor de bescherming van onder andere de bronlibel, de hazelworm en de levendbarende hagedis. We gaan ook bekijken of we de lorken die na WOII zijn aangeplant, kunnen vervangen door inheemse soorten.’

Voor de wandelaar bleef het mysterieuze deel rond de Geuzentoren decennialang afgesloten. Alleen kwajongens die zich niets aantrokken van de schrikdraad kwamen nog in de buurt van het uitkijktorentje.

Stadsgids Isabelle De Vleeshauwer dook in de boeken om de geschiedenis van het bizarre bouwwerk te achterhalen. ‘Eigenlijk weten we er bitter weinig over’, zegt ze. ‘Het zou gebouwd zijn door ene M. Scribe in 1864. De toenmalige eigenaar van het bos liet zich wellicht meeslepen door de mode van de tijd om gekke bouwwerken op te trekken. In Engeland zijn wel meer van die dingen terug te vinden. Voor hem had het echter wel degelijk een functie: hij nam geregeld de houten draaitrap om boven van het uitzicht te gaan genieten. Dat kan nu niet meer, want de bomen zijn zodanig gegroeid dat ze het uitzicht langs alle kanten belemmeren. Bovendien is de trap levensgevaarlijk.’

Er is een bijzonder leuke geschiedenis aan het olijke torentje verbonden. ‘Aangetrokken door Cécile Ameye van het Nitterveld kwamen hier omstreeks de eeuwwisseling geregeld kunstenaars van de natuur genieten’, vertelt Isabelle. ‘Valerius De Saedeleer en Herman Teirlinck vonden hier hun inspiratiebronnen. Ook Omer Wattez kwam hier met zijn Antwerpse literaire vriend Pol De Mont wandelen. Het is op een van hun tochten dat ze de toren beklommen en de naam Vlaamse Ardennen bedachten.’

Het Agentschap voor Natuur en Bos wil onderzoeken hoe het de geboorteplaats van de Vlaamse Ardennen en de historische grafheuvel best kan ontsluiten.

1 Comment

  1. Geuzentoren: In hoeverre kan de anekdote van Omer Wattez en Pol De Mont als historisch correct worden beschouwd? Is daar uitsluitsel over?

Comments are closed.