Kruisschot in Stiphout, de lotgevallen van een moated site

Kruisschot in Stiphout
de lotgevallen van een moated site

De hoeve Kruisschot in Stiphout is een moated site of omgrachte hoeve, zoals die in de veertiende en vijftiende eeuw op meerdere plaatsen werden aangelegd. Het was toen een economisch gunstige periode, waarin veel geld verdiend werd door handel en nijverheid in wol en laken. De nieuwe rijken, soms direct voortgekomen uit de oude adel, investeerden in nieuwe hoeven. De hoeve waar men zelf ging wonen, kreeg een bijzondere status door er grachten omheen te leggen, waardoor de suggestie van een adellijk verblijf ontstond. Het geheel werd aangelegd in een relatief nat terrein, zodat de grachten ook in de zomer nog water voerden. Aan de andere kant zorgden de grachten ervoor dat het binnenterrein droog kon blijven.

In de regio Aarle, Rixtel en Stiphout ontstond een tiental moated sites, waarvan de meeste verdwenen zijn. Croy bestaat nog en is een voorbeeld dat uitgroeide tot een echt kasteel. Overbrug bleef als omgrachte hoeve voortbestaan en van het hier besproken Kruisschot bleef een klein stuk gracht bewaard (afb. 2).

Kruisschot was een leengoed van de hertog van Brabant. In de bewaardgebleven Brabantse leenregisters komt het voor (nog onder de naam ‘Ten Intenscote’) in de oudste optekening (na 1312) met als leenman Giselbert van den Broek. Na hem worden als leenman Jan van Hoeschot, scholaster, en Dirk de Rover vermeld. In 1382 blijkt deze laatste het goed verkocht te hebben aan Laurens Janszoon van Gerwen.[1]  Het bestond uit maar liefst 24 bunder heide, weiland en akkerland. De achtereenvolgende leenmannen  zijn lange tijd leden van de familie Van Gerwen en later ook van andere vermogende families geweest. De omgrachte woning is in gebruik gebleven tot ergens in de zestiende eeuw. Het gebouw werd daarna gesloopt. Volgens Philips baron van Leefdael lag in 1645 op Kruisschot ‘nogh seekere molte met grachte omgraven […], daer eertyts een huys opghestaen heeft’.[2] Deze “molte” (motte?)[3] is inmiddels niet meer herkenbaar. De grachten bleven langer bestaan. In 1832 zijn op de kadasterkaart nog grote delen ervan ingetekend. Nu is nog maar een klein stuk aanwezig (afb. 2). Het nog bestaande deel van deze gracht ligt naast het erf van de boerderij waar tot in de jaren negentig van de vorige eeuw de familie Van Schijndel woonde.[4] Het complex ligt op de hoek van de Jonker Karellaan en de Kruisschotseweg in Stiphout, thans gemeente Helmond. Het langgerekte perceel, aansluitend bij het erf van Van Schijndel in de richting van kasteel Croy, werd ‘Park van Kruisschot’ genoemd. Na de sloop van de woning binnen de gracht is het leengoed vanaf de zestiende eeuw overgegaan op een nieuw gebouwde pachtboerderij, die noordelijk van de omgrachte hoeve lag.

In 1832 telde de buurtschap Kruisschot een viertal boerderijen. De bewoningsgeschiedenis van deze boerderijen is grotendeels bekend. Daaruit blijkt dat het oorspronkelijke leengoed aanvankelijk het gehele grondgebied van de buurtschap Kruisschot omvatte. Van het leengoed werden andere hoeven afgesplitst en het eigenlijke leengoed degradeerde tot een enkele boerderij. In een apart kader wordt een opsomming van de eigenaren en leenmannen van het leengoed Kruisschot opgenomen (tabel 1).

Vanaf het eind van de achttiende eeuw kocht de eigenaar van kasteel Croy een aantal boerderijen op Kruisschot op en bouwde er ook nieuwe bij. Grote delen van het oude leengoed werden op deze manier toegevoegd aan het al uitgebreide bezit van de kasteelheren van Croy.

Afb. 1 Bewerkt fragment van de kadasterkaart van 1832 van Kruisschot. De toenmalige Heisteeg is iets verlegd en vormt samen met de uitweg naar het schoor de huidige Jonker Karellaan. De toenmalige Hoge Weg loopt van de oude losstaande toren van Stiphout over de akkers richting Kruisschot; het is de huidige Kruisschotseweg. Perceel A52 is het omgrachte perceel, waarop in de middeleeuwen de voorname hoeve Kruisschot werd gebouwd. Pal ten zuiden daarvan perceel A53, bebouwd vlak voor 1775. Ten noorden de nummers A40 en A41. A41 was in de achttiende eeuw de laatste boerderij die nog leengoed was.[5]
Afb. 2 Het nog bestaande restant van de gracht om het goed Kruisschot (Foto auteur, 2012).

Leenmannen van het leengoed Kruisschot
In de leenregisters van de hertog van Brabant worden achtereenvolgens de volgende leenmannen voor Kruisschot genoemd
na 1312, voor 1320 Giselbert van den Broek
na 1312,
ca 1330
Jan van Hoeschot, scholaster
na 1374 Dirk de Rover
1382 Laurens Janszoon van Gerwen
1420 Willem van Gerwen, zoon van Laurens
1435 Jan van Gerwen alias van de Cruysschot, zoon van Willem
1500 Willem van Gerwen, priester, zoon van Jan
1516 Joorden Peterszoon van Gerwen, verkregen van zijn oom heer Willem van Gerwen
1546 Arnt Peterszoon van Gerwen, broer van Joorden
1547 Willem Peterszoon van Gerwen, broer van Arnt
1589 Eustaas van Gerwen, zoon van Willem Peterszoon
1626 Tobias van Eynatten, man van Mechteld, samen met seigneur Pasio de Pasy, woonachtig in Modena (Italië), man van Catharina, beiden dochters van Eustaas van Gerwen
1649 Peter Marcus van Ouwen, gekocht van Tobias van Eynatten
1650 Michiel Wouters van Houtert uit Gemert, gekocht van Peter Marcus van Ouwen
1663 Peter Jan Wouters van Houtert, neef van Michiel
1697 Michiel Jan Wouters van Houtert, broer van Peter
1728 Godefridus Cox, man van Johanna, dochter van Michiel van Houtert
1740 Melchior Joost baron van Someren van Vryenens, heer van Croy, koopt het van Godefridus Cox
Vanaf 1740 zijn de eigenaren van kasteel Croy tevens bezitter van Kruisschot.

Eigenaren van de eerste afsplitsing van Kruisschot

In de loop der tijd is de omvang van het leengoed Kruisschot behoorlijk verkleind. In 1732 is in het leenregister sprake van een hoeve op Kruisschot. Het omvatte toen en ook nog in 1778 een huis met pootakker, groot 4 lopense 39 roeden. Omgerekend is dat slechts 77 are. In 1832 beperkte het zich tot een enkele boerderij op Kruisschot, kadaster sectie A nummer 41 (afb. 1).

Het leengoed Kruisschot was aanvankelijk dus veel omvangrijker. In de loop van de tijd zijn er andere boerenhoeven afgesplitst, die niet langer tot het leengoed werden gerekend. Dat is bijvoorbeeld het geval met de boerderij die in 1832 lag op kadaster sectie A nr. 40 (afb. 1). Deze grensde direct aan het leengoed. De oudste eigenaren van deze aangrenzende boerderij blijken leden en erfgenamen te zijn van de familie Van Gerwen (tabel 2).

Rond 1600 worden als eigenaren genoemd Marcus van Gerwen, de schout van Peelland en zijn directe familie met daarnaast de erfgenamen van jonker Frans van Fleru, gehuwd met Maria van Gerwen. Hun gemeenschappelijke voorouder is Udo van Gerwen, die leefde eind vijftiende eeuw. Hij was een kleinzoon van Laurens van Gerwen. Deze afsplitsing wordt nog lang het erfgoed van Gerard van Gerwen, alias van Stiphout, genoemd. Deze Gerard was daarom waarschijnlijk de stichter en de eerste eigenaar van de afgesplitste hoeve. Hij was een zoon van Udo van Gerwen. De afsplitsing van het leengoed en de stichting van deze hoeve zal daarom dateren van circa 1500.

De eigenaren van de eerste afsplitsing (A40) van Kruisschot vanaf circa 1600
circa 1500 Afsplitsing door nieuwbouw door Udo van Gerwen
1600 De erfgenamen van Frans van Fleru, man van Maria van Gerwen, kleindochter van Udo; samen met jonker Marcus van Gerwen en diens nicht Liesbeth. Marcus is een achterkleinzoon van Udo van Gerwen.
1610 De hoeve wordt verkocht aan Antonis Huibert Antonissen
1632 Jan Laurens Donkers blijkt eigenaar te zijn en hij verkoopt dan aan Hendrick Aert Deckers de hoeve op Kruisschot, welke door de erfgenamen van Frans van Fleru verkocht was aan Antonis Huibert Antonissen.
1655 Hendrik Aert Deckers verkoopt de hoeve aan Willem Jochems van Oldensee
1682 Zoon Willem van Oldensee erft van zijn vader Willem
1696 De erfgenamen van Willem van Oldensee verkopen de hoeve aan mede-erfgenamen Joannes en Arnoldus van Oldensee, kooplieden uit Helmond. De omvang van de hoeve is dan 3 lopense en 16 roeden.
1726 Signeur Johan le Martinel, man van Maria van Oldensee, koopt de hoeve van zijn mede-erfgenamen
1743 Johan le Martinel verkoopt aan Adriaan Rijkers
1775 De erfgenamen van Adriaan Rijkers maken een erfdeling. Huis op Kruisschot, 3 lopense 16 roeden, komt aan Jacob van Cruijssent, gehuwd met Adriana Rijkers.
1802 Bij decreet van het departementaal gerechtshof komt de hoeve aan Jan Carel Gideon van der Brugghen, eigenaar van kasteel Croy.

De tweede afsplitsing

 Behalve de twee noordelijke, naast elkaar gelegen boerderijen, in 1832 gesitueerd op de percelen A40 en A41, lag iets zuidelijker nog een boerderij, kadaster A nummer 53 (afb. 1). De boerderij ligt direct naast het oude omgrachte terrein, dat nu min of meer tot het erf van deze boerderij behoort (afb. 3). De hoeve blijkt gesticht te zijn vlak vóór 1775 door Adriaan Rijkers, die in 1743 eigenaar werd van de eerste afgesplitste hoeve. De boerderij werd gesticht op grond die oorspronkelijk ook toebehoorde aan de oude hoeve Kruisschot. De boerderij werd bij de erfdeling in 1775 eigendom van Johanna, dochter van Adriaan Rijkers, die gehuwd was met Peter Clement. In de cijnsregisters wordt dit dan een nieuw huis genoemd.

Afb. 3 Twee boerderijen op de buurtschap Kruisschot. De achterste boerderij was in de achttiende eeuw het laatst overgebleven deel van het oude leengoed Kruisschot. De voorganger van de boerderij vooraan werd circa 1500 afgesplitst van het leengoed Kruisschot.

Conclusie

 Drie boerderijen op de buurtschap Kruisschot in Stiphout zijn ontstaan uit het oude leengoed Kruisschot, waarvan de oudste kern bestond uit een omgrachte hoeve die rond 1300 reeds bestaan kan hebben. Op de hoek van de Jonker Karellaan en de Kruisschotseweg (afb. 1,  perceel A52) in Stiphout ligt nog een restant van die gracht. Vermoedelijk in de loop van de zestiende eeuw werd het omgrachte perceel verlaten en verhuisde het leengoed naar kadastraal perceel A41. De status veranderde daarmee van een aanzienlijke woning in een pachtboerderij op een nabijgelegen perceel. Deze kwam te liggen pal naast een hoeve die circa 1500 afgesplitst was van het oude leengoed Kruisschot (afb. 1, perceel A40). Mogelijk werden de twee boerderijen tegelijkertijd gesticht. De derde boerderij was op haar beurt ook weer een afsplitsing uit 1775 en lag in 1832 op perceel A53.

De buurtschap Kruisschot is kennelijk ontstaan uit één enkel middeleeuws landgoed, waarvan de kern een omgrachte woning was. Het landgoed werd in de loop der tijd gesplitst in meerdere delen en is op die manier uitgegroeid tot een gehucht.[6]

Dit artikel verscheen in deze vorm in febr 2015 in Het Brabants Kasteel jaargang 35 (2012) nr 3, blz 47 e.v.

Noten

[1] Het zogeheten Spechtboek (na 1374) geeft als omschrijving (folio 189v): “Goide liggende te Stiphout geheiten Cruisschoter die wilen waren heren Jans scholasters van Hoisschot, ende dit steet alsus in doude boke op Ghisebrecht voirs(creve) Ende dit goit vercocht den voirs(creve) Laurentse her Didderic die Rover met X lb siaers ende allen rechten die hi daer inne hadde van heren Jans wegen van Hoesschot” (zie: M. van Asseldonk, De Meierij van ’s-Hertogenbosch. De evolutie van plaatselijk bestuur, bestuurlijke indeling en dorpsgrenzen, circa 1200-1832, Oosterhout 2002, Bijlage 24). Het genoemde ‘oude boke’ is het zogeheten Casselboek (na 1312), waarvan een kopie van omstreeks 1350 (het Latijnsboek) ook Giselbert van den Broek en de scholaster Jan van Hoeschot vermeldt: “Ghiselbertus de Broeke, bona dicta Ten Intenscote, jacentia apud Stiphout, que fuerunt Johannis scolastici de Hoyschot, valentia XL solidos annuatim vel circiter.”. De relatie tussen beide heren kan verhelderd worden met een andere inschrijving in het Latijnsboek betreffende het leengoed Ten Broeke bij Son: “Johannes, dictus Scolaster, de Hoyschout, filius Walteri quondam Toyard, bona Ten Broeke jacentia apud Zonne. Que quidem bona ipse acquisivit erga Ghiselbertum de Broke cum omnibus attinentiis suis.” (zie: L. Galesloot, Le livre des feudataires de Jean III, duc de Brabant, Brussel 1865, 83, 183.

[2] A.F.O. van Sasse van Ysselt (ed.),  Beschrijving der Meierij van ‘s-Hertogenbosch door Philips Baron van Leefdael (’s-Hertogenbosch 1918), 53.

[3] Zie aanvullend artikel B. Aarts, ‘Van “moltes” en “mottes”. Aantekeningen bij Philips baron van Leefdael’, verderop in deze aflevering.

[4] Mondelinge mededeling Marinus van den Elsen, Stiphout.

[5] De bewerking van de kadasterkaart van 1832 werd uitgevoerd door Marinus van den Elsen.

[6] Dit (inmiddels aangepaste) artikel verscheen eerder in Helmonds Heem (2012, nr. 23). Het merendeel van de informatie werd ontleend aan Theo Meulendijks, De Heerlijkheid Stiphout (2002). Deze studie bestaat uit de bundeling van informatie uit vele archieven, zoals rechterlijke en notariële archieven, cijnsregisters, leenboeken, kadaster etc. Daarnaast is gebruik gemaakt van niet gepubliceerde informatie, verzameld door wijlen Wiro van Heugten. Tenslotte werd informatie ontleend aan de publicaties van B.W. van Schijndel over de oude Brabantse familie Van Gerwen in De Brabantse Leeuw (1958), 70-80, 87-93.